In deze folder krijgt u informatie over de poliklinische operatie. Een poliklinische operatie is bedoeld voor patiënten die voor een relatief kleine ingreep naar het ziekenhuis komen. De ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving.Het voordeel van een poliklinische operatie is dat u na de behandeling weer naar huis kunt en niet in het ziekenhuis hoeft te blijven.

Hoe krijgt u een afspraak?

U krijgt van de huisarts of van een specialist een verwijzing. Wanneer wij deze verwijzing ontvangen maken wij een afspraak. U ontvangt dan per post een intake afspraak. Na de intake en eventuele goedkeuring van de verzekering kunt u meteen aan de balie een afspraak maken voor de poliklinische operatie.

Ook wanneer u via het spreekuur bij ons op de poli wordt verwezen maken wij bij de afsprakenbalie een afspraak voor u.

Het is mogelijk om een afspraak te verzetten, dit kan telefonisch via telefoonnummer:

020 - 566 2714 bij de poli Chirurgie, Urologie en Vaatchirurgie of 020 – 566 8812 voor de poli Orthopedie, Traumatologie en Plastische chirurgie.

Waar zijn de poliklinische operatiekamers?

Op de afgesproken datum en tijd meldt u zich bij de aanmeldzuil of bij de balie van de polikliniek in bouwdeel A, 1e etage. Hierna neemt u plaats in de wachtruimte van polikliniek. De arts of de doktersassistente komt u daar ophalen.

Hoe is de voorbereiding?

  • Controleer voor de afspraak uw gegevens op uw afsprakenkaart. Wanneer deze niet meer kloppen, kunt u deze laten veranderen bij de Centrale inschrijfbalie op de begane grond van de polikliniek. Dit moet u wel voor de ingreep doen.
  • U mag vóór en na de ingreep gewoon eten en drinken.
  • Bij een operatie aan de hand mag u geen nagellak en sieraden dragen.
  • Na sommige ingrepen kunt u een verband krijgen. Draag daarom gemakkelijke kleding. Bijvoorbeeld kleding met wijde mouwen of pijpen, die ruimte laten voor een verband.
  • Bij een ingreep aan de voet raden wij u aan ruime schoenen of pantoffels mee te nemen.
  • Houdt u er rekening mee dat u na sommige ingrepen een draagdoek (mitella) kunt krijgen.
  • Houdt u er rekening mee dat u na de ingreep niet mag fietsen of zelf auto mag rijden.
  • Zorg dat u vóór de ingreep alvast pijnstillers in huis hebt, bijvoorbeeld paracetamol. U kunt deze pijnstillers dan na de ingreep zo nodig gebruiken tegen de pijn. Paracetamol is te koop bij apotheek en drogist.
  • Als u bloedverdunners slikt moet u vooraf contact opnemen met de voorschrijvende arts van het medicijn. Hij mag beslissen of u voor de ingreep mag stoppen met de medicijnen. U moet daarna contact opnemen met de polikliniek om door te geven of u mag/gaat stoppen met de medicijnen voor de ingreep. Onderaan de folder vindt u het telefoonnummer.

De afspraak, en dan?

Wanneer u overgevoelig bent voor bijvoorbeeld pleisters, jodium of medicijnen zoals antibiotica of pijnstillers, is het belangrijk dat u dit vóór de ingreep meldt.

Ook wanneer u medicijnen gebruikt, wordt u verzocht dit te melden. Dit geldt met nadruk voor bloedverdunnende middelen.

Het kan voorkomen dat het operatieschema iets uitloopt doordat sommige ingrepen langer duren dan was verwacht. Wij vragen uw begrip hiervoor.

Voor de ingreep stelt de arts u nog een paar vragen voor hij of zij begint met de ingreep.

De vragen die u kunt verwachten zijn:

  • Plaats van de ingreep.
  • Soort ingreep.
  • Naam en geboortedatum.
  • Allergieën.
  • Uw medicijn gebruik.

Deze vragen stelt de arts ook als de antwoorden al bekend zijn. Dit betekent dus niet dat uw arts niet op de hoogte is van de ingreep die u gaat ondergaan. Het zijn controle vragen om fouten te voorkomen. Wij vragen uw begrip hiervoor.

Wanneer kan de ingreep niet doorgaan?

Het kan zijn dat de ingreep niet door kan gaan, deze beslissing wordt met u besproken. Het niet doorgaan van een ingreep kan door verschillende redenen komen:

  • De aandoening is volgens de behandelend arts ongeschikt voor poliklinische behandeling. Dit kan voorkomen, als in de wachttijd er iets veranderd is aan de aandoening. Het kan ook zo zijn, dat de arts die u heeft ingepland voor de poliklinische operatie, een andere inschatting heeft gemaakt dan de arts die u daadwerkelijk behandelt op de poliklinische operatiekamer. Gelukkig is dit zelden het geval.
  • De aandoening kan niet behandeld worden onder een plaatselijke verdoving.
  • De aandoening is te groot om poliklinisch te verwijderen.
  • Er is meer onderzoek nodig voordat de ingreep kan worden verricht.
  • U gebruikt nog bloedverdunners en bij uw ingreep past dat niet.
  • Uw persoonlijke omstandigheden staan de ingreep nu niet toe.
  • De ingreep kan beter gedaan worden door een andere specialist, naar oordeel van de arts die u behandelt.

Hoe gaat de ingreep?

Afhankelijk van waar u aan geholpen wordt, moet u zich gedeeltelijk uitkleden. Daarna neemt u plaats op de operatietafel. De arts geeft u rond de te behandelen plaats een of meer verdovingsprikje(s) in de huid. De verdoving werkt dan meteen.

Om infectie te voorkomen wordt de plek schoongemaakt met een desinfecterende vloeistof en gebruiken we rond de te opereren plek steriele doeken. Ook staat er een tafel met steriele doeken en instrumenten. Het is belangrijk dat u deze steriele doeken niet aanraakt.

Laat u zich niet afschrikken door de operatiekleding van de medewerkers. Ook hun kleding is bedoeld om u tegen infecties te beschermen.

Hoe is de nazorg?

Op de poliklinische operatiekamer hoort u van de arts of de operatieassistent(e) wat u na de ingreep wel of niet mag doen.

Hechtingen

Een wond wordt na de ingreep meestal gehecht. De hechtingen verwijderen gebeurt op verschillende manieren. Soms door de huisarts, soms tijdens een poliklinische controle in het ziekenhuis. Dit spreekt de arts met u af. Wij gebruiken ook vaak oplosbare hechtingen, die hoeven niet verwijderd te worden. Bij gebruik van hechtpleisters of wondstrips krijgt u instructies mee.

Uitslag

Soms wordt bij de ingreep weefsel weggehaald en opgestuurd voor pathologisch onderzoek.

Na 2 weken is meestal de uitslag bekend. De arts bespreekt deze uitslag met u wanneer u voor controle op de polikliniek komt. Dat kan fysiek zijn, via een belafspraak of een videoconsult. U kunt uw voorkeur hiervoor aangeven bij het maken van de vervolgafsrpaak. Als u bij uw huisarts op controle komt, krijgt u een belafspraak met de arts in Amsterdam UMC, locatie AMC voor de uitslag van het pathologisch onderzoek.

Nieuwe afspraak

Wanneer het nodig is om een nieuwe afspraak te maken hoort u dit van de arts of verpleegkundige/doktersassistente. Deze afspraak kunt u maken bij de polikliniek.

Pijn

Als de verdoving uitgewerkt is, kunt u pijnklachten hebben. Hiervoor kunt u pijnstillers zoals paracetamol gebruiken. Een ingreep, ook al is deze klein, kan enige last geven. Het is vaak plezierig om iemand mee te nemen om u te steunen.

Wat zijn mogelijke risico’s?

Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Gelukkig komen nabloedingen en infecties weinig voor.

In de volgende gevallen moet u contact op nemen met de behandelend arts of de huisarts:

  • Als de wond blijft bloeden.
  • Als het geopereerde lichaamsdeel rood, dik en warm wordt.
  • Als u koorts krijgt (38,5°C of hoger).

Wanneer u niet kunt komen?

Zorgt u er vooral voor op tijd te zijn. Als u niet op tijd bent vervalt de afspraak en kan het zijn dat u een tijd moet wachten voordat u weer aan de beurt bent.

Als u niet kunt komen vragen wij u dit zo snel mogelijk door te geven. In uw plaats kunnen wij dan een andere patiënt helpen. U kunt zich afmelden bij uw polikliniek. Het telefoonnummer staat onder aan de folder.

Tot slot

Voor het maken, afzeggen of wijzigen van afspraken kunt u contact opnemen via telefoonnummer 020-5662714 voor Chirurgie, Vaatchirurgie en Urologie en 020-566 2178 voor Orthopedie, Traumachirurgie en Plastische chirurgie beide tussen 8:30-16:00. Voor medische vragen kunt u contact opnemen via telefoonnummer: 020-5666745 ((Vaat)chirurgie of Urologie) Zij zijn bereikbaar tussen 9:00-10:00 uur en tussen 13:00-14:00 uur of 020-566 2178 (Orthopedie, Traumachirurgie en Plastische chirurgie). Zij zijn bereikbaar tussen 09:30-11:00 uur en 13:30 – 15:00 uur

De poli is dagelijks te bereiken tussen 9:00-16:00 uur via 020 - 566 2714 bij de poli Chirurgie, Urologie en Vaatchirurgie of 020 – 566 8812 voor de poli Orthopedie, Traumatologie en Plastische chirurgie.

Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp, 020-5663333 of met uw huisarts, deze kan overleggen met uw eigen of dienstdoende (plastisch) chirurg.