Bij kinderen met een blaasfunctiestoornis moet in sommige gevallen worden overgegaan op het legen van de blaas door middel van intermitterend katheteriseren. In deze folder wordt kort uitgelegd wat intermitterend katheteriseren is, in welke situaties besloten kan worden tot intermitterend katheteriseren en hoe intermitterend katheteriseren in zijn werk gaat.
Wat is intermitterend katheteriseren?
Katheteriseren is het leeg maken van de blaas met behulp van een slangetje: de katheter.
Intermitterend katheteriseren wil zeggen dat de blaas met een bepaalde regelmaat geleegd wordt met een schone éénmalige katheter. Voor intermitterend katheteriseren wordt ook vaak de afkorting CIC gebruikt wat staat voor Clean Intermittent Catheterization (schone intermitterende katheterisatie).
Afhankelijk van de leeftijd van uw kind, kunt u uw kind katheteriseren of kan uw kind de techniek zelf aanleren.
Waarom moet mijn kind gaan katheteriseren?
Bij kinderen met een blaasfunctiestoornis komt de blaas niet of niet goed leeg, doordat de blaas/sluitspier niet goed functioneert. Dit kan leiden tot verlies van urine, terugkerende urineweginfecties en in sommige situaties tot nierschade.
Er zijn verschillende soorten blaasfunctiestoornissen:
- Bij een neurologische blaasfunctiestoornis werken de zenuwen die de blaas en de sluitspieren aansturen niet goed
- Bij een anatomische blaasfunctiestoornis zijn de urinewegen tijdens de zwangerschap niet goed aangelegd of is er later een vernauwing ontstaan.
- Bij een functionele blaasfunctiestoornis functioneert de blaas niet meer goed zonder dat er sprake is van een neurologische of anatomische oorzaak
Uw arts of verpleegkundig specialist bespreekt met u en uw kind wat de reden van katheteriseren bij uw kind is.
Hoe gaat het intermitterend katheteriseren?
De techniek van het katheteriseren wordt u of uw kind aangeleerd door de verpleegkundig specialist of continentieverpleegkundige. U komt hiervoor een halve tot hele dag naar het ziekenhuis.
Eenmaal aangeleerd kunt u/ uw kind het katheteriseren zelf uitvoeren. Bij kinderen die te jong zijn om zelf te katheteriseren adviseren wij dat beide ouders/verzorgers naar de afspraak komen om het katheteriseren te leren.
De techniek van katheteriseren is veilig en eenvoudig. Katheteriseren doet geen pijn, maar kan in het begin een beetje raar aanvoelen. De eerste paar keer kan er een branderig gevoel worden ervaren, omdat het slijmvlies wat geïrriteerd kan raken. Dit is van voorbijgaande aard.
Materiaal
Bij intermitterend katheteriseren wordt iedere keer een nieuwe katheter gebruikt en na gebruik weggegooid. We noemen deze dan ook een eenmalige katheter. Er zijn veel verschillende soorten katheters te verkrijgen. Het materiaal waarvan de katheter gemaakt wordt kan dan ook per fabrikant verschillen. De katheter heeft een coating of gel die ervoor zorgt dat de katheter glad is en makkelijk kan worden ingebracht.
Bij sommige katheters moet de coating geactiveerd worden door er zelf water aan toe te voegen, andere katheters zijn al kant-en-klaar voor gebruik. Ook de tip van de katheter (het uiteinde van de katheter die wordt ingebracht) kan verschillen. De verpleegkundig specialist bepaalt de maat (lengte en dikte) van de katheter en kiest met u /uw kind de katheter uit die, op dat moment, het beste bij uw kind past. De materialen worden de eerste keer door de verpleegkundig specialist voor u besteld bij een medisch speciaalzaak die de materialen thuis levert. Vervolgbestellingen kunt u daarna zelf doen. Omdat uw kind nog groeit, zal er jaarlijks worden geëvalueerd of uw kind nog de juiste katheter heeft.
Hygiëne
Het is van groot belang dat er zo schoon mogelijk gehandeld wordt bij katheteriseren. Dit betekent dat de handen goed gewassen moeten worden voor het katheteriseren. Ook kan er desinfecterende handgel worden gebruikt. Verder moet er altijd een schone katheter worden gebruikt; als deze per ongeluk op de grond valt of ergens tegenaan stoot (bv de commode of het been van uw kind), moet er altijd een nieuwe katheter worden gepakt.
Houding
Katheteriseren kan, afhankelijk van de leeftijd van uw kind, zowel zittend op het toilet, staand voor het toilet of liggend op bed/ commode worden gedaan.
Frequentie
Hoe vaak uw kind gekatheteriseerd moet worden is afhankelijk van de reden van het katheteriseren en de blaasfunctiestoornis die uw kind heeft. Sommige kinderen hoeven maar 1-2 keer per dag te katheteriseren maar meestal is dit 5-6 keer per dag. De arts/ verpleegkundig specialist zal met u bespreken hoe vaak uw kind moet katheteriseren en op welke momenten van de dag dan het handigste zijn.
Katheteriseren bij meisjes
Bij meisjes en vrouwen is de plasbuis recht. De uitgang van de plasbuis ligt tussen de clitoris en de vagina. Het katheteriseren zal uw dochter makkelijker afgaan als zij haar lichaam goed kent. Met behulp van een spiegeltje kunt u haar helpen haar plasgaatje te vinden. Het plasgaatje is vaak zichtbaar als een klein driehoekje.
Werkwijze:
- Was de handen met water en zeep of gebruik een desinfecterende handgel
- Zet alle benodigde spullen klaar en zorg dat de katheter klaar hangt voor gebruik (ophangen binnen handbereik en zo nodig de coating activeren).
- Trek broek en onderbroek uit of doe deze naar beneden.
- Voor het katheteriseren maakt u/uw dochter het plasgaatje schoon met een schoon en nat washandje/doekje. Dit gebeurt van boven naar beneden ofwel van voor naar achter.
- Was de handen nogmaals met water en zeep of gebruik een desinfecterende handgel.
- Haal de katheter uit de verpakking en pak deze met één hand vast als een potlood.
- U of uw dochter spreidt met de andere hand de schaamlippen en kijkt goed waar het plasgaatje zit.
- Breng de katheter nu in één glijdende beweging via het plasgaatje tot in de blaas. Wanneer er urine komt, wordt de katheter nog iets verder (1 a 2 cm) ingebracht en weet u zeker dat u in de blaas zit.
- Als de katheter per ongeluk in de vagina wordt ingebracht is dit niet erg. Wel pakt u weer een schone katheter.
- Als er geen urine meer komt, mag de katheter langzaam worden verwijderd (er kunnen nog kleine beetjes urine komen tijdens het verwijderen, indien dit gebeurt wacht u tot er geen urine meer komt). Na het verwijderen kunt u de katheter weggooien.
- Na het katheteriseren wast u/uw dochter de handen.
Katheteriseren bij jongens
Bij jongens en mannen is de plasbuis S-vormig gebogen. De uitgang van de plasbuis ligt op de top van de eikel; deze wordt zichtbaar als de voorhuid voorzichtig naar achteren wordt geschoven. Bij jonge jongens is de voorhuid nog niet of niet geheel naar achteren te schuiven, forceer dit niet!
Werkwijze:
- Was de handen met water en zeep of gebruik een desinfecterende handgel
- Zet alle benodigde spullen klaar en zorg dat de katheter klaar hangt voor gebruik (ophangen binnen handbereik en zo nodig de coating activeren).
- Trek broek en onderbroek uit of doe deze naar beneden.
- Voor het katheteriseren maakt u/ uw zoon het plasgaatje schoon met een schoon en nat washandje/doekje. Schuif hierbij de voorhuid voorzichtig naar achteren, voor zover dit gaat. Maak het plasgaatje schoon met een cirkelende beweging van het plasgaatje af.
- Was de handen nogmaals met water en zeep of gebruik een desinfecterende handgel.
- Haal de katheter uit de verpakking en pak deze met één hand vast als een potlood.
- U of uw zoon pakt met de andere hand de penis vast in gestrekte positie (in een hoek van 90 graden ten opzichte van de buik), waardoor de katheter makkelijk kan worden ingebracht. Als de katheter bij de sluitspier komt, kan uw zoon dit voelen; laat uw zoon even zuchten en strek de penis richting de tenen, de katheter kan dan in de blaas worden gebracht. Wanneer er urine komt, houdt u of uw zoon de penis naar beneden en wordt de katheter nog iets verder (1 a 2 cm) ingebracht en weet u zeker dat u in de blaas zit.
- Als er geen urine meer komt, mag de katheter langzaam worden verwijderd (er kunnen nog kleine beetjes urine komen tijdens het verwijderen, indien dit gebeurt wacht u tot er geen urine meer komt). Na het verwijderen kunt u de katheter weggooien.
- Schuif de voorhuid weer terug.
- Na het katheteriseren wast u/ uw zoon de handen wassen.
Knelpunten en complicaties
De katheter is moeilijk in te brengen
Soms lukt het niet of moeizaam om de katheter door de sluitspier in de blaas te brengen. Het helpt als uw kind zoveel mogelijk ontspannen is, dit kan hij/zij doen door zachtjes uit te blazen. Soms helpt het om de katheter met een lichte druk even tegen de sluitspier aan te houden en te wachten. Vaak ontspant de sluitspier na korte tijd.
Ook wanneer de blaas erg vol is, kan het lastiger zijn om de katheter in de blaas in te brengen. Het is daarom belangrijk om tijdig te katheteriseren.
Ernstige obstipatie kan ook druk in de buik geven, waardoor het katheteriseren moeizamer gaat. Bij jongens kan het helpen de penis goed bij de basis (de overgang van de penis naar de buik) vast te houden. Ook kan een katheter met een andere tip helpen.
Katheteriseren is gevoelig
Katheteriseren is niet pijnlijk maar uw kind kan het soms anders ervaren.
Wanneer uw kind aangeeft dat het katheteriseren opeens gevoelig /pijnlijk is kan dit komen door een urineweginfectie of blaaskrampen. Ook wanneer de coating van de katheter niet goed geactiveerd is of indroogt omdat de katheter te lang in de plasbuis heeft gezeten kan dit leiden tot irritatie/ letsel van de plasbuis wat pijnklachten geeft. Kinderen die net gestart zijn met katheteriseren kunnen het katheteriseren nog spannend vinden waardoor ze hun spieren gaan aanspannen ipv ontspannen. Door het aanspannen van hun spieren kan het katheteriseren dan als pijnlijk worden ervaren.
Urineweginfecties
Hoewel katheteriseren ingezet kan worden om urineweginfecties te voorkomen kan het leiden tot urineweginfecties, bijvoorbeeld bij niet hygiënisch werken. Het is daarom belangrijk zo schoon mogelijk te werken. Om urineweginfecties in de beginfase zoveel mogelijk te voorkomen, wordt er vaak een lage dosis antibiotica voorgeschreven voor de eerste 6-12 maanden na het starten van het intermitterend katheteriseren (ook wel antibiotica profylaxe genoemd).
Fausse route
Een enkele keer kan er bij het katheteriseren een verkeerde route (“fausse route”) ontstaan. Dit kan met name gebeuren wanneer er bij weerstand te hard wordt “doorgezet” met katheteriseren. Bij een fausse route is de plasbuis beschadigd. Om de plasbuis te laten herstellen zal de arts of verpleegkundig specialist een verblijfskatheter inbrengen die één tot enkele weken blijft zitten. Daarna wordt het intermitterend katheteriseren weer hervat.
Mocht u problemen bij het katheteriseren ervaren, kan de verpleegkundig specialist vaak al telefonisch tips en adviezen geven. Zo nodig wordt er een afspraak in het ziekenhuis gepland.
Katheteriseren op het kinderdagverblijf/ op school
Bij kinderen tot en met de basisschoolleeftijd wordt vaak de kinderthuiszorg ingeschakeld om uw kind op het kinderdagverblijf of op school te katheteriseren of te begeleiden bij het katheteriseren. Mocht uw kind naar school gaan of van school veranderen, is het goed om vooraf met school te bespreken welke ruimte/toilet geschikt is voor uw kind om te katheteriseren en waar de materialen kunnen worden bewaard.
Vragen
Mocht u problemen ervaren met het katheteriseren of nog vragen hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met de verpleegkundig specialist of continentieverpleegkundige die betrokken is bij uw kind via 020-566 8000.
Bij niet spoedeisende zaken kunt u uw vraag ook stellen via Mijn Dossier.
Bij spoedeisende zaken belt u:
Tijdens kantooruren: 020-566 8000
Buiten kantooruren: 020-566 9111 en vraagt u naar de dienstdoende uroloog.