Binnenkort ondergaat u een operatie. Deze folder bevat belangrijke informatie over uw opname op de afdeling G5 Noord: Orthopedie, Sportgeneeskunde en Plastische chirurgie. Het is belangrijk dat u de informatie in deze folder met veel aandacht doorleest, zodat u goed voorbereid bent op uw opname in het ziekenhuis.
Informatie voor thuis, vooraf aan uw opname
- Controleer of u de folder Familieparticipatie hebt ontvangen en bedenk of u hier gebruik van wilt maken.
- Afhankelijk van de operatie kan het handig zijn om hulpmiddelen voor thuis te regelen zoals: krukken, looprek, douchestoel, rollator en douchehoes. Als u alleenwonend bent kan de 'helping hand' ondersteunend zijn. Dit is een handgrijper waarmee u makkelijk voorwerpen kunt oppakken. Zie de webpagina: Informatie over hulpmiddelen.
- We raden aan om voor uw opname naar een fysiotherapeut te gaan, zodat u eventueel het lopen met loophulpmiddelen zoals krukken of looprek alvast kunt oefenen.
- Voor uw opname wordt u gebeld door de anesthesioloog, deze zal met u doornemen of u moet stoppen met het innemen van bepaalde medicatie (denk aan bloedverdunners). U wordt gebeld door de preoperatieve polikliniek voor een opnamegesprek. Daarnaast kan de apotheek contact met u opnemen om uw thuismedicatie met u door te nemen. We raden aan om de dag voor of de dag van uw opname te douchen.
- U moet nuchter zijn voor uw operatie. Dit betekent: u mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie heldere dranken drinken: water, limonade, helder sap, thee of koffie (mogen met suiker, maar NIET met melk).
- Overleg met uw operateur of tandgeneeskundige behandelingen moeten worden uitgesteld tot na de operatie. Als er een ontsteking in de mond aanwezig is moet u contact opnemen met uw operateur.
- Bel bij koorts, verkoudheid of andere tekenen van ontsteking aan het lichaam 48 uur voor de opname naar de verpleegafdeling (020 566 30 56).
- Amsterdam UMC is een openbare ruimte waardoor diefstal helaas af en toe voorkomt. We raden aan om waardevolle spullen thuis te laten.
Wat moet ik meenemen?
Er is in het ziekenhuis weinig ruimte, neem dus niet te veel mee. Gebruik bij voorkeur een opvouwbare tas om uw spullen in mee te nemen.
U moet het volgende meenemen:
- Geldig legitimatie bewijs
- Geld of pinpas (om iets te kunnen kopen bij winkels of het restaurant)
- Medicijnen (in de originele verpakking)
- Comfortabele kleding voor overdag (die makkelijk aan en uit te trekken is)
- Nachtkleding
- Pantoffels/badslippers
- Ondergoed
- Toiletartikelen
- Oplader
- Hulpmiddelen zoals rolstoel, krukken en/of rollator
Voorafgaand aan de operatie (preoperatief)
Een dag voor uw operatie, of op uw operatiedag zelf, wordt u verwacht op verpleegafdeling G5 Noord. De app “Route in Amsterdam UMC” kan helpen bij het vinden van de weg naar de afdeling. Op de afdeling meldt u zich bij de balie.
- Voor uw opname bent u al gebeld voor een opnamegesprek. De verpleegkundige op de verpleegafdeling stelt aanvullende vragen zodat alle informatie goed in uw het elektronisch patiëntendossier (EPD) staat.
- U krijgt twee polsbandjes om.
- Het kan zijn dat er bloed bij u wordt afgenomen, dit is afhankelijk van de operatie.
- Er worden vitale functies gemeten (denk aan de bloeddruk, hartslag, ademhaling etc.). Ook wordt gevraagd naar uw lengte en gewicht.
- Mogelijk wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt, dit is afhankelijk van uw leeftijd en/of u eerder hartproblemen heeft gehad.
- Als u suikerziekte (diabetes) heeft kan het zijn dat er op de verpleegafdeling al een infuus wordt geplaatst. Via het infuus wordt glucose (een oplossing met koolhydraten) gegeven om te voorkomen dat uw bloedsuiker te laag wordt, omdat u tijdelijk niks mag eten. De verpleegkundige houdt uw bloedsuikerwaarde goed in de gaten. Als u astma of COPD heeft kan het zijn dat u voorafgaand aan de operatie op de verpleegafdeling moet vernevelen, dit heeft te maken met de beademing tijdens de operatie.
- U krijgt een operatiejas en –broekje aangereikt, de verpleegkundige vraagt u deze aan te trekken.
Operatiedag
- Vlak voordat u richting de operatiekamer gaat wordt u gevraagd te plassen. U wordt hierna met uw bed naar de verkoever gebracht. Hier worden een of meerdere infusen geplaatst en wacht u tot u wordt opgehaald om naar de operatiekamer te gaan. Daar spreekt u de anesthesioloog en de operateur.
- Na de operatie wordt u naar de verkoever gebracht. Hier houden ze uw bloeddruk, hartslag, ademhaling en pijn in de gaten.
- Het kan voorkomen dat u bij wakker worden een blaaskatheter heeft gekregen of dit na ontwaken nog krijgt. Een blaaskatheter is een slangetje wat door de plasbuis in de blaas wordt ingebracht. Dit is omdat de blaas zich te veel heeft gevuld tijdens de operatie of deze zich niet kan legen. Als u een blaaskatheter heeft gekregen zal deze in principe in de avond verwijderd worden.
- Als u terug bent op de verpleegafdeling en het goed gaat met de pijn, wordt u gevraagd om op de bedrand te gaan zitten. Het mobiliseren helpt u om stijfheid en andere problemen na de operatie te voorkomen. Afhankelijk van welke operatie u ondergaat kan het ook zijn dat u in bed moet blijven. Dit noemen we bedrust.
De dagen na de operatie (postoperatief)
- U zult 's morgens vroeg wakker gemaakt worden door de verpleegkundige voor:
- Medicatie (vier keer per dag)
- Controleren van de vitale functies (drie keer per dag)
- Verband-/ gipscontrole
- Er zal mogelijk bloed worden afgenomen, voor bijvoorbeeld uw hemoglobine (hb) waarde. De waarde kan verlaagd zijn door bloedverlies tijdens de operatie. Indien uw waarde te laag is kan het zijn dat u een zakje donorbloed ontvangt.
- Indien u geen medicijnen via het infuus krijgt en voldoende drinkt wordt het infuus afgekoppeld en verwijderd.
- Afhankelijk van welke operatie u heeft gehad wordt er een controlefoto gemaakt op de röntgenafdeling.
- Afhankelijk van welke operatie u heeft gehad helpt de verpleegkundige of fysiotherapeut u met uit bed komen, zitten in de stoel en lopen.
Fysiotherapie
Als op de poli ingeschat wordt dat u na de operatie fysiotherapie nodig heeft, raden wij aan voor opname langs een fysiotherapeut te gaan. De fysiotherapeut kan dan alvast het lopen met hulpmiddelen met u oefenen.
Afhankelijk van de operatie die u ondergaat, komt de fysiotherapeut tijdens uw opname bij u langs. De fysiotherapeut geeft informatie en gaat het bewegen met u oefenen doormiddel van loop- en transfertrainingen.
Opnameduur
De opnameduur verschilt per operatie. We kijken naar de volgende punten om te bepalen of u met ontslag kunt gaan:
- U kunt veilig uit bed, in de stoel en lopen.
- De pijn is onder controle.
- Geen of weinig wondlekkage.
- Alle onderzoeken zijn afgerond.
Leefregels tijdens en na de opname
Afhankelijk van welke operatie u ondergaat kunnen er leefregels opgesteld worden. Als dit zo is zal de operateur of verpleegkundige u dit vertellen.
Ontslag
Vraag of degene die u ophaalt een (rode) rolstoel van beneden meeneemt (als u geen eigen rolstoel bij u heeft en deze wel nodig is). Deze staan bij de hoofdingang. Hiermee kunt u naar de auto gebracht worden. Vervolgens kan de rolstoel weer bij de hoofdingang achtergelaten worden.
Op de afdeling krijgt u een verpleegkundige ontslagsamenvatting mee met daarin leefregels waaraan u zich moet houden.
Onderstaande papieren worden doorgestuurd:
- Een brief met medische informatie wordt doorgestuurd naar uw huisarts of, als u niet naar huis gaat, naar uw zorginstelling.
- Uw recepten worden doorgestuurd naar de poli apotheek. Dit is de apotheek in het ziekenhuis, hier kunt u de voorgeschreven medicatie ophalen.
- Uw poli afspraken worden doorgestuurd naar uw mail of zijn te zien in uw elektronisch patiëntendossier (dit kan tot een week na uw ontslag nog worden nagestuurd).