Binnenkort ondergaat u een operatie. Deze folder bevat belangrijke informatie over uw opname op de afdeling G5 Noord Orthopedie, Sportgeneeskunde en Plastische chirurgie. Het is belangrijk dat u de informatie in deze folder met veel aandacht doorleest, zodat u goed voorbereid bent op uw verblijf in het ziekenhuis.

Uw operatie valt onder het zorgpad amputatie onderste extremiteit. Onder dit zorgpad vallen bovenbeen- en onderbeenamputaties. In het zorgpad staat stap voor stap beschreven wat u kunt verwachten vóór en na de operatie. Dit zorgpad kunt u digitaal bekijken via: Orthopedie en Sportgeneeskunde Amsterdam UMC.

Opnameduur

De verwachte opnameduur is vijf nachten. De opnameduur kan afwijken na inschatting op de poli.

Informatie voor thuis, vooraf aan uw opname

  • Controleer of u de folder Familieparticipatie hebt ontvangen en bedenk of u hier gebruik van wilt maken.
  • Zorg voor loophulpmiddelen zoals: krukken, looprek en/of rollator en indien nodig een douchehoes. Als u alleenwonend bent kan de 'helping hand' ondersteunend zijn. Dit is een handgrijper waarmee u makkelijk voorwerpen kunt oppakken. Zie de webpagina: Informatie over hulpmiddelen.
  • Het wordt geadviseerd om voor uw opname het lopen met krukken te oefenen. Dit kan eventueel met uw eigen fysiotherapeut.
  • Voor uw opname wordt u gebeld door de anesthesioloog, deze zal met u doornemen of u moet stoppen met het innemen van bepaalde medicatie (denk aan bloedverdunners). U wordt gebeld door de preoperatieve polikliniek voor een opnamegesprek. Daarnaast kan de apotheek contact met u opnemen om uw thuismedicatie met u door te nemen.
  • We raden aan om de dag voor of de dag van uw opname te douchen.
  • U moet nuchter zijn voor uw operatie. Dit betekent: u mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie heldere dranken drinken: water, limonade, helder sap, thee of koffie (mogen met suiker, maar NIET met melk).
  • Bel bij koorts, verkoudheid of andere tekenen van ontsteking aan het lichaam 48 uur voor de opname naar de verpleegafdeling (020 566 30 56).
  • Overleg met uw operateur of tandgeneeskundige behandelingen moeten worden uitgesteld tot na de operatie. Als er een ontsteking in de mond aanwezig is moet u contact opnemen met uw operateur.
  • Amsterdam UMC is een openbare ruimte waardoor diefstal helaas af en toe voorkomt. We raden aan om waardevolle spullen thuis te laten.

Wat moet ik meenemen?

Er is in het ziekenhuis weinig ruimte, neem dus niet te veel mee. Gebruik bij voorkeur een opvouwbare tas om uw spullen in mee te nemen.

U moet het volgende meenemen:

  • Geldig legitimatie bewijs
  • Geld of pinpas (om iets te kunnen kopen bij winkels of het restaurant)
  • Medicijnen (in de originele verpakking)
  • Comfortabele kleding voor overdag (die makkelijk aan en uit te trekken is)
  • Nachtkleding
  • Pantoffels/badslippers
  • Ondergoed
  • Toiletartikelen
  • Oplader
  • Hulpmiddelen zoals rolstoel, krukken en/of rollator

Voorafgaand aan de operatie (preoperatief)

Een dag voor uw operatie, of op uw operatiedag zelf, wordt u verwacht op verpleegafdeling G5 Noord. De app “Route in Amsterdam UMC” kan helpen bij het vinden van de weg naar de afdeling. Op de afdeling meldt u zich bij de balie.

  • Voor uw opname bent u al gebeld voor een opnamegesprek. De verpleegkundige op de verpleegafdeling stelt aanvullende vragen zodat alle informatie goed in uw elektronisch patiëntendossier (EPD) staat.
  • U krijgt twee polsbandjes om.
  • Er wordt mogelijk bloed bij u afgenomen, dit is afhankelijk van de operatie.
  • Er worden vitale functies gemeten (denk aan de bloeddruk, hartslag en de ademhaling). Ook wordt gevraagd naar uw lengte en gewicht.
  • Mogelijk wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt, dit is afhankelijk van uw leeftijd en/of u eerder hartproblemen heeft gehad.
  • Als u suikerziekte (diabetes) heeft kan het zijn dat er op de verpleegafdeling al een infuus wordt geplaatst. Via het infuus wordt glucose (een oplossing met koolhydraten) gegeven om te voorkomen dat uw bloedsuiker te laag wordt, omdat u tijdelijk niks mag eten. De verpleegkundige houdt uw bloedsuikerwaarde goed in de gaten.
  • Als u astma of COPD heeft kan het zijn dat u verneveld wordt, dit heeft te maken met de beademing tijdens de operatie.
  • U krijgt een operatiejas en –broekje aangereikt, de verpleegkundige vraagt u deze aan te trekken.

Operatiedag

  • Vlak voordat u richting de operatiekamer gaat wordt u gevraagd te plassen. U wordt hierna met uw bed naar de verkoever (uitslaapkamer) gebracht. Hier worden een of meerdere infusen geplaatst en wacht u tot u wordt opgehaald om naar de operatiekamer te gaan. Daar spreekt u de anesthesioloog en de operateur.
  • Na de operatie wordt u terug naar de verkoever gebracht. Hier houden ze uw bloeddruk, hartslag, ademhaling en pijn in de gaten.
  • Het kan voorkomen dat u bij het wakker worden een blaaskatheter heeft gekregen of dit na wakker worden nog krijgt. Een blaaskatheter is een slangetje wat door de plasbuis in de blaas wordt ingebracht. Dit is omdat de blaas zich te veel heeft gevuld tijdens de operatie of deze zich niet kan legen. Als u een blaaskatheter heeft gekregen zal deze in principe in de avond verwijderd worden.
  • Het kan zijn dat u voor of tijdens de operatie een perifeer zenuwblok (PZB) heeft gekregen. Het PZB geeft een verdovingsmiddel af waardoor het operatiegebied geen pijn doet.
  • Als u terug bent op de verpleegafdeling en het goed gaat met de pijn, wordt u gevraagd om op de bedrand te gaan zitten. Het mobiliseren helpt u om stijfheid en andere problemen na de operatie te voorkomen.

De dagen na de operatie (postoperatief)

Dag 1

  • U zult 's morgens vroeg wakker gemaakt worden door de verpleegkundige voor:
    • Medicatie (vier keer per dag)
    • Controleren van de vitale functies (drie keer per dag)
    • Verband controle
  • Er zal bloed worden afgenomen, voor bijvoorbeeld uw hemoglobine (Hb) waarde. De waarde kan verlaagd zijn door bloedverlies tijdens de operatie. Indien uw waarde te laag is kan het zijn dat u een zakje donorbloed ontvangt.
  • U gaat naar de röntgen voor een controlefoto.
  • Als u voldoende drinkt en geen antibiotica krijgt via het infuus wordt deze gestopt.
  • De fysiotherapeut komt in de ochtend langs om het uit bed gaan met u te oefenen. Ook wordt gestart met een oefenschema:
    • Onderbeen amputatie: oefenen met strekken en buigen van de knie.
    • Bovenbeen amputatie: oefenen buikligging (drie keer per dag).

Dag 2

  • De verpleegkundige helpt u in de stoel. De fysiotherapeut komt in de middag het lopen met u oefenen.
  • Er wordt indien nodig bloed afgenomen.

Dag 3

  • De verpleegkundige helpt u gedurende de dag in de stoel. De fysiotherapeut komt langs om het lopen met u te oefenen.
  • Het verband om de stomp wordt vervangen voor een conische zwachtel.
  • Het infuus wordt verwijderd.

Dag 4 t/m 6*:

  • De verpleegkundige helpt u gedurende de dag uit bed. De fysiotherapeut komt langs om het lopen met u te oefenen. Indien nodig wordt ook traplopen geoefend.
  • Er wordt een nieuwe conische zwachtel aangelegd door de verpleegkundige.
  • Als u tijdens de operatie een perifeer zenuwblok (PZB) gekregen heeft zal deze op proefstop gezet worden. Als de pijn niet toeneemt wordt het PZB verwijderd.

*Afhankelijk van uw herstel kunt u mogelijk eerder met ontslag gaan.

Leefregels tijdens en na de opname

  • Bij een onderbeenamputatie mag u geen kussen onder de knie. In bed moet uw knie zo veel mogelijk plat op bed liggen.
  • Bij een bovenbeenamputatie is het belangrijk drie keer daags 30 minuten in buikligging te liggen.
  • U moet onbelast mobiliseren, dit houdt in dat u geen druk/kracht op de stomp mag zetten.

Diëtiek

Rondom een operatie is het extra belangrijk om goed te eten en te bewegen. Een operatie en het herstel daarna kunnen leiden tot verlies van spiermassa, waardoor uw conditie achteruitgaat. Door goed te eten en te bewegen voor en na de operatie, kunt u dit verlies van conditie zo klein mogelijk houden. Eiwitten helpen bij het opbouwen, herstellen en behouden van spieren. Zorg er dus voor dat u voldoende eiwitrijk voedsel eet, zoals: melkproducten, vlees, vis, eieren, peulvruchten en noten.

Tijdens uw opname kan het zijn dat de diëtist in consult komt. De diëtist geeft advies om te zorgen dat u voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.

Revalidatiearts

Vaak wordt de revalidatiearts betrokken tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. De revalidatiearts komt langs om het proces na de opname met u te doorlopen. Er wordt gekeken of u in aanmerking komt voor medische revalidatie. Dit kan zowel vanuit huis (poliklinisch) of met verblijft in het revalidatiecentrum (klinisch).

Medisch maatschappelijk werk of geestelijk verzorger

Medisch maatschappelijk werk maakt onderdeel uit van het behandelteam. De medisch maatschappelijk werker of een geestelijk verzorger kunnen u ondersteuning bieden op het gebied van psychosociale hulp. U bepaalt zelf of u hier behoefte aan heeft tijdens uw opname.

AYA verpleegkundige

De AYA verpleegkundige biedt ondersteuning aan oncologische patiënten tussen 18 en 40 jaar. De AYA verpleegkundige biedt zorg afgestemd op uw leeftijd en kan u helpen met vragen die zich voordoen gericht op het ziek zijn in uw levensfase. Het gaat hierbij niet om medische vragen maar om alle andere vragen die bij het ziek zijn komen kijken. U bepaalt zelf of u hier behoefte aan heeft tijdens uw opname.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut komt gedurende uw opname langs om met u te oefenen en uitleg te geven. Hierbij stelt de fysiotherapeut het volgende doel op:

  • U kunt zelfstandig uit bed komen en in de stoel zitten (dag 1).
  • U kunt zelfstandig lopen met loophulpmiddel (dag 2).
  • U kunt indien nodig zelfstandig traplopen (dag 3 en 4).
  • U kunt de leefregels toepassen in uw dagelijks leven.
  • Spierkrachttraining stomp, romp en armen.

Soorten training/oefeningen die de fysiotherapeut gedurende uw opname met u doet:

  • Onderbeenamputatie: oefenen met strekken en buigen van de knie.
  • Bovenbeenamputatie: oefenen in buikligging, drie keer daags 30 minuten om contracturen te voorkomen. Bij een contractuur is er een bewegingsbeperking door verkorting van spieren en pezen.

Ontslag

Vraag of degene die u ophaalt een (rode) rolstoel van beneden meeneemt (als u geen eigen rolstoel bij u heeft). Deze staan bij de hoofdingang. Hiermee kunt u naar de auto gebracht worden. Vervolgens kan de rolstoel weer bij de hoofdingang achtergelaten worden.

Op de afdeling krijgt u een verpleegkundige ontslagsamenvatting mee met daarin leegregels waaraan u zich moet houden.

Onderstaande papieren worden doorgestuurd:

  • Een brief met medische informatie wordt doorgestuurd naar uw huisarts of, als u niet naar huis gaat, naar uw zorginstelling.
  • Uw medicijnen worden doorgestuurd naar de poli apotheek. Dit is de apotheek in het ziekenhuis, hier kunt u de voorgeschreven medicijnen ophalen.
  • Uw poli afspraken worden doorgestuurd naar uw mail of zijn te zien in uw elektronisch patiëntendossier.