Onlangs heeft u een hartcatheterisatie (ook wel CAG genoemd) en/of een dotterbehandeling (ook wel PTCA genoemd) via de pols gehad. In deze folder leest u waar u de eerste dagen na de behandeling op moet letten.

Weer thuis

De behandeling is gedaan via de polsslagader. Er is een kleine kans dat er een nabloeding ontstaat. Om te voorkomen dat het wondje in uw pols gaat bloeden, moet u de pols de eerste tijd wat ontzien. Dit betekent:

Op de dag van de behandeling en de volgende dag

  • Probeer de 'aangeprikte' pols zoveel mogelijk in de mitella te houden. Doe niet te veel met de pols.
  • Vermijd het tillen van zware dingen en het maken van te veel bewegingen (handen schudden, auto besturen, steunen op de pols, huishoudelijk werk).
  • 24 uur na de behandeling is het dragen van de mitella niet meer nodig.

Daarna

  • U kunt uw dagelijkse activiteiten meestal de derde dag na de behandeling weer hervatten. Wij adviseren u pas een week na ontslag weer met sporten en/of zwaar lichamelijke arbeid te beginnen.
  • De ochtend na ontslag uit het ziekenhuis verwijdert u de pleister of het drukverbandje. U kunt dan gewoon weer douchen of een bad nemen.
  • Uw pols kan wat dik en blauw zijn. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. Het is ook mogelijk dat er een paar druppels bloed lekken uit de plek waar u geprikt bent. Dit is een onschuldig verschijnsel.

Arts waarschuwen

Neem onmiddellijk contact op met uw huisarts of de eerste harthulp van uw ziekenhuis of bel in uiterste nood telefoonnummer 112 wanneer:

  • de wond in uw pols pomp- of golfsgewijs gaat bloeden. Dit kan namelijk duiden op een slagaderlijke bloeding. Raak niet in paniek, maar druk met uw vingers de slagader dicht tot er hulp arriveert, of laat dit doen door een huisgenoot;
  • er een plotselinge toenemende zwelling in de pols optreedt.

Algemene informatie

U kunt vanaf de derde dag na de behandeling gewoon weer seksueel contact hebben. Dit is niet gevaarlijk. Het is mogelijk dat u na het dotteren weer pijn of druk op de borst krijgt. Indien de klachten blijven, neemt u een tabletje of pufje nitrobaat onder de tong. Wanneer de klachten daarna niet verdwijnen of terugkomen, neem dan eerst contact op met uw huisarts. Als het nodig is neemt uw huisarts vervolgens contact op met uw cardioloog.

Vragen

Als u nog vragen heeft, neemt u dan contact op met: klinische zorgeenheid Cardiologie Locatie 5 D 16 Telefoon (020) 444 3960 Eerste harthulp: telefoon (020) 444 4800