Binnenkort ondergaat u een operatie. Deze folder bevat belangrijke informatie over uw opname op de afdeling G5 Noord Orthopedie, Sportgeneeskunde en Plastische chirurgie. Het is belangrijk dat u de informatie in deze folder met veel aandacht doorleest, zodat u goed voorbereid bent op uw opname in het ziekenhuis.Uw operatie valt onder het zorgpad wervelkolomchirurgie. Een zorgpad is een plan waarin beschreven staat wat er voor en na de operatie gedaan wordt. Dit zorgpad kunt u digitaal bekijken via: Orthopedie en Sportgeneeskunde Amsterdam UMC.

Opnameduur:

Uw verwachte opnameduur is ongeveer drie nachten. Afhankelijk van een inschatting die wordt gemaakt op de poli kan de opnameduur verschillen.

Informatie voor thuis, vooraf aan uw opname:

  • Bedenk of u gebruik wilt maken van familieparticipatie. Zie de folder Familieparticipatie.
  • Zorg voor eventuele hulpmiddelen zoals: krukken, looprek en/of rollator.
    Als u alleenwonend bent, kan de 'helping hand' ondersteunend zijn.
    Zie de webpagina: Informatie over hulpmiddelen.
  • Voor uw opname wordt u gebeld door de anesthesioloog deze zal met u doornemen of u moet stoppen met het innemen van bepaalde medicatie (denk aan bloedverdunners).
    Verder wordt u gebeld door de preoperatieve poli en mogelijk ook door de apotheek.
    De preoperatieve poli belt u voor een telefonisch opnamegesprek.
    De apotheek zal uw thuismedicatie met u controleren.
  • We raden aan om de dag voor of de dag van uw opname te douchen.
  • U moet nuchter zijn voor uw operatie. Dit betekent: u mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie heldere dranken drinken: water, limonade, helder sap, thee of koffie (mogen met suiker, maar NIET met melk).
  • Overleg met uw operateur of tandgeneeskundige behandelingen moeten worden uitgesteld tot na de operatie. Als er ontstekingen in de mond aanwezig zijn moet u contact opnemen.
  • Bel bij koorts, verkoudheid of andere tekenen van ontsteking aan het lichaam 48 uur voor de opname naar de verpleegafdeling (020 566 30 56).
  • Amsterdam UMC is een openbare ruimte waardoor diefstal helaas af en toe voorkomt. We raden aan om waardevolle spullen thuis te laten.

Wat moet ik meenemen?

Er is in het ziekenhuis weinig ruimte, neem dus niet teveel mee. Gebuik bij voorkeur een opvouwbare tas om uw spullen in mee te nemen.

U moet het volgende meenemen:

  • Geldig legitimatie bewijs
  • Geld of pinpas (om iets te kunnen kopen bij winkels of het restaurant)
  • Medicijnen (in de originele verpakking)
  • Comfortabele kleding voor overdag (die makkelijk aan en uit te trekken is)
  • Nachtkleding
  • Pantoffels/badslippers
  • Ondergoed
  • Toiletartikelen
  • Oplader
  • Hulpmiddelen zoals rolstoel, krukken en/of rollator

Hibiscrub en Bactroban

Het kan zijn dat u twee dagen vooraf aan de operatie moet starten met hibiscrub en bactroban. De behandeling duurt vaak vijf dagen en gaat dus na de operatie door. Het kan ook zijn dat er na de operatie besloten wordt dat u hier niet mee verder hoeft te gaan.

Hibiscrub en bactroban worden gebruikt om een wondinfectie door de staphylococcus aureus te voorkomen. Dit is een van de meest voorkomende verwekkers in het ziekenhuis. De bacterie leeft op de huid en slijmvliezen van mensen. Met name de neus is een belangrijke plaats voor de bacterie.

Bactroban is een neuszalf die u tweemaal daags met een wattenstok moet aanbrengen in beide neusgaten. Hubiscrub is een desinfecterende zeepoplossing waarmee u zich eenmaal daags moet wassen. De eerste twee dagen wast u hiermee ook de haren. Ook op de dag van de operatie wast u de haren en het lichaam met hibiscrub. Neem daarom beide middelen mee tijdens uw opname.

Als u met deze middelen moet starten hoort u dit van uw operateur. De operateur geeft u verdere informatie en er wordt een recept uitgeschreven zodat u de middelen kunt ophalen bij de apotheek.

Voorafgaand aan de operatie (preoperatief)

Een dag voor uw operatie of op uw operatiedag wordt u verwacht op verpleegafdeling G5 Noord. De app “Route in Amsterdam UMC” kan helpen bij het vinden van de afdeling. Op de afdeling meldt u zich bij de balie.

  • Voor uw opname bent u al gebeld voor een opnamegesprek. De verpleegkundige op de verpleegafdeling stelt aanvullende vragen zodat alle informatie goed in uw elektronisch patiëntendossier (EPD) staat.
  • U krijgt twee polsbandjes om.
  • Er wordt mogelijk bloed bij u afgenomen, dit is afhankelijk van de operatie.
  • Er worden vitale controles gedaan (denk aan de bloeddruk, hartslag en de ademhaling). Ook wordt gevraagd naar uw lengte en gewicht.
  • Mogelijk wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt, dit is afhankelijk van uw leeftijd en/of u eerder hartproblemen heeft gehad.
  • Als u suikerziekte heeft kan het voorkomen dat er op de verpleegafdeling al een infuus wordt geplaatst. Via het infuus kan glucose (water met koolhydraten) gegeven worden zodat uw suikerwaarde niet te laag wordt doordat u niks mag eten. De bloedsuiker wordt in de gaten gehouden door de verpleegkundige.
  • Als u astma of COPD heeft kan het zijn dat u verneveld wordt, dit heeft te maken met de beademing tijdens de operatie.
  • U krijgt een operatiejas en –broekje aangereikt, de verpleegkundige vraagt u deze aan te trekken. 

Operatiedag

  • Vlak voordat u richting de operatiekamer gaat wordt u gevraagd te plassen. U wordt hierna met uw bed naar de verkoever gebracht. Hier worden een of meerdere infusen geplaatst en wacht u tot u wordt opgehaald om naar de operatiekamer te gaan. Daar spreekt u de anesthesioloog en de operateur.
  • Na de operatie wordt u naar de verkoever gebracht. Hier houden ze uw bloeddruk, hartslag, ademhaling en pijn in de gaten.
  • Het kan zijn dat u bij wakker worden een blaaskatheter heeft gekregen of dit na ontwaken nog krijgt. Dit is omdat de blaas zich te veel heeft gevuld tijdens de operatie of deze zich niet kan legen. Als u een blaaskatheter heeft gekregen zal deze in principe in de avond verwijderd worden (indien u geen epiduraal gekregen heeft).
  • Na de operatie moet u de eerste vier uur op uw rug blijven liggen, het hoofdeind van het bed mag wel omhoog.
  • Het is mogelijk dat u tijdens de operatie een drain heeft gekregen. De drain zorgt ervoor dat wondvocht/ bloed beter uit het operatiegebied afgevoerd wordt.
  • Het is mogelijk dat u tijdens de operatie een epiduraal heeft gekregen. De epiduraal zorgt ervoor dat het operatiegebied geen pijn doet. Als u een epiduraal heeft krijgt u ook altijd een blaaskatheter.
  • De eerste 24 uur na de operatie krijgt u antibiotica via het infuus

De dagen na de operatie

Dag 1

  • U zult elke ochtend vroeg wakker gemaakt worden door de verpleegkundige voor:
    • Medicatie (vier keer per dag)
    • Controleren van de vitale functies (drie keer per dag)
    • Verband- en/of wondcontrole
  • Er zal mogelijk bloed worden afgenomen, bijvoorbeeld voor uw hemoglobine (hb) waarde. De waarde kan verlaagd zijn door bloedverlies tijdens de operatie. Indien uw waarde te laag is kan het zijn dat u een zakje donorbloed ontvangt.
  • De fysiotherapeut komt u in de ochtend uit bed en in de stoel helpen.
    Als dit goed gaat helpt de verpleegkundige later op de dag.
  • De eerste 24 uur na de operatie krijgt u antibiotica via het infuus.
  • Als u een drain heeft wordt deze verwijderd.
  • U gaat voor een controlefoto naar de röntgen.

Dag 2-3*

  • Als u een epiduraal en blaaskatheter heeft worden deze verwijderd. Hierna wordt ook het infuus stopgezet, afgedopt en verwijderd.
  • Als u geen epiduraal heeft wordt het infuus al eerder verwijderd.
  • De verpleegkundige helpt u in de ochtend stoel. De fysiotherapeut komt later langs om het mobiliseren verder met u te oefenen. In de avond helpt de verpleegkundige u.

*de opnameduur hangt af van hoe goed en snel uw herstel verder verloopt. Het kan dus zijn dat u al eerder met ontslag kunt gaan.

Leefregels tijdens en na de opname

  • U mag uit bed komen en rondlopen, zolang de pijn het toelaat.
  • U mag de eerste zes weken de rug niet maximaal buigen en opzij draaien.
  • Als u uit bed komt moet u via de zij uzelf omhoogduwen om met beide benen gelijktijdig tot de bedrand te komen.

Fysiotherapie

Tijdens uw opname komt de fysiotherapeut langs om het bewegen met u te oefenen. Hierbij stelt de fysiotherapeut de volgende doelen op:

  • U kunt zelfstandig uit bed komen, met of zonder loophulpmiddel (dag 1).
  • U kunt veilig en zelfstandig lopen, met of zonder loophulpmiddel (dag 2).
  • U kunt veilig de trap op en af lopen, als dit nodig is (dag 3).

Ontslag

Vraag of degene die u ophaalt een (rode) rolstoel van beneden meeneemt (als u geen eigen rolstoel bij u heeft). Deze staan bij de hoofdingang. Hiermee kunt u naar de auto gebracht worden. Vervolgens kan de rolstoel weer bij de hoofdingang achtergelaten worden.

Op de afdeling krijgt u een verpleegkundige ontslagsamenvatting mee met daarin leefregels waaraan u zich moet houden.

Onderstaande papieren worden doorgestuurd:

  • Een brief met medische informatie wordt doorgestuurd naar uw huisarts of, als u niet naar huis gaat, naar uw zorginstelling.
  • Uw medicijnen worden doorgestuurd naar de poli apotheek. Dit is de apotheek in het ziekenhuis, hier kunt u de voorgeschreven medicijnen ophalen.
  • Uw poli afspraken worden doorgestuurd naar uw mail of zijn te zien in uw elektronisch patiëntendossier (dit kan tot een week na uw ontslag nog worden nagestuurd).