FPIES is een zeldzame voedselallergie. Kinderen met FPIES gaan vaak braken na het eten van bepaald voedsel. Dit gebeurt meestal 1 tot 4 uur na het eten. De klachten verdwijnen meestal binnen 1 tot 2 dagen als uw kind het eten niet meer krijgt. Er zijn geen bloed- of huidtesten die FPIES kunnen aantonen. De dokter kijkt naar de klachten van uw kind om FPIES vast te stellen.
Klachten bij FPIES
- Braken (altijd binnen 1-4 uur na het eten van het verdachte voedsel)
- Soms ook:
- Meerdere keren braken na hetzelfde voedsel
- Suf of slap zijn
- Bleek of grauw zien
- Uitdroging door braken of diarree
- Diarree (meestal 5-10 uur na het eten)
- Lage lichaamstemperatuur
- Lage bloeddruk
Behandeling
Als uw kind veel moet braken, krijgt het medicijnen tegen misselijkheid. Het is belangrijk dat uw kind genoeg drinkt. Lukt drinken niet, dan krijgt uw kind vocht via een infuus. Adrenaline helpt niet bij FPIES. Na een aanval moet uw kind het voedsel dat de klachten geeft, niet meer eten.
Voedingsmiddelen die FPIES kunnen geven (voorbeelden):
- Koemelk
- Soja
- (Zoete) aardappel
- Pompoen
- Sperzieboon, doperwt, pinda, andere peulvruchten
- Rundvlees, kip, kalkoen, vis
- Kippenei
- Tarwe, rijst, haver, banaan
- Dit zijn voorbeelden. FPIES kan ook door andere voedingsmiddelen ontstaan.
Prognose
De vooruitzichten voor kinderen met FPIES zijn goed. De meeste kinderen groeien voor hun 4e jaar over FPIES heen. Dit betekent dat ze het voedsel later vaak weer kunnen eten zonder klachten.
Waarom een voedselprovocatietest?
- Om te kijken of uw kind over FPIES heen is gegroeid
- Als niet duidelijk is welk voedsel de klachten geeft
- Als de uitslag van de allergietest niet past bij de klachten
Hoe gaat de test?
- Uw kind krijgt 3 keer een beetje van het verdachte voedsel, met steeds een half uur pauze.
- Daarna blijft uw kind 4 uur in het ziekenhuis om te kijken of er klachten komen.
- Soms krijgt uw kind kleinere hoeveelheden in 8 stappen, als er antistoffen zijn gevonden.
- De test gebeurt altijd in het ziekenhuis, niet thuis.
Voorbereiding op het infuus
Voor de test krijgt uw kind meestal een infuus. Zo kan het ziekenhuis snel medicijnen of vocht geven als dat nodig is.
Om het prikken minder pijnlijk te maken, plakt u thuis verdovende EMLA-pleisters op de bovenkant van de handen van uw kind. Uw arts geeft hiervoor een recept. Plak de pleisters volgens de instructie voordat u naar het ziekenhuis komt.
Risico’s van de test
Uw kind kan klachten krijgen waarvoor medicijnen nodig zijn. Het grootste risico is uitdroging door veel braken. Daarom krijgt uw kind vaak een infuus voordat de test begint.
Wanneer kan de test niet doorgaan?
De test gaat niet door als uw kind ziek is, bijvoorbeeld bij koorts, diarree, verkoudheid, antibiotica of luchtwegklachten. Neem contact op met het ziekenhuis als uw kind klachten heeft voor de test.
Op de dag van de test
- De test duurt de hele dag.
- Uw kind krijgt eerst controles, zoals gewicht en bloeddruk.
- De arts kijkt of de test kan doorgaan.
- Tijdens de test mag uw kind alleen water of thee zonder suiker drinken.
- Na de test mag uw kind weer gewoon eten.
- Uw kind mag de afdeling niet verlaten tijdens de test.
- Op de testdag mag er maar één ouder mee naar binnen.
Na de test
- Als uw kind op de dag van de test en de avond/nacht na de test geen klachten heeft gehad mag het voedingsmiddel in het dieet van uw kind worden geïntroduceerd.
- Binnen een maand heeft u een belafspraak met uw behandelaar met betrekking tot eventueel verder beleid.
Vragen?
Neem contact op met de polikliniek als u vragen heeft of als uw kind ziek is voor de test.
E-mail: allergiekinderen@amsterdamumc.nl
Telefoon: 020 566 80 00