Deze tekst informeert u over de slokdarmscintigrafie. U leest waarom dit onderzoek wordt uitgevoerd, hoe het verloopt en wat van belang is om te weten.

Waarom een slokdarmscintigrafie?

Een slokdarmscintigrafie wordt gebruikt om stoornissen in de beweging van de slokdarm op te sporen. Een slokdarmscintigrafie is iets anders dan de bekende slikfoto’s op de afdeling Radiologie.

Bij een slokdarmscintigrafie krijgt u een radioactieve vloeistof toegediend in de mond. In liggende houding moet u die vloeistof doorslikken. Daarna maken wij een scan en zo krijgen wij informatie over de passage van de vloeistof in uw slokdarm.

Zijn er voorbereidingen voor dit onderzoek nodig?

Voor dit onderzoek moet u nuchter komen. Dat betekent dat u niets meer mag eten na 24.00 uur. Alleen wanneer het onderzoek ‘s middags is, mag u tot 4 uur voor het onderzoek nog een licht ontbijt nemen. Bijvoorbeeld 1 of 2 boterhammen of beschuitjes met kaas, vleeswaren of jam.

Het drinken van water mag wel. Ook uw medicijnen kunt u gewoon innemen met wat water.

Hoe verloopt het onderzoek?

Tijdens het onderzoek komt u op een onderzoekstafel te liggen. Door middel van een slangetje krijgt u de radioactieve vloeistof in uw mond. U moet de vloeistof even in de mond houden totdat er een teken wordt gegeven dat u de vloeistof mag doorslikken. Elke 20 seconde vragen wij u een droge slikbeweging te maken. Eén opname duurt 2 minuten. Deze procedure wordt vooraf eerst geoefend met water. Uiteindelijk wordt het 5 keer uitgevoerd.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Het onderzoek duurt 45 minuten.

Hoe krijgt u de uitslag van het onderzoek?

Nadat de scan gemaakt is en voordat u de afdeling kan verlaten, wordt de kwaliteit en volledigheid van het onderzoek beoordeeld. Naar aanleiding van deze beoordeling kunnen aanvullende (extra) opnamen gemaakt worden. Als extra opnamen nodig zijn, duurt het onderzoek langer. Op een later tijdstip bekijkt een arts (nucleair geneeskundige) het onderzoek nauwkeurig. Deze arts maakt daarna een verslag voor uw behandelend arts. De uitslag van het onderzoek krijgt u te horen van uw behandelend arts.

Wat zijn de bijwerkingen en risico’s?

Voor zover bekend, zijn er geen bijwerkingen en risico’s aan dit onderzoek verbonden.

Zwangerschap en borstvoeding

Wanneer u zwanger bent of denkt dit te zijn, moet u dit melden voor het onderzoek begint. Als het voor u niet absoluut noodzakelijk is, stellen wij het ongeboren kind niet bloot aan straling. Ook als u borstvoeding geeft, moet u dit te bespreken met de nucleair geneeskundige.

Hoe komt u op de afdeling Nucleaire Geneeskunde?

Om de afdeling te bereiken neemt u de hoofdingang van het AMC. Binnengekomen loopt u rechtdoor naar het centrale plein (F/G plein of Verheyplein) en steekt dit over. Links achterin neemt u de lift naar de tweede verdieping van bouwdeel F. Wanneer u de lift uitkomt, vindt u de afdeling aan de rechterkant. U kunt zich daar melden bij de balie (F2-Noord).

Wat moet u meenemen?

Als u van uw arts een aanvraagformulier gekregen heeft, moet u dit mee te nemen. Verder neemt u uw Amsterdam UMC-patiëntenpas en uw verzekeringspapieren mee.

Heeft u nog geen Amsterdam UMC-patiëntenpas? Dan moet u deze voor het onderzoek laten maken. U kunt hiervoor terecht bij de Patiëntenregistratie op de begane grond van het Polikliniekgebouw A.

Waarom moet u op tijd aanwezig zijn?

Het is van belang dat u op tijd aanwezig bent. Kunt u niet op het afgesproken tijdstip aanwezig zijn? Neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op.

Heeft u nog vragen?

Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? U kunt deze gerust stellen als u op de afdeling komt voordat wij aan het onderzoek beginnen.

Heeft u vragen over de voorbereiding van het onderzoek, bijvoorbeeld over het gebruik van medicijnen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Wij zijn op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 uur op tel: 020-5662775.

U kunt natuurlijk ook contact opnemen met uw behandelend arts.