U wordt opgenomen in Amsterdam UMC, locatie VUmc, voor een wigresectie. Een drukke dag: u zult veel verschillende mensen zien en u krijgt veel informatie in een periode waarin u al veel aan uw hoofd heeft.

Een aantal zaken waarmee u tijdens uw opname te maken krijgt, zetten we nog even op een rijtje, zodat u de informatie op een rustig moment nog eens kunt nalezen.

Vragen komen soms op als de arts of verpleegkundige niet direct beschikbaar is. Het is handig om die vragen dan op te schrijven, zodat u deze op een later tijdstip makkelijk kunt stellen.

Wat is een wigresectie?

Bij een wigresectie wordt een klein wigvormig gedeelte van de longkwab verwijderd. De ingreep wordt met name uitgevoerd voor verwijdering van aan de rand van de long (perifeer) gelegen uitzaaiingen, goedaardige afwijkingen, of indien er onduidelijkheid bestaat over de oorsprong van een gevonden afwijking. Het weefsel wordt naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek.

De ingreep kan met open chirurgie (thoracotomie) worden verricht of met een zogenaamde VATS. Bij de open operatie wordt een snee gemaakt tussen de ribben en worden de ribben gespreid, zodat dan de ingreep kan worden verricht, VATS, video assisted thoracic surgery, is een operatiemethode die met behulp van een videocamera uitgevoerd wordt. Dat betekent dat er slechts enkele kleine sneetjes worden gemaakt en de ribben niet worden gespreid. Via deze sneetjes worden een camera en verschillende operatie-instrumenten in de borstholte ingebracht. Op een beeldscherm, dat verbonden is met de camera, wordt de operatie in beeld gebracht. Hierdoor wordt zo min mogelijk schade aan het weefsel (huid, spieren en zenuwen) toegebracht.

Patiënten kunnen over het algemeen na ongeveer vijf dagen naar huis als de pijn onder controle is.

Dag van opname

U heeft een intakegesprek met een verpleegkundige die u een aantal vragen zal stellen en u nog wat informatiemateriaal rond de operatie zal overhandigen.

Ook wordt u wegwijs gemaakt op de afdeling en zal u worden medegedeeld hoe laat u ongeveer wordt geholpen. En uiteraard kunt u terecht met vragen. Breng ook uw

thuissituatie ter sprake, dit is namelijk van belang wanneer u na de operatie weer naar huis gaat.

Verder krijgt u twee polsbandjes met uw naam, geboortedatum en patiëntennummer. Indien nodig wordt er bloed afgenomen voor onderzoek.

Amsterdam UMC is een universitair medisch centrum waar medisch specialisten worden opgeleid. Zij doen zelfstandig spreekuren en assisteren bij operaties. Hierdoor kan het voorkomen dat u voorafgaand aan de operatie een gesprek heeft met een arts in opleiding tot specialist (AIOS) of een co-assistent. De behandelende chirurg zal ook altijd bij u langskomen. Als u nog vragen heeft, kunt u deze stellen. Ook zal de chirurg een markering aanbrengen aan de kant waar u geopereerd wordt.

U krijgt vanaf de opname een kleine injectie om trombose te voorkomen. Deze injectie krijgt u gedurende de hele opnametijd. Soms wordt door de anesthesie afgesproken dat u voor de operatie al begint met vernevelen (het inhaleren van medicatie die luchtweg-verruimend werkt).

Dag van operatie

U bent vanaf middernacht nuchter. Dat wil zeggen dat u geen voedsel (of sondevoeding) tot u mag nemen. U mag alleen water of appelsap tot twee uur voor de operatie (voor diabetici gelden aangepaste regels, dit wordt door de verpleegkundige met u besproken).

Voor vertrek van de afdeling krijgt u al kalmerende medicatie, als dat zo door de anesthesie met u is afgesproken. Als u als eerste op het operatieprogramma staat zult u rond 07.20 uur naar de inleidingsruimte gebracht worden, waar u wordt ontvangen door medewerkers van de anesthesie. Daar krijgt u een infuus in een ader in de arm en zal er, als dit zo is afgesproken, met een ruggenprik een slangetje tussen twee wervels worden ingebracht voor verdoving tijdens en pijnstilling na de operatie (een zogenaamde epiduraal katheter of pcea). Daarna gaat u naar de operatiekamer.

Na de operatie gaat u eerst naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent en uw situatie stabiel is, gaat u terug naar de afdeling. Soms is het nodig dat u een nacht doorbrengt op de uitslaapkamer of op de afdeling medium of intensive care waar men u via een monitor continu kan observeren. Dit is ter beoordeling van de anesthesie.

De eerste contactpersoon zal na de operatie door de chirurg worden gebeld. Deze zal vertellen hoe de ingreep is verlopen.

Bij aankomst op de afdeling heeft u:

  • De operatiewond. Deze is meestal onderhuids gehecht. De hechtingen zullen vanzelf oplossen. Andere hechtingen zullen op een later tijdstip worden verwijderd.
  • Een blaaskatheter. Deze blijft in ieder geval zitten tot na het verwijderen van de epiduraal katheter.
  • Een thoraxdrain, voor afvoer van wondvocht en lucht.
  • Een epiduraal katheter voor pijnstilling.
  • Een neusbrilletje voor extra zuurstoftoediening.

Al deze hulpmiddelen zullen in de loop van de dagen daarna worden verwijderd. Heel belangrijk is dat u vanaf de eerste dag na de operatie begint met uit bed komen en dat

u goed ophoest en regelmatig diep doorzucht. U krijgt hierbij ondersteuning van de

fysiotherapeut en de verpleging, maar het eigenlijke "werk" moet door u worden gedaan.

Geeft u hierbij goed aan als de pijn, ondanks de al voorgeschreven pijnstilling, toch niet

draaglijk is.

Ontslag

Afhankelijk van het soort operatie en het verloop na de operatie gaat u na een aantal dagen

met ontslag. Geeft u duidelijk aan of uw thuissituatie zodanig is dat u rechtstreeks terug

kunt, of dat er eventueel hulp moet worden aangevraagd (NB: hulp in de huishouding

moet u of uw familie zelf aanvragen). Zo nodig wordt er een mogelijkheid gezocht om te

revalideren voor u naar uw eigen huis gaat. U krijgt bij ontslag een afspraakbrief mee voor

controle op de polikliniek. Daar zullen ook de eventueel resterende hechtingen worden

verwijderd.

In de folder "Informatie rond een longoperatie" vindt u tips en adviezen voor uw

herstelperiode thuis.

Het komt voor dat u wordt opgenomen voor een operatie of onderzoek onder narcose en

dat de ingreep op het laatste moment moet worden uitgesteld. Hoewel er zoveel mogelijk

volgens een planning wordt gewerkt, kunnen er zich spoedsituaties voordoen die niet

te voorzien zijn (bijvoorbeeld een spoedeisende operatie). Alle betrokken medewerkers

realiseren zich dat dit voor de betreffende patiënt heel vervelend is. Geprobeerd wordt de

afgelaste ingreep op zo kort mogelijke termijn opnieuw in te plannen. Soms kan dit binnen

dezelfde opname, soms wordt de patiënt ontslagen en later opnieuw opgenomen.

Deze folder beschrijft de gebruikelijke gang van zaken, in bijzondere gevallen kan hiervan

worden afgeweken.