Er is geen eenvoudige (bloed-)test waarmee de diagnose MS kan worden gesteld. Daarom luistert de neuroloog naar het klachtenpatroon van de patiënt en doet hij een lichamelijk onderzoek. Het lastige van de diagnose MS is dat er veel verschijnselen zijn die ook bij andere ziekten voorkomen, zoals wazig zien, tintelingen, duizelingen of moeheid.
MRI
Als neurologen de diagnose MS vermoeden, zullen zij meestal een MRI-scan ('magnetic resonance imaging') van de hersenen en/of het ruggenmerg laten maken. Als er sprake is van MS, zijn hierop afwijkingen te zien.
Ruggenprik
Door gegevens van het klachtenpatroon, het lichamelijk onderzoek en het MRI-onderzoek te combineren lukt het de diagnose MS betrouwbaar te stellen. Is het beeld nog niet duidelijk? Dan is het nodig een 'ruggenprik' of 'lumbaal punctie' te doen. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid vocht dat zich rond de hersenen en het ruggenmerg bevindt via een dunne naald onder uit de rug afgenomen. In het laboratorium wordt vervolgens onderzocht of er bepaalde ontstekingseiwitten aanwezig zijn, die wijzen op MS, of dat er misschien iets anders aan de hand is.
Oogfoto
Om informatie te krijgen over de conditie van uw ogen wordt een OCT gemaakt (Optische CoherentieTomografie). Met OCT-apparatuur kunnen de onderdelen van het oog precies in beeld worden gebracht. Voor een MS OCT-onderzoek wordt gekeken naar de dikte van de zenuwlaag in het netvlies. Dit onderzoek duurt voor beide ogen ongeveer een minuut en is ongevaarlijk en geheel pijnloos.
Oogzenuw onderzoek
Met het visual evoked potential (VEP)-onderzoek wordt de oogzenuw onderzocht. Dat is de verbinding van het oog met de hersenen. Met een VEP-onderzoek kan worden gemeten hoe goed de signalen over de oogzenuw verstuurd worden. Dit is bijvoorbeeld verstoord bij een oogzenuwontsteking.
Voor een VEP-onderzoek krijgt u plakkertjes op het hoofd. Daaraan zitten draden (elektroden) die naar een computer lopen die de signalen van de ogen naar de hersenen meten. U kijkt naar een beeldscherm met bewegende blokjes en lichtflitsen. Het duurt niet lang en doet geen pijn.
Aanvullend onderzoek
Soms is het nodig om nog meer onderzoek te verrichten, zoals bijvoorbeeld bloedonderzoek. Dit is nodig om er zo zeker mogelijk van te zijn dat er geen andere ziekten over het hoofd worden gezien.