In deze folder leest u over het effect van de ziekte van Graves op uw ogen.Tevens treft u informatie aan over de onderzoeken en behandelingen die bij dubbelzien bij de ziekte van Graves kunnen plaatsvinden.

Wat is de ziekte van Graves?

De ziekte van Graves is een auto-immuun aandoening. Dat wil zeggen dat het lichaam antistoffen maakt tegen (delen van) het eigen lichaam waardoor u klachten krijgt. Bij de ziekte van Graves kan er sprake zijn van afwijkingen van de schildklier en van de ogen, eigenlijk de oogkassen. Wanneer door de ziekte van Graves afwijkingen aan de ogen ontstaan, heet dit Graves’ Orbitopathie.

Wat zijn mogelijke afwijkingen aan het oog?

  • Naar voren komen van de ogen
  • Pijnlijke, rode, lichtgevoelige en tranende ogen
  • Zwelling van de oogleden en de huid rondom de ogen
  • Dubbelzien
  • Slechter zien

Hoe ontstaat het dubbelzien bij de oogziekte van Graves?

Bij Graves’ Orbitopathie ontstaat een ontsteking in één of beide oogkassen. Dit heeft ook invloed op de oogspieren. Als gevolg van de ontsteking worden de oogspieren dikker en stijver. Hierdoor worden de ogen minder beweeglijk. Het gevolg hiervan kan dubbelzien zijn. Hoe erg het dubbelzien is, kan verschillen per persoon of in de tijd. Soms is het dubbelzien alleen aanwezig als u een bepaalde kant opkijkt, soms ziet u dubbel in alle richtingen.

Het dubbelzien kan ook ontstaan of toenemen na een orbita-decompressie-operatie.

Wat doet de orthoptist?

Orthoptie betekent “recht kijken”. De orthoptist onderzoekt het dubbelzien en uw oogbewegingen om het verloop van de oogziekte goed te kunnen vervolgen.

Het orthoptisch onderzoek gebeurt iedere twee à drie maanden. Dit is om te controleren of de oogstand hetzelfde blijft en de beweeglijkheid van de ogen niet meer verandert. Dit onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Bij dubbelzien kunnen we soms patiënten helpen met een plakprisma op de bril. Als een prismabril niet genoeg helpt, dan kan er gekozen worden voor het tijdelijk afplakken van één oog. Dit kan met behulp van een matfolie op een brillenglas of met een pleister op het oog.

Fig 22 occlusionFig 21 right Fresnel on glasses

Matfolie op rechterglas

Plakprisma op rechterglas

Hoe en wanneer vindt een oogspieroperatie plaats?

Als het dubbelzien niet met een prismabril verbetert dan kan een oogspieroperatie een volgende stap zijn. Dit kan pas als de stand van de ogen ongeveer een half jaar hetzelfde blijft en een eventuele decompressie operatie al uitgevoerd is.

Als u een oogspieroperatie nodig heeft adviseert de orthoptist de oogarts welke oogspier(en) het best geopereerd kunnen worden.

Een oogspieroperatie gebeurt meestal onder algehele verdoving. Tijdens de operatie verplaatst de arts één of meer oogspieren. De oogspieren liggen aan de buitenkant van de oogbol. Om bij de oogspier te komen draait de arts het oog opzij. Het oog wordt dus nooit uit de oogkas gehaald. De arts maakt de oogspier los en hecht deze een stukje naar achter weer op het oog. Soms maakt uw arts een oogspier een stukje korter. De hechtingen die worden gebruikt, zullen vanzelf oplossen. Aan het eind van de operatie doet de arts zalf in het oog, dit zorgt voor tijdelijk wazig zicht. Het geopereerde oog wordt niet afgeplakt.

Tot de eerste controle op de polikliniek bij de oogarts en orthoptist mag u het oog niet afplakken en ook geen prisma gebruiken. Wel moet u in de eerste weken na de operatie het geopereerde oog goed bewegen.

Hoe is het resultaat van de operatie?

We kunnen niet altijd voorspellen wat het resultaat van de operatie zal zijn. Regelmatig zijn meerdere operaties nodig om tot een goed resultaat te komen.

We proberen het dubbelzien weg te nemen bij rechtuit kijken en bij naar beneden kijken. Het is niet mogelijk de beweeglijkheid van de oogspieren te herstellen. Daarom kan het zijn dat het dubbelzien na de operatie toch in een bepaalde richting aanwezig blijft.

De oogstand kan vlak na de operatie nog niet helemaal goed lijken. De ogen hebben even tijd nodig om aan de nieuwe situatie te wennen. Ongeveer drie maanden na de operatie is het resultaat pas definitief.

Heeft u nog vragen?

Neem dan contact op met de Orthoptische afdeling Oogheelkunde.

Contactgegevens polikliniek Oogheelkunde

Locatie

Telefoon (tijdens kantooruren)

Telefoon (buiten kantooruren)

E-mailadres

VUmc

Receptie R,
2de verdieping

020 444 1170

020 444 4444

oogheelkunde@amsterdamumc.nl (niet-spoedeisende zaken)

AMC

Receptie A2,
2de verdieping

020 566 3100

020 566 9111

idem

Operatieplanning Amsterdam UMC

020 444 1170

n.v.t

oogoperatie@amsterdamumc.nl (niet-spoedeisende zaken)

www.vumc.nl/oogheelkunde