Uw kind is opgenomen in het Emma Kinderziekenhuis AMC. Dit kan een ingrijpende gebeurtenis zijn voor het hele gezin. In deze folder gaan we in op de gevolgen van deze ziekenhuisopname voor broers en zussen* van het zieke kind. Wat kunt u doen om hen te helpen en hoe kunt u ze begeleiden bij een ziekenhuisbezoek.

Wat is er aan de hand?

Een opname van een kind in het ziekenhuis betekent ook voor broers en zussen een periode van onzekerheid en veranderingen in de dagelijkse gang van zaken. U heeft als ouders veel zorg voor uw kind dat is opgenomen in het ziekenhuis, maar de zorg voor de kinderen thuis gaat gewoon door.

Wat heeft dit voor gevolgen bij broers en zussen?

De situatie van broers en zussen is door de ziekenhuisopname onvoorspelbaar geworden. Er zijn zorgen om de zieke broer of zus en de angst om mogelijk het zelfde te krijgen.

Hoe een kind een opname van een broer of zus ervaart is afhankelijk van een aantal factoren. In de eerste plaats speelt het een grote rol hoe ziek een broer of zus is. Hoe ingrijpend zijn de gevolgen van deze ziekte voor het gezin. Ten tweede speelt het karakter van het kind een belangrijke rol; het ene kind past zich bijvoorbeeld gemakkelijker aan dan het andere kind. Ten derde speelt mee de mate waarin het kind betrokken wordt bij de situatie en welke informatie hij krijgt. Tenslotte is de mate van steun die het kind uit zijn omgeving krijgt van invloed op hoe een kind omgaat met de veranderde situatie.

De volgende gedragsveranderingen kunnen zich voordoen bij een broer en zus

(afhankelijk van de leeftijd):

  • Terugvallen in een eerdere ontwikkelingsfase; bed of broekplassen, weer duimzuigen, weer in het ouderlijk bed willen slapen.
  • Gaan zorgen voor overige gezinsleden.
  • Angstig en teruggetrokken zijn.
  • Boos en opstandig zijn.
  • Verdrietig zijn en huilen.
  • Lichamelijke klachten hebben, zoals buikpijn, hoofdpijn.
  • Verminderde eetlust hebben en verminderde concentratie en slechter slapen.

Hoe kunt u broers en zussen helpen?

  • Wees open en eerlijk over wat er aan de hand is, hoe dat komt en benadruk dat een opname in een ziekenhuis niet vaak voorkomt. Zo voorkomt u dat de eigen fantasie van uw kind de situatie (nog) erger maakt dan deze in werkelijkheid is.
  • Gebruik eenvoudige en duidelijke taal, afgestemd op het ontwikkelingsniveau van uw kind. Gebruik woorden die uw kind zelf ook gebruikt.
  • Leg uit dat uw kinderen geen schuld hebben aan de ziekte van broer of zus en dat ze zich niet schuldig hoeven te voelen omdat zij gezond zijn. Vertel dat de dokter een plan maakt om het kind beter te maken.
  • Naast de bezorgdheid om de kinderen, kampt u als ouder ook met uw eigen emoties en die mag u gerust tonen. Zo laat u zien dat emoties er mogen zijn en dat het normaal is om deze te uiten. Probeer echter wel te vermijden, dat u uw kind overspoelt met deze emoties.
  • Zorg ervoor dat de dagelijkse gang van zaken zoveel mogelijk doorgaat: school, kinderopvang, sport, feestjes. Dit zorgt voor houvast in een situatie waar alle andere dingen al anders gaan.
  • Licht de belangrijke mensen in uw nabije omgeving in over de situatie: school, leidsters van de kinderopvang, ouders van vriendjes en vriendinnetjes.
  • Ruim op vaste momenten tijd in om iets leuks te doen samen. De andere ouder of een ander vertrouwde persoon kan dan bij uw zieke kind blijven.
  • Het opvoeden gaat door, blijf grenzen stellen.

Kunnen broers en zussen op bezoek komen op in het ziekenhuis?

Broers en zussen zijn in de regel welkom om op bezoek te komen in het Emma Kinderziekenhuis. Op deze manier betrekt u hen erbij en kunnen zij met eigen ogen zien waar hun broer of zus is, en wat er aan de hand is. Ook kunnen ze vragen stellen. Dit alles stimuleert het verwerkingsproces.

Belangrijk bij het bezoek is een goede voorbereiding en begeleiding door u als ouder.

  • Vertel uw kind zo concreet mogelijk wat hij te zien en te horen krijgt op de afdeling. Denk hierbij aan apparatuur, alarmgeluiden, draadjes, kabeltjes. Vertel het ook als zijn broer of zus er anders uit ziet. Zo kan hij bijvoorbeeld een slangetje in zijn neus hebben waardoor hij gevoed wordt. Of een buisje in zijn mond en keel zodat het beter kan ademen maar daarom nu even niet kan praten.
  • Beschrijf hoe de afdeling eruit ziet. Maak naast deze mondelinge informatie gebruik van beeldmateriaal: maak foto’s van de afdeling en/of apparatuur en maak een foto van hun broer of zus zodat zij kunnen zien hoe anders zij eruit zien. Neem de tijd om in te gaan op vragen die uw kind heeft. Vragen of opmerkingen kunnen ook dagen of weken na het bezoek nog komen. Er zijn ook kinderen die er weinig over praten, maar in hun spel of via tekeningen laten zien hoe ze de situatie beleven. Geef hen hier de ruimte voor.
  • Laat broers en zussen een tekening meenemen of een favoriete knuffel, zo hebben zij het gevoel iets te kunnen betekenen; troost/afleiding. Het bezoek van een broer of zus hoeft niet lang te duren, de tijd van concentreren van vooral kleine kinderen is vaak nog kort en/of het bezoek maakt veel indruk. Als broers en zussen echt niet op bezoek willen komen, is het verstandig deze beslissing te respecteren. Blijf hen echter wel informeren. Informeren kan ook door middel van het bijhouden van een (digitaal) dagboek en/of fotoboek

Wilt u meer weten?

Als u naar aanleiding van het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de Afdeling VKC Psyche, Pedagogische Zorg. Telnr. 020 – 56625069

* We spreken in deze folder over broers en zussen. Vanzelfsprekend bedoelen we daar ook één broer of één zus mee.