Voor de vervrouwelijking middels hormoonbehandeling worden twee soorten medicijnen gebruikt: (1) het geslachtshormoon oestradiol en (2) medicijnen die het geslachtshormoon testosteron onderdrukken. De hormoonbehandeling veroorzaakt zowel lichamelijke als geestelijke veranderingen. Sommige veranderingen treden al snel op, andere veranderingen kosten meer tijd en volgen pas later. Sommige veranderingen zijn blijvend, andere veranderingen verdwijnen weer als u zou stoppen met de hormonen.
In onderstaand schema staan alle effecten op een rij, plus een indicatie van de tijd die het kan duren voordat de verandering zichtbaar wordt. De duur en de mate van verandering verschilt per persoon; het hangt samen met uw genetische aanleg. We adviseren om niet zelf uw oestradioldosering aan te passen, want dit kan het risico op bijwerkingen verhogen. Bespreek uw wensen met uw arts.
Soort effect | Eerste effect is te zien na ongeveer: | Het maximale effect is bereikt na ongeveer: |
Borstgroei | 2-3 maanden | 2-3 jaar |
Herverdeling vetmassa | 3-6 maanden | 2-3 jaar |
Afname spiermassa- en kracht | 3-6 maanden | 1-2 jaar |
Zachter worden van de huid | 3-6 maanden | Onbekend |
Vertraging haargroei lichaam | 6 - 12 maanden | Meer dan 3 jaar |
Haargroei hoofdhuid | Beperkte teruggroei | |
Afname libido | 1-3 maanden | 3-6 maanden |
Afname spontane erecties | 1-3 maanden | 3-6 maanden |
Afname teelbalvolume | 3-6 maanden | 2-3 jaar |
Afname spermaproductie | Onbekend | Meer dan 3 jaar |
Afname mannelijke seksuele functie | Variabel | Variabel |
Stemverandering | Geen |
Borstgroei
Onder invloed van de hormonen kan borstgroei al na 2 of 3 maanden zichtbaar worden. In eerste instantie leidt dit tot gevoelige en zelfs pijnlijke borsten. De borstgroei kan 2 tot 3 jaar doorgaan. Hoe veel de borsten zullen groeien, verschilt per persoon. Het meest recente onderzoek laat een gemiddelde cup AAA zien na een jaar hormoonbehandeling. Het merendeel van de deelnemers van dit onderzoek was tevreden over de grootte van de borsten.
Borstvergroting?
Misschien overweegt u een borstvergroting met een prothese. Ons advies is om hiermee te wachten tot minstens twee jaar na de start van de hormoonbehandeling, omdat uw borsten mogelijk nog iets door kunnen groeien. De kosten van uw borstvergroting worden meestal niet gedekt door de zorgverzekering; er is wel een subsidieregeling. Deze kunt u aanvragen via het Ministerie van VWS. Voorwaarden zijn: de diagnose genderincongruentie is gesteld, u heeft een jaar hormonen gebruikt en nog nooit eerder borstprothesen gekregen. Op de website van het ministerie staat ook meer informatie over de operatie, de risico’s, en de kosten. We adviseren om deze goed door te lezen.
Lichaamsbouw en gewicht
De hormonen veranderen ook de vetverdeling en de spiermassa van uw lichaam. Het onderhuids vet neemt toe en de vetverdeling verandert: u krijgt relatief meer vet rond uw heupen en minder vet op uw buik. Daarnaast neemt de spiermassa iets af en worden onderhuidse bloedvaten minder goed zichtbaar. De mannelijke bouw van het skelet (brede schouders) verandert doorgaans niet; ook uw lichaamslengte blijft gelijk. Wel kan uw gewicht wat toenemen.
Lichaamsbeharing neemt langzaam af
De beharing op uw gehele lichaam neemt langzaam af, maar zal met alleen hormonen niet volledig verdwijnen. Daarvoor kunt u aanvullende behandelingen kiezen, zoals scheren, harsen of laserontharing. Pas na maandenlang of zelfs jarenlang gebruik van testosteronremmers merkt u het effect op de beharing. Uw huid en haar kunnen droger worden, want de talgafscheiding van de huid is afhankelijk van testosteron.
Seksueel verlangen
Het seksueel verlangen wordt deels bepaald door testosteron. Dat betekent dat veel mensen minder zin in seks krijgen door de testosteronremmers. De mogelijkheid tot erecties en orgasmes neemt af. Deze effecten merkt u al in de eerste weken van de behandeling.
Verkleining van de zaadballen
De zaadballen worden gedurende de behandeling kleiner.
Psychologische effecten
Waarschijnlijk nemen uw gevoelens van genderincongruentie gaandeweg de hormoonbehandeling flink af; u gaat zich beter thuis voelen in uw lichaam. Daarnaast kunnen er psychologische veranderingen optreden zoals stemmingswisselingen en u kunt zich vaker emotioneel voelen.
Botdichtheid
Een lage botdichtheid en een vitamine D-tekort komen regelmatig voor bij transgender personen. Vandaar dat u bij de start van de hormoonbehandeling het advies krijgt om vitamine D-tabletten te nemen en dagelijks 3-4 porties zuivel te eten/drinken.
Vruchtbaarheid, kinderwens, anticonceptie
Uw vruchtbaarheid (de productie van zaadcellen) neemt al in de eerste maanden van de behandeling af. Dat wil echter niet zeggen dat u meteen onvruchtbaar bent; u kunt dus nog steeds een zwangerschap veroorzaken. De hormoonbehandeling is niet betrouwbaar als anticonceptie. Houdt u daar rekening mee zorg zo nodig voor voorbehoedsmiddelen.
De psycholoog heeft met u gesproken over een eventuele kinderwens. Heeft u vragen over uw vruchtbaarheid en een eventuele kinderwens? Dan kunt u via uw psycholoog of arts een gesprek aanvragen met één van onze gynaecologen.
Vruchtbaarheidsbehoud - trans vrouwen en genderdiverse mensen
Stem
Uw stem verandert niet door de hormoonbehandeling. Met behulp van logopedie kunt u uw stem anders leren gebruiken, waardoor die minder zwaar klinkt. Bij onvoldoende resultaat zijn er stemverhogende ingrepen mogelijk.
Logopedie voor transgender personen
Stemverhogende operatie (na logopedie)
Voor de vervrouwelijking middels hormoonbehandeling worden twee soorten medicijnen gebruikt: (1) het geslachtshormoon oestradiol en (2) medicijnen die het geslachtshormoon testosteron onderdrukken.
U begint met een van deze middelen of met allebei tegelijk; in overleg met uw arts en psycholoog wordt bepaald wat in uw geval het beste is.
Oestradiol (een oestrogeen)
Oestradiol kan als pil gebruikt worden of via de huid (als pleister, gel of spray). De keuze maakt u samen met uw arts. Beide vormen zorgen voor goede oestradiolwaarden in het bloed en zijn even effectief. De toediening via de huid heeft als voordeel dat het risico op trombose (de vorming van bloedstolsels in bloedvaten) lager is.
Oestradiol als pil
De pillen neemt u één of meerdere keren per dag in, afhankelijk van het voorschrift.
Oestradiol als pleister
Gebruikt u de pleister, dan blijft deze continue zitten. U vervangt de pleister twee keer per week (dus bijvoorbeeld op maandagochtend en donderdagavond). Met de volgende tips plakt de pleister het beste:
- Kies een stuk huid dat zo min mogelijk plooit, niet beschadigd of geïrriteerd is en bijna niet behaard (bijv. buik, bovenbeen, bil of onderrug).
- Vermijd de taille: kleding kan de pleister eraf wrijven.
- Breng de pleister niet aan op de borsten.
- Zorg dat de huid schoon is van zeep, alcohol, olie, lotions, crème of zalf.
- Zorg dat de huid droog en koel is (dus niet direct na het douchen of baden opplakken).
- Raak de kleeflaag van de pleister niet aan wanneer u de beschermlaag verwijdert. Druk de pleister ongeveer 30 seconden tegen de huid. Zorg dat de hele pleister contact maakt met de huid, vooral bij de randen. Vraag om hulp als u de pleister zelf niet kunt aanbrengen.
- Laat de pleister snel los? Plak dan een gewone pleister (bijv. Tegaderm) over de Estradiol pleister, zodat het beter blijft kleven. Dit heeft geen nadelig effect op de werking van de Estradiol pleister.
- De pleister mag worden gedragen tijdens het douchen.
- Kies een ander stuk huid bij het vervangen van de pleister. Breng een nieuwe pleister niet aan op dezelfde plek, gedurende minimaal één week.
Oestradiol als gel
Zorg dat de huid schoon en droog is. Smeer daarna de gel in een dunne laag op huid van de hele arm van pols tot schouder, en/of aan de binnenkant van het bovenbeen. Smeer de gel zo veel mogelijk uit. Niet aanbrengen op of nabij de huid van de borsten of geslachtsdeel. Was na het aanbrengen uw handen. Laat de gel 5 minuten drogen en bedek daarna de huid met kleding. Was de huid niet in het eerste uur na het aanbrengen, en smeer er geen andere huidproducten op. Vermijd gedurende het eerste uur na aanbrengen huidcontact met andere mensen.
Oestradiol als spray
Zorg dat de huid schoon en droog is. Breng de spray aan op de binnenzijde van de onderarm of de binnenzijde van het bovenbeen. Als u meerdere sprays gebruikt, zorg dan dat elke spray op een ander deel van de huid komt, zonder overlap. Laat de toedieningsplek ongeveer 2 minuten drogen en bedek deze daarna met kleding. Was de toedieningsplek niet, laat deze niet aanraken door anderen, en breng geen zonnebrandcrème aan gedurende het eerste uur na het aanbrengen.
Testosterononderdrukking
Voor de testosterononderdrukking worden twee soorten middelen gebruikt: (1) Decapeptyl en (2) Pamerolin.Beide middelen behoren tot de zogenaamde GnRH-analogen, die de testosteronwaarden verlagen. U begint met Decapeptyl, dit middel wordt één keer per 4 weken toegediend. Als de hormoonbehandeling goed bevalt stapt u na drie maanden over op Pamorelin, dat wordt één keer per 12 weken toegediend.
Wilt u meer weten over de GnRH-anaologe medicatie? Bekijk dan de video hieronder.
De tekst gaat verder onder de video.
Kiest u voor een van deze injecties? In principe kunt u voor de toediening terecht bij uw eigen huisarts. Eventueel kunt u uw huisarts verwijzen naar onze instructievideo’s voor de toediening van Decapeptyl en Pamorelin (zie de links hieronder):
Instructievideo voor de huisarts over de toediening van Decapeptyl
Instructievideo voor de huisarts over de toediening van Pamerolin
Voor testosterononderdrukking werkt het Kennis- en Zorgcentrum Genderdysforie bij voorkeur met Decapeptyl of Pamorelin. Heeft u bezwaren tegen deze middelen, bespreek dat dan met uw behandelaar. Eventuele alternatieven zijn:
Cyproteronactetaat (Androcur®)
Vóór augustus 2020 werd cyproteronacetaat (Androcur®) voorgeschreven als standaardbehandeling voor de remming van testosteron. Dit middel geeft echter op de lange termijn en bij een hoge dosering iets meer kans op een meningeoom (een zeldzame tumor van het hersenvlies). Hoewel het gebruik van een lage dosis voor kortere tijd veilig is, schrijven we cyproteronacetaat tegenwoordig zo weinig mogelijk voor.
Bent u bij ons onder behandeling en gebruikt u cyproteronacetaat? Dan bespreken we bij uw volgende controle-afspraak met u hoe de behandeling het beste kan worden voortgezet. U kunt een ander middel gaan gebruiken. Soms kan er voor gekozen worden om de dosering cyproteron te verlagen. Heeft u hier vragen over? Bespreek het met uw arts.
Spironolacton
Een andere testosteronremmer is spironolacton. Spironolacton wordt in tabletvorm toegediend. Het heeft echter als nadeel dat het de nierfunctie, het kaliumzout in het bloed en de bloeddruk kan beïnvloeden. Gebruikt u Spironolacton als testosterononderdrukker, dan worden nierfunctie, kalium en bloeddruk regelmatig gecontroleerd.
De hormoonbehandeling kan ook een aantal ongewenste effecten hebben. Deze treden meestal aan het begin van de behandeling op:
- Het onderdrukken van testosteron kan leiden tot vermoeidheid, neerslachtigheid en opvliegers.
- De behandeling met oestradiol kan leiden tot pijnlijke tepels, tepeluitvloed (vocht uit de tepel), hoofdpijn, vermoeidheid en een verminderde conditie.
- Oestrogeenpleisters kunnen een huidreactie geven, zoals huiduitslag, roodheid of jeuk.
Als bovengenoemde of andere klachten optreden, bespreek ze dan met uw arts, verpleegkundige of psycholoog. Staat er geen afspraak met een van uw behandelaars gepland in de komende tijd, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat. Bij acute klachten kunt u ook uw huisarts raadplegen.
Trombose
Voordat u start met de behandeling met oestradiol wil de arts nagaan of er bij u sprake is van een verhoogd risico op trombose (de vorming van bloedstolsels in bloedvaten). Heeft u eerder trombose gehad, of komt het in uw familie voor? Rookt u, bent u ouder dan 40 of is er sprake van overgewicht? Dan is er mogelijk sprake van een verhoogde kans op trombose. In dat geval raden wij u aan oestradiol toe te dienen via de huid (pleisters, spray of gel) in plaats van tabletten. Oestradiol verhoogt namelijk het risico op trombose, vooral als het in de vorm van tabletten worden toegediend.
Borstkanker
Transgender personen die hormoonbehandeling voor vervrouwelijking volgen hebben minder kans op borstkanker dan cisvrouwen, maar meer kans dan cismannen. Daarom adviseren we u om deel te nemen aan het Bevolkingsonderzoek Borstkanker (voor vrouwen van 50 tot 75 jaar). Zodra uw geslachtswijziging officieel is aangepast in het bevolkingsregister, wordt u hiervoor automatisch opgeroepen als u 50 jaar of ouder bent. Als u geslacht niet is aangepast dan is het advies om u door uw huisarts te laten verwijzen voor een mammogram (röntgenfoto van de borsten).
Bevolkingsonderzoek na transitie
Tijdens deze controles worden uw bloeddruk en gewicht gecontroleerd. Uw bloed wordt regelmatig onderzocht, zodat we de testosteron- en oestradiolspiegel kunnen controleren en eventuele bijwerkingen snel op het spoor komen. Als uit deze controles blijkt dat het nodig is, wordt de dosering van de medicatie verlaagd of verhoogd. De controles zijn noodzakelijk om de behandeling veilig te houden; zorgt u daarom dat u de afspraken altijd nakomt.
Om de langetermijneffecten van de hormoonbehandeling in de gaten te houden, zult u één keer per drie jaar op controle komen. Meestal is het mogelijk om deze langetermijncontroles bij een endocrinoloog in uw eigen regio te doen. Als u dit wil, geef het dan aan bij uw arts.
Heeft u vragen over uw eigen hormoonbehandeling? Neem dan contact op met uw arts of de verpleegkundig consulent van het Genderteam. Dit kan telefonisch of per mail via onderstaande gegevens. U kunt ook contact opnemen via Mijn Dossier.
Voor het aanvragen van herhaalrecepten kunt u terecht in Mijn Dossier. U kunt ook bellen naar onderstaand nummer. Kies dan in het belmenu voor ‘herhaalrecept aanvragen’, vervolgens voor ‘optie 1’ en dan ‘optie 2’. Als u uw naam, geboortedatum en het gewenste medicijn met dosering inspreekt, wordt dit zo snel mogelijk verwerkt. Het herhaalrecept wordt elektronisch verstuurd of gefaxt naar uw apotheek.
Telefoonnummer: 020 - 444 05 42 (op werkdagen van 09.00-12.00 en 13.00-16.00)
Fax: 020-4445254
E-mail: genderteam-poli@amsterdamumc.nl