Binnenkort kom je bij ons voor een looptest óf een fietstest. In het ziekenhuis is uitgelegd waarom jij deze test moet doen. Het is belangrijk dat jij van tevoren weet wat je te wachten staat. In deze tekst leggen wij je alles uit. Als iets niet duidelijk is, vraag dan je ouders om uitleg.

Hoe gaat het onderzoek in zijn werk en waarom wordt dit gedaan?

Het onderzoek vindt plaats op de onderzoekskamer op de polikliniek van het Hartcentrum. Het doel is om te kijken wat er gebeurt met jouw hart wanneer je gaat lopen of fietsen. De dokter beslist of jij moet lopen of moet fietsen.

Het lopen gebeurt op de loopband. Deze begint op een heel langzaam tempo en gaat daarna steeds iets sneller totdat je zelfs moet rennen. Ook gaat de loopband iets steiler, alsof je een berg oploopt.

Voor het fietsen mag je op de hometrainer zitten. Ook bij deze test is het eerst heel gemakkelijk om te trappen, maar zal het steeds zwaarder worden om de trappers rond te krijgen.

Je krijgt zuignapjes op de borst en de rug, en een band om de arm die af en toe gaat oppompen.

Wij kunnen daarmee het hart en de bloeddruk goed in de gaten houden.

Het kan zijn dat jij klachten krijgt zoals duizeligheid of pijn. Wanneer je dat hebt, dan willen wij dat graag weten.

Het is belangrijk dat jij zo lang mogelijk blijft lopen of fietsen, zodat we zoveel mogelijk informatie kunnen verzamelen. Als je echt niet meer verder kunt, dan geef je dit aan. Je mag dan stoppen met lopen of fietsen.

Wanneer jij weer op adem bent gekomen, dan is de test klaar.

Belangrijk om voorafgaand aan de test te weten

  • Deze dag eet en drink je net als op andere dagen. Zorg dat je iets gegeten hebt voordat je naar de afspraak komt.
  • Tijdens het onderzoek mag je je vader, moeder, of iemand anders die je er graag bij je hebt meenemen.
  • Je bent ongeveer 30 minuten in de onderzoekskamer. Het fietsen of lopen zelf duurt ongeveer 10 minuten.
  • Tijdens de test draag je een sportbroek, het bovenlichaam blijft bloot, meisjes mogen een topje of sport bh dragen.
  • Lang haar draag je in een knotje.
  • Draag schoenen waarmee je kan hardlopen.
  • Je gaat lopen of fietsen. Dit beslist de dokter.
  • Na afloop kan je douchen, er zijn handdoeken aanwezig.
  • Breng eventueel iets te eten en drinken mee voor na het sporten. Water en limonade zijn in het ziekenhuis aanwezig.
  • Het is belangrijk dat jij zo lang mogelijk blijft lopen of fietsen. Alleen dan is de test geslaagd.
  • Als je klachten tijdens de test krijgt, is het belangrijk dit direct aan de verpleegkundige te vertellen.

Bijwerkingen van het onderzoek

De zuignapjes die op de borst en op de rug worden geplakt kunnen soms een onaangenaam en jeukend gevoel op de huid geven. Ook de band om de arm kan soms een onaangenaam gevoel geven.

Na de test kan het zijn dat de zuignapjes rode rondjes achterlaten op jouw huid. Deze verdwijnen vanzelf weer na een aantal dagen.

Je kunt ook moe zijn van de inspanningstest. Je moet namelijk je uiterste best doen met rennen of fietsen! Soms kan je ook duizelig of misselijk worden na de test, maar dit verdwijnt vaak heel snel.

Loopband of Fiets

Of je op een loopband gaat lopen of op een gaat fietsen, hangt af van:

  • je leeftijd
  • je lengte
  • je klachten
  • wat we willen onderzoeken

Hoe doen we de inspanningstest?

Je komt naar de polikliniek hartcentrum en meld je bij balie 81. Als je aan de beurt bent, mag je je in de kleedkamer omkleden. Je doet je sportschoenen en je sportbroek aan en ontbloot je bovenlijf.

Een verpleegkundige helpt je bij de test, door steeds te vertellen wat je moet doen.

Vóór, tijdens en na de inspanning meten we:

  • De hartslag. Je krijgt hiervoor 12 speciale stickers/ zuignappen op je borst en rug geplakt. Aan de zuignappen zitten draadjes die zijn aangesloten op een monitor. Dit is een soort computer die je hartslag in de gaten houdt. In het begin kunnen de noppen wat koud aanvoelen.
  • We meten ook je bloeddruk. Je krijgt een band om je arm, die elke 2 minuten kort wordt opgeblazen en snel weer leeg loopt.

Tijdens de test:

  • Je gaat hardlopen of fietsen. Terwijl jij bezig bent, meten wij de hartslag en de bloeddruk.
  • De test wordt in stapjes steeds iets zwaarder. Je moet dan sneller lopen, tegen een steilere helling oplopen, of het trappen wordt steeds zwaarder.

Na de test:

  • Je bent klaar als je aangeeft dat je écht niet meer verder kunt. Voor het onderzoek is het belangrijk om het zo lang mogelijk vol te houden. Dan pas is de test geslaagd.
  • Je mag dan stoppen met fietsen of lopen. We meten nog enkele minuten je hartslag, zo zien we hoe snel je weer herstelt na de inspanning. Jij kunt hierna lekker uitrusten.

De uitslag

De uitslag krijg je van de dokter die de test heeft aangevraagd. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak. De dokter bespreekt met jou en je ouders wat hij bij de test gezien heeft.

Wanneer kan de test niet doorgaan?

Soms is het beter om de test uit te stellen. Bijvoorbeeld:

  • Als je koorts hebt (lichaamstemperatuur meer dan 38°Celsius).
  • Bij blessures (graag overleggen met de polikliniek Hartcentrum).
  • Als je nog aan het herstellen bent van een kinderziekte, bijvoorbeeld waterpokken.
  • Als je in contact bent geweest met een kind dat een kinderziekte heeft.
  • Als je op de ochtend van het onderzoek ziek bent.

Kun je niet op de afgesproken tijd komen?

Als je niet kunt komen op de afgesproken tijd, dan is het belangrijk dat je dit meldt aan de polikliniek Hartcentrum. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 8:45-16:30 uur.

Het telefoonnummer is 020 – 566 37 94.

Heb je nog vragen?

Als je nog vragen hebt, stel die dan aan je ouders, of aan de dokter.

Hartcentrum

Amsterdam UMC heeft één hartcentrum; onze artsen en verpleegkundigen werken op twee locaties: AMC en VUmc. Afhankelijk van de diagnose en behandeling wordt u geholpen op locatie AMC of locatie VUmc. Voor vragen kunt u altijd terecht bij uw zorgverlener.

Website: www.AMC.nl/hartcentrum

Aantekeningen