In deze folder leest u meer over het onderzoek door middel van een Videocapsule.Met een videocapsule worden afbeeldingen gemaakt van het maag- darmkanaal met een capsule en daarin een zeer kleine fotocamera. Door middel van deze capsule kunnen afwijkingen in het slijmvlies van de dunne darm worden opgespoord.

Voor dit onderzoek is het noodzakelijk dat de darm goed schoon is. De darm wordt gelaxeerd. Daarna wordt een helder vloeibaar dieet gevolgd. Deze voorbereiding kan thuis plaatsvinden.

Eén week voor het onderzoek

Vier dagen voor het onderzoek stopt u met geneesmiddelen die de darmwerking vertragen zoals codeïne en loperamide (Immodium®, Diacure®).

Eén dag voor het onderzoek

Het dieet

Het is belangrijk dat u voor het onderzoek een vezelbeperkt dieet volgt. De vezels blijven een aantal dagen in de darm zitten, waardoor de darmwand niet goed zichtbaar is voor het onderzoek.

Wat mag u niét eten:

Volkoren graanproducten zoals: brood met zaden en volkorenbrood, volkoren- en meergranenpasta en zilvervliesrijst. Vezelrijke groenten zoals: asperges, bleekselderij, zuurkool, snijbonen, sperziebonen, prei, doperwten, peulvruchten, taugé, maïs, champignons, tomaten, ui, knoflook, spinazie, andijvie, paprika’s, rauwkost. Bepaalde fruitsoorten zoals: sinaasappel, grapefruit, mandarijnen, kiwi’s, bramen, druiven, aardbeien en gedroogde vruchten. En verder: pinda’s, noten en zaden.

Wat mag u wél eten:

Broodmaaltijden zoals: beschuit, wit- of lichtbruinbrood met margarine of boter. Magere vleeswaren, een gekookt ei, hagelslag, chocoladepasta, honing, stroop en jam zonder pitjes. Fruit zoals: zacht, rijp fruit of fruitconserven zonder pitjes, vezels of schil. Appelmoes, vruchtenmoes. Warme maaltijden zoals: soep met stukjes vlees, vermicelli en/of soepballetjes (maar zonder groenten). Aardappelen, witte rijst, pasta, macaroni. Licht gebraden mager vlees, vis of kip. Gaar gekookte groente zoals: bietjes, bloemkool, broccoli, worteltjes. Desserts zoals: vla, pudding, kwark of yoghurt.

De maaltijden die u mag nuttigen dienen te voldoen aan het vezelbeperkte dieet, zoals beschreven onder het kopje “ Wat mag u wel eten”

Ontbijt

volgens het vezelbeperkte dieet, zoals hierboven beschreven.

Lunch

een lichte lunch bestaande uit twee boterhammen of crackers zoals beschreven.

Avondmaaltijd

om 17:00 uur mag u de laatste vezelbeperkte maaltijd volgens het licht verteerbare dieet zoals beschreven.

18:00 uur

start u met de inname van halve liter Pleinvue ® zoals hieronder beschreven. Na de inname van Pleinvue ® neemt u ten minste nog een halve liter van het helder vloeibare dieet, zoals hieronder beschreven. Zorg dat u de Pleinvue ® en nog een halve liter vocht rond 19:00 uur heeft opgedronken.

voor de start dosis 2 Pleinvue ®

Neem voor de start van dosis 2 van Pleinvue ® een warme kop thee.

Na 21 uur

inname van Pleinvue ® neemt u ten minste nog een halve liter van het helder vloeibare dieet, zoals hieronder beschreven. Zorg dat u de Pleinvue ® en nog een halve liter vocht rond 22:00 uur heeft opgedronken.

Tot 00:00 uur

uur mag u heldere vloeistoffen drinken.

Gebruik Pleinvue®

Dosis 1

Dosis 2

Helder vloeibaar dieet

Na het drinken van de Pleinvue ® volgt u een helder vloeibaar dieet. Dit houdt in dat u mag drinken, maar u moet door de vloeistof heen kunnen kijken. Wij raden aan om minimaal 1 liter heldere vloeistof te drinken. Uit de volgende dranken mag u kiezen:

  • Water
  • Thee (eventueel met suiker, maar zonder melk)
  • Gezeefde bouillon ( een opgelost bouillon blokje of cup a soep zonder stukjes waar u doorheen kunt kijken)
  • Heldere sportdranken
  • Limonade

Bent u een diabetespatiënt? Overleg met uw eigen arts of met de diabetes verpleegkundige over de medicatie tijdens de voorbereiding op het onderzoek. Soms is het noodzakelijk deze aan te passen.

Dag van het onderzoek

U mag tot twaalf uur ’s nachts nog wat nemen van het heldere vloeibare dieet, zoals hierboven beschreven. Na 00:00 uur mag u water drinken naar behoefte. Op de ochtend van het onderzoek mag u de voorgeschreven medicatie innemen.

Overige voorbereiding

Tijdens het onderzoek krijgt u een buikband om of plakkers met electroden bevestigd om de videocapsule te kunnen volgen.

  • Gebruik de dag van het onderzoek geen bodylotion of vettige huidverzorgingsproducten op uw buik en borst.
  • Draag ruimvallende, tweedelige kleding (shirt, broek, rok).

Het onderzoek

U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de polikliniek Maag-, darm,- en leverziekten, receptie L, eerste verdieping.

De verpleegkundige bevestigt een aantal plakkers op de buik of doet een buikband om en sluit de datarecorder aan. Op deze manier worden de gegevens vastgelegd. De datarecorder draagt u in een tasje gedurende het onderzoek bij u.

Na het bevestigen van de datarecorder neemt u onder begeleiding van de verpleegkundige de videocapsule in met wat water. De capsule heeft het formaat van een vitamine pil.

Na het innemen van de videocapsule mag u naar huis. Voor het slapen gaan mag u het kastje en de band of plakkers zelfstandig afkoppelen. Doe dit niet voor 21:00 uur. U krijgt instructie van de verpleegkundige na de inname van de capsule.

U levert de dag na onderzoek voor 11 uur het kastje en de bijbehorende buikband of plakkers in op de polikliniek Maag-, darm,- en leverziekten.

Eten en drinken tijdens het onderzoek

  • Na de inname van de capsule mag u alléén water drinken
  • Twee uur na de inname van de capsule mag u water, koffie of thee zonder melk drinken. Er mag wel suiker worden toegevoegd.
  • Vijf uur na het begin van het onderzoek mag u een lichte lunch eten. U kunt bijvoorbeeld een kop heldere bouillon (zonderkruiden of groenten) met een cracker of een beschuitje eten. Als u niet naar huis gaat kunt u dit zelf meenemen of bij het restaurant kunt u wat te eten halen.
  • Vanaf 18:00 uur mag u weer alles eten en drinken naar behoefte.

Belangrijke adviezen voor een succesvol onderzoek

  • Tijdens het onderzoek mag de apparatuur niet losgekoppeld worden.
  • De datarecorder is een kostbaar apparaat. Wees voorzichtig met de datarecorder en probeer er niet mee te schokken of stoten.
  • Bij gebruik van een laptop dient de VCE datarecorder buiten bereik van de laptop te zijn. Dit om storing te voorkomen.
  • Zolang de videocapsule zich in uw lichaam bevindt tijdens de opnamedag mag u niet in de buurt komen van sterke elektromagnetische velden, zoals een MRI-apparaat of apparatuur die gebruik maakt van radiogolven. Telefoneren met een mobiele telefoon levert geen problemen op.
  • U mag tijdens het onderzoek niet zonnen. Veel zonlicht kan zorgen voor afwijkende foto’s.
  • Vermijd lichamelijke inspanning waardoor u gaat zweten; de plakkers blijven zo beter vastzitten.

Na het onderzoek

De dag na het onderzoek brengt u de datarecorder terug naar de polikliniek receptie L, eerste verdieping vóór 11:00 uur. De recorder wordt door de verpleegkundige aangesloten waardoor uw gegevens uitgelezen kunnen worden.


De videocapsule verlaat het lichaam met de ontlasting. Meestal duurt dit ongeveer drie dagen. Dit merkt u vaak niet, omdat de capsule in de ontlasting is verwerkt.

Vragen

Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de poliklinische zorgeenheid Maag-, darm,- en leverziekten (MDL) via telefoonnummer (020) 444 1125.

In noodgevallen buiten kantooruren kunt u bellen met de afdeling Spoedeisende hulp: telefoon (020) 444 3636 en vragen naar de dienstdoende MDL arts.