U of uw kind heeft een baclofenpomp gekregen. In deze folder leest u hoe u na deze ingreep de wonden verzorgt.
Wondzorg
Na de plaatsing van een baclofenpomp zijn er 2 wonden. Eén wond op de buik en een kleinere wond op de rug.
De wond op de rug is met niet-oplosbare hechtingen (hechtdraad) gesloten. De wond op de buik is met oplosbare hechtingen en met hechtpleistertjes gesloten.
Rughechtingen
De hechtingen op de rug moeten 12 - 14 dagen na de operatie verwijderd worden. Hiervoor kunt u een afspraak maken bij de huisarts. Is uw eerste controle-afspraak bij Revalidatiegeneeskunde in het Amsterdam UMC precies 12 - 14 dagen na de operatie gepland? Dan kunnen de hechtingen tijdens deze controle-afspraak worden verwijderd.
Buikhechtingen
De hechtpleistertjes op de buik vallen er na verloop van tijd vanzelf af. Hiervoor hoeft u niets te doen. Als de hechtpleistertjes er na 3 weken nog op zitten, kunt u deze met een nat washandje er langzaam afweken.
Soms is een extra hechting (knoopje) aan de zijkant van het litteken zichtbaar. Ook dit lost vanzelf op. Als het irriteert kunt u het na drie weken met een klein schaartje afknippen.
Pleisters
De ‘gewone’ pleisters mogen na 3 dagen verwijderd worden, zowel op de rug als de buik. Daarna kunt u ook gewoon douchen, dat is goed voor de wonden. Als u het prettig vindt mag u daarna pleisters op de wonden doen ter bescherming.
Douchen en baden
Vanaf dag 3 na operatie mag gedoucht worden. In bad/zwemmen pas na 4 weken, maar alleen als de wond goed genezen is.
Overige adviezen
Mocht u wondpijn hebben dan kunt u paracetamol slikken voor de eerste paar dagen.
Incontinentiemateriaal in het gebied rond de wond moet droog blijven. Wij adviseren deze regelmatig te wisselen.
Wanneer moet u contact opnemen?
- bij koorts hoger dan 38 ºC binnen 1 maand na de operatie;
- de huid rond de wond is rood en warm (warmer dan de rest van het lichaam);
- uit de wond komt geel vocht (pus) of veel bloed;
- er is plotseling extreem veel pijn in het geopereerde gebied;
- hevige hoofdpijn of ernstige pijn bij het buigen van de nek;
- bij misselijkheid of braken binnen 1 maand na de operatie;
- als er plotseling geen gevoel meer is in de benen;
- moeite met plassen.
Contact
U kunt contact opnemen met een medewerker van de Spoedeisende hulp via telefoonnummer (020) 566 22 22. Vraag naar de dienstdoende neurochirurg.