U bent patiënt op de polikliniek Urologie van Amsterdam UMC, locatie VUMC. Uw behandelend arts heeft de ziekte van Peyronie vastgesteld. In deze folder leest u meer informatie over de aandoening en de cavernoplicatie

Ziekte van Peyronie

De ziekte van Peyronie ontstaat vooral bij mannen tussen het 50e en 70e levensjaar. De ziekte openbaart zich door kromstand van de penis tijdens de erectie. Ook kan de penis pijnlijk zijn. Vaak kunt u in het zwellichaam knobbeltjes voelen.

De oorzaak van de ziekte is niet helemaal duidelijk. De theorie is dat er kleine bloedingen optreden in het kapsel van het zwellichaam, die niet goed door het lichaam opgeruimd worden. Op de plaats van de bloedingen ontstaat littekenweefsel. Ook lijkt er een link met de ziekte van Dupuytren te zijn. Er ontstaat een harde plek welke een plaque genoemd wordt. Dit is minder elastisch bindweefsel, waardoor de penis krom gaat staan.

Uw behandelend arts heeft de ziekte vastgesteld, mede op basis van foto’s die u thuis heeft gemaakt. Er zijn nog geen medicijnen waarvan wetenschappelijk is bewezen dat het een gunstig effect heeft op de kromstand. Als u veel last heeft van de kromstand bij het vrijen, is een operatie te overwegen.

Afbeelding met schermopname, tekst, Graphics, ontwerp
Automatisch gegenereerde beschrijving

Actieve fase en stabiele fase

De ziekte van Peyronie kenmerkt zich door twee verschillende fasen: de actieve en de stabiele fase. De actieve fase is wanneer de plaque zich ontwikkeld. Dit kan 6-18 maanden duren. Tijdens deze fase ervaart u pijn tijdens erecties en ziet u de kromstand langzaam toenemen.

Tijdens de stabiele fase is er geen sprake meer van pijn en verandert de kromstand niet meer. Pas in de stabiele fase kan er behandeld worden.

Behandelmogelijkheden

Er zijn 2 mogelijke operaties: cavernoplicatie en cavernoplastiek. Welke operatie het beste is voor u hangt af van verschillende factoren: de mate van kromstand, de kwaliteit van de erectie en de lengte van de penis.

U heeft samen met uw uroloog gekozen voor een cavernoplicatie. De operatie kan, indien u verder geen medische problemen heeft, in operatielocatie Bosch en Duin worden verricht.

Afbeelding met tekening, schets, Kinderkunst, kunst
Automatisch gegenereerde beschrijving

Cavernoplicatie

Met de cavernoplicatie wordt de bolle kant van de penis wat korter gemaakt door met hechtingen plooitjes in het zwellichaam te maken. Zo wordt de bolle kant even lang als de holle kant en staat de penis weer recht.

Overwegingen bij de cavernoplicatie

  • Door de operatie wordt uw penis korter. Dit komt omdat de kant van de penis waar de plaque zit korter is geworden. De andere kant wordt operatief evenveel ingekort.
  • U herstelt snel.
  • De ingreep is in sommige gevallen omkeerbaar.
  • De onderhuidse hechting blijft voelbaar maar geeft geen pijn.
  • Na de operatie houdt u 4 weken seksuele rust, spontane erecties zijn geen probleem.

Rondom de operatie

Voor de operatie

  • Gebruikt u bloedverdunners? Bespreek dan met u zorgverlener of en vanaf wanneer deze gestopt moeten worden.
  • U neemt een strakke onderbroek of zwembroek mee naar het ziekenhuis.
  • U zorgt voor vervoer naar de operatielocatie en terug.
  • U maakt een afspraak bij de huisarts om de katheter en het drukverband te laten verwijderen.

De operatiedag

  • De operatie duurt ongeveer 1,5 uur.
  • De operatie gebeurt onder algehele narcose of een ruggenprik.
  • U slaapt uit op de uitslaapkamer.
  • U krijgt een katheter en een drukverband om nabloeding te voorkomen.

Na de operatie

  • Het drukverband én de katheter mogen de volgende dag verwijderd worden bij de huisarts.
  • U mag 4x per dag 1000 mg paracetamol innemen. Dit bouwt u in de loop van de dagen af.
  • U mag de eerste 2 weken gewoon douchen. In bad gaan kan niet vanwege het week worden van de wond. Zorg ervoor dat u de wond goed afdroogt na het douchen.
  • Voorkom de eerste 4 weken zwaar tillen (niet meer dan 5 kg), sporten en fietsen. Autorijden mag wel. Dagelijkse lichte werkzaamheden mag u doen.
  • U houdt 4 weken seksuele rust: spontane erecties zijn geen probleem, verdere seksuele activiteit kan nog niet.
  • 3 Maanden na de operatie komt u langs op de polikliniek Urologie voor controle

Veelvoorkomende problemen na een operatie

  • Bloed via de verblijfskatheter
    Dit kan komen en gaan en is vaak onschuldig. Het is met name belangrijk te voorkomen dat er bloedstolseltjes ontstaan, hiervoor moet u goed (blijven) drinken. Als het bloedverlies blijft aanhouden of de verblijfskatheter verstopt raakt, neem dan direct contact op met het ziekenhuis.
  • Bloed of urine langs de verblijfskatheter
    Dit is vaak onschuldig en is een reactie van de blaas (krampen) op de verblijfskatheter.
    De klachten verdwijnen dan ook meestal na het verwijderen van de verblijfskatheter. Blaasspier remmende medicijnen kunnen hiertegen goed werken. U krijgt hiervoor een recept mee als u met ontslag gaat.
  • Wondpijn
    Dit is een veelvoorkomend probleem en vaak goed te verhelpen met paracetamol, bijvoorbeeld driemaal daags 1000 mg. Als de pijn hiermee niet genoeg verdwijnt, neem dan contact op met het ziekenhuis.
  • Blaaskrampen (onderbuik, of aan het uiteinde van de penis)
    Ook dit is een veelvoorkomend probleem en vaak goed te verhelpen met blaasspier remmende medicijnen, bijvoorbeeld Oxybutinine eenmaal daags 5 mg.
  • Zwelling van de penis na de operatie
    Na het verwijderen van het drukverband kan er nog zwelling van de penis plaatsvinden. Enige mate van zwelling is normaal. Het is belangrijk dat u de penis omhoog houdt in strak ondergoed. Bij toename en pijn van de zwelling is het raadzaam om contact op te nemen met het ziekenhuis.

Alarmsignalen

  • Bij de volgende klachten neemt u contact op met een zorgverlener:
  • Koorts (>38.5 °C)
  • Hevige pijn
  • Bloederige (donkerrode) urine
  • Een verstopte katheter
  • Roodheid en zwelling van de wond

Informatie

Als u zich ongerust maakt of vragen heeft over diagnose, onderzoek of behandeling, kunt u het beste contact opnemen met uw zorgverlener door hem of haar een bericht te sturen via Mijn Dossier.

Telefonisch contact opnemen kan door het verpleegkundig spreekuur van de polikliniek Urologie via 020 444 11 03. Het verpleegkundig spreekuur is van maandag tot en met vrijdag van 8:30 tot 9:30 uur.

Voor spoedeisende zaken kunt u het ziekenhuis bereiken:

  • Binnen kantooruren: bel het verpleegkundig spreekuur 020 444 11 03.
  • Buiten kantooruren: bel het algemene nummer van het ziekenhuis 020 444 44 44 en vraag naar de dienstdoende uroloog

Daarnaast kunt u terecht op onze website: www.amsterdamumc.nl Specialismen Urologie

Tot slot

Amsterdam UMC is een universitair medisch centrum waar medisch specialisten worden opgeleid. Zij doen zelfstandig spreekuren en assisteren bij operaties. Hierdoor kan het voorkomen dat u een afspraak heeft bij uw uroloog en een andere dokter aantreft. Dit is een assistent in opleiding tot specialist (AIOS). Hij of zij werkt zelfstandig, maar altijd onder verantwoordelijkheid van uw uroloog. Als u liever uw eigen uroloog spreekt, kunt u dit aangeven als u een afspraak maakt. Wij proberen met uw wens rekening te houden.

Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts.