Blaaskanker en inwendige bestraling (brachytherapie).

Er is bij u blaaskanker vastgesteld. De behandeling bestaat uit bestralingen. Een ander woord voor bestralingen is radiotherapie. Daarom bent u doorgestuurd naar de afdeling Radiotherapie van het Amsterdam UMC locatie AMC. De behandeling bestaat meestal uit uitwendige en inwendige bestraling. In deze folder krijgt u meer informatie over de inwendige bestraling (brachytherapie) bij blaaskanker.

Inwendige bestraling.

Bij inwendige bestraling wordt de tumor van dichtbij bestraald. Dit gebeurt met behulp van een radioactieve bron. Voor de inwendige bestraling brengen we een aantal katheters (dunne holle buisjes) in de blaas. Het inbrengen gebeurt op de operatiekamer in het ziekenhuis waar u geopereerd wordt.

Voor de inwendige bestraling wordt u opgenomen in het Amsterdam UMC locatie AMC. (zie bladzijde 3)

Illustration of the prostate gland

ligging blaas bij een man

De keuze voor inwendige bestraling?

Voordat er met de behandelingen begonnen kan worden, wordt door de radiotherapeut en uroloog bepaald of de blaas geschikt is voor inwendige bestraling. Voor de operatie krijgt u ook een gesprek met de anesthesist. Deze arts bespreekt met u de algehele narcose die noodzakelijk is om de operatie te kunnen uitvoeren.

Wat is de voorbereiding op de inwendige bestraling?

U wordt opgenomen in het ziekenhuis waar de operatie aan uw blaas zal gaan plaats vinden.
Als u onder narcose bent, krijgt u een slangetje in de blaas. Dit is de zogenaamde blaaskatheter. De urine loopt dan vanzelf in een opvangzakje. Deze blijft erin zitten totdat de bestralingen klaar zijn.

Tijdens die operatie worden de katheters ingebracht die nodig zijn voor de inwendige bestraling. De katheters zullen een klein stukje uit uw buik steken. Dit wordt afgeplakt als de operatie klaar is. Bij sommige patiënten wordt bij de operatie tevens de lymfklieren verwijderd en/of de tumor in de blaas.

De dag na de operatie

De dag na de operatie wordt u naar de afdeling Radiotherapie locatie AMC gebracht. Mocht u in een ander ziekenhuis geopereerd zijn, dan wordt u met de ambulance gebracht.

Op de afdeling Radiotherapie wordt er een CT-scan gemaakt, zodat wij kunnen zien hoe de katheters in de blaas zitten.

CT-scanner

U wordt voor de inwendige bestraling opgenomen op de afdeling F5-Shortstay/Bestralingsunit van het Amsterdam UMC locatie AMC, als de CT-scan gemaakt is.

Op F5- Shortstay/Bestralingsunit zijn speciale kamers. Hier vindt de inwendige bestraling plaats.

DSCF0030

Kamer op F5Noord

Eenmaal op de afdeling zult u een paar uur moeten wachten voordat we kunnen starten met de bestralingen. Er wordt ondertussen een bestralingsplan gemaakt.

Hoe gaat de inwendige bestraling?

Als het behandelplan klaar is, worden de katheters aangesloten op het toestel met de radioactieve bron. Van de bestraling zelf voelt u niets. Tijdens de bestraling is de deur van uw kamer gesloten en mag er niemand anders in uw kamer aanwezig zijn. U mag tussen de bestralingen door, in overleg met de verpleging, wel bezoek ontvangen. Alleen volwassenen mogen op bezoek komen; zwangere vrouwen en kinderen tot 12 jaar niet.

Tijdens de behandeling blijft u op uw rug in bed liggen. Dit is om te voorkomen dat de katheters verschuiven. U mag alleen even uit bed als u voor ontlasting naar het toilet moet. U overlegt dit met de verpleging.

Wat gebeurt er na de inwendige bestraling?

Als alle bestralingen zijn gegeven worden de katheters verwijderd. De blaaskatheter wordt tevens verwijderd. Indien zich tijdens de opname geen problemen voordoen, kunt u na verwijderen van de katheters naar huis.

Enkele dagen na de bestralingen zal een medewerker van de Voorlichting Radiotherapie u bellen om te vragen hoe het met u gaat.

Welke bijwerkingen kunnen optreden?

Hoeveel last iemand heeft van bijwerkingen verschilt heel sterk.
De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen.

Kort na de ingreep:

Na de operatie

U kunt last krijgen van blaaskrampen. Ook kunt u pijn onder in de buik voelen.

Geïrriteerde blaas

Het kan zijn dat het plassen wat moeilijker en langzamer gaat na de ingreep en plassen kan gevoelig zijn. Ook kan er in het begin wat bloed in de urine zitten. Heel soms lukt het niet om zelf te plassen, er zal dan opnieuw tijdelijk een urinekatheter geplaatst worden.

Blaasontsteking/koorts

Na de ingreep heeft u een kleine kans op een blaasontsteking. Het is belangrijk om de eerste paar dagen ruim te drinken (minimaal 2 liter vocht per dag). Als u koorts krijgt of zich ziek voelt neem dan direct contact op met de arts.

Vermoeidheid

Er kunnen vermoeidheidsklachten optreden.

Wat gebeurt er na de radiotherapie?

Controle afspraken

Ongeveer 3 weken na afloop van de inwendige bestraling heeft u een controle afspraak met de radiotherapeut. Deze afspraak is bedoeld om te controleren of de bijwerkingen van de bestraling zijn verdwenen en om eventuele vragen van u te beantwoorden. Na afloop van de bestralingsbehandeling blijft u afwisselend onder controle bij uw uroloog en uw arts op de afdeling Radiotherapie.

Heeft u nog vragen?

Heeft u nog vragen over de bestraling? Neem dan contact op met uw behandelend arts bij de afdeling Radiotherapie. Telefoonnummer: 020-5663433

U kunt ook de Voorlichting bellen van de afdeling Radiotherapie. Zij zijn, maandag tot en met donderdag, telefonisch bereikbaar op nummer: 020-7328939. Als er niet wordt opgenomen, kunt u een boodschap inspreken op de voicemail. Zij bellen u dan zo snel mogelijk terug.

U kunt ook een email sturen naar: voorlichting-radiotherapie@amc.nl

Wilt u meer informatie?

Voor meer informatie kunt u kijken op de volgende websites:

Bereikbaarheid afdeling Radiotherapie

Telefonisch:

  • AMC: 020 - 566 3433
  • Maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur
  • Locatie Almere: 036 - 868 9102
  • Maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur