Binnenkort ondergaat u een operatie. Deze folder bevat belangrijke informatie over uw opname op de afdeling G5 Noord Orthopedie, Sportgeneeskunde en Plastische chirurgie. Het is belangrijk dat u de informatie in deze folder met veel aandacht doorleest, zodat u goed voorbereid bent op uw opname in het ziekenhuis. Uw operatie valt onder het zorgpad scoliose. Een zorgpad is een plan waarin beschreven staat wat er voor en na de operatie gedaan wordt. Het zorgpad is ook digitaal te zien via: Orthopedie en Sportgeneeskunde Amsterdam UMC.
Opnameduur
Uw verwachte opnameduur is ongeveer vier tot zes nachten. Afhankelijk van een inschatting die wordt gemaakt op de poli kan de opnameduur verschillen.
Informatie voor thuis, vooraf aan uw opname
- Controleer of u de folder Familieparticipatie hebt ontvangen en bedenk of u hier gebruik van wilt maken.
- Zorg voor eventuele hulpmiddelen zoals: krukken, looprek en/of rollator. Als u alleenwonend bent kan de 'helping hand' ondersteunend zijn. Zie de webpagina: Informatie over hulpmiddelen.
- Voor uw opname wordt u gebeld door de anesthesioloog deze zal met u doornemen of u moet stoppen met het innemen van bepaalde medicatie (denk aan bloedverdunners). Verder wordt u gebeld door de preoperatieve poli en mogelijk ook door de apotheek. De preoperatieve poli belt u voor een telefonisch opnamegesprek. De apotheek zal uw thuismedicatie met u controleren.
- We raden aan om de dag voor of de dag van uw opname te douchen.
- U moet nuchter zijn voor uw operatie. Dit betekent: u mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie heldere dranken drinken: water, limonade, helder sap, thee of koffie (mogen met suiker, maar NIET met melk).
- Overleg met uw operateur of tandgeneeskundige behandelingen moeten worden uitgesteld tot na de operatie. Als er een ontsteking in de mond aanwezig is moet u contact opnemen.
- Bel bij koorts, verkoudheid of andere tekenen van ontsteking aan het lichaam 48 uur voor de opname naar de verpleegafdeling (020 566 30 56).
- Amsterdam UMC is een openbare ruimte waardoor diefstal helaas af en toe voorkomt. We raden aan om waardevolle spullen thuis te laten.
Wat moet ik meenemen?
Er is in het ziekenhuis weinig ruimte, neem dus niet teveel mee. Gebuik bij voorkeur een opvouwbare tas om uw spullen in mee te nemen.
U moet het volgende meenemen:
- Geldig legitimatie bewijs
- Geld of pinpas (om iets te kunnen kopen bij winkels of het restaurant)
- Medicijnen (in de originele verpakking)
- Comfortabele kleding voor overdag (die makkelijk aan en uit te trekken is)
- Nachtkleding
- Pantoffels/badslippers
- Ondergoed
- Toiletartikelen
- Oplader
- Hulpmiddelen zoals rolstoel, krukken en/of rollator
Hibiscrub en Bactroban
Het kan zijn dat u twee dagen vooraf aan de operatie moet starten met hibiscrub en bactroban. De behandeling duurt vaak vijf dagen en gaat dus na de operatie door. Het kan ook zijn dat er na de operatie besloten wordt dat u hier niet mee verder hoeft te gaan.
Hibiscrub en bactroban worden gebruikt om een wondinfectie door de staphylococcus aureus te voorkomen. Dit is een van de meest voorkomende verwekkers in het ziekenhuis. De bacterie leeft op de huid en slijmvliezen van mensen. Met name de neus is een belangrijke plaats voor de bacterie.
Bactroban is een neuszalf die u tweemaal daags met een wattenstok moet aanbrengen in beide neusgaten. Hubiscrub is een desinfecterende zeepoplossing waarmee u zich eenmaal daags moet wassen. De eerste twee dagen wast u hiermee ook de haren. Ook op de dag van de operatie wast u de haren en het lichaam met hibiscrub. Neem daarom beide middelen mee tijdens uw opname.
Als u met deze middelen moet starten hoort u dit van uw operateur. De operateur geeft u verdere informatie en er wordt een recept uitgeschreven zodat u de middelen kunt ophalen bij de apotheek.
Voorafgaand aan de operatie (preoperatief)
Een dag voor uw operatie of op uw operatiedag wordt u verwacht op verpleegafdeling G5 Noord. De app “Route in Amsterdam UMC” kan helpen bij het vinden van de afdeling. Op de afdeling meldt u zich bij de balie
- Voor uw opname bent u al gebeld voor een opnamegesprek. De verpleegkundige op de verpleegafdeling stelt aanvullende vragen zodat alle informatie goed in uw elektronisch patiëntendossier (EPD) staat.
- U krijgt twee polsbandjes om.
- Er wordt mogelijk bloed bij u afgenomen, dit is afhankelijk van de operatie.
- Er worden vitale functies gemeten (denk aan de bloeddruk, hartslag en ademhaling). Ook wordt gevraagd naar uw lengte en gewicht.
- Mogelijk wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt, dit is afhankelijk van uw leeftijd en/of u eerder hartproblemen heeft gehad.
- Als u suikerziekte heeft kan het voorkomen dat er op de verpleegafdeling al een infuus wordt geplaatst. Via het infuus kan glucose (water met koolhydraten) gegeven worden zodat uw suikerwaarde niet te laag wordt doordat u niks mag eten. De bloedsuiker wordt in de gaten gehouden door de verpleegkundige.
- Als u astma of COPD heeft kan het zijn dat u verneveld wordt, dit heeft te maken met de beademing tijdens de operatie.
- U krijgt een operatiejas en –broekje aangereikt, de verpleegkundige vraagt u deze aan te trekken.
Operatiedag
- Vlak voordat u richting de operatiekamer gaat wordt u gevraagd te plassen. U wordt hierna met uw bed naar de verkoever gebracht. Hier worden een of meerdere infusen geplaatst en wacht u tot u wordt opgehaald om naar de operatiekamer te gaan. Daar spreekt u de anesthesioloog en de operateur.
- Tijdens de operatie heeft u waarschijnlijk een epiduraal gekregen. De epiduraal zorgt ervoor dat het operatiegebied geen pijn doet. Als u een epiduraal heeft, krijgt u ook altijd een blaaskatheter. De blaaskatheter zorgt ervoor dat de blaas zich goed kan legen.
- Na de operatie wordt u naar de verkoever gebracht. Hier houden ze uw bloeddruk, hartslag, ademhaling en pijn in de gaten.
- Na de operatie moet u de eerste vier uur op uw rug blijven liggen, het hoofdeind van het bed mag wel omhoog.
- De eerste 24 uur na de operatie krijgt u antibiotica via het infuus.
De dagen na de operatie
Dag 1
- U zult elke ochtend vroeg wakker gemaakt worden door de verpleegkundige voor:
- Medicatie (vier keer per dag)
- Controleren van de vitale functies (drie keer per dag)
- Verband- en/of wondcontrole
- Er zal mogelijk bloed worden afgenomen, voor bijvoorbeeld uw hemoglobine (hb) waarde.
De waarde kan verlaagd zijn door bloedverlies tijdens de operatie. Indien uw waarde te laag is kan het zijn dat u een zakje donorbloed ontvangt. - De fysiotherapeut komt in de ochtend langs om het uit bed gaan met u te oefenen. Later op de dag helpt de verpleegkundige u.
- De eerste 24 uur krijgt u antibiotica via het infuus.
- De epiduraal, blaaskatheter en het infuus worden gecontroleerd door de verpleegkundige.
Dag 2
- De verpleegkundige helpt u in de ochtend met uit bed komen. In de middag komt de fysiotherapeut met u oefenen.
- De epiduraal, blaaskatheter en het infuus worden gecontroleerd door de verpleegkundige.
Dag 3
- Als u een epiduraal heeft wordt deze stopgezet, dit heet een proefstop. Als de proefstop goed gaat wordt de epiduraal verwijderd. Hierna wordt ook de blaaskatheter verwijderd. Als u geen medicatie krijgt over het infuus wordt deze afgekoppeld..
- De verpleegkundige helpt u uit bed, als het nodig is komt de fysiotherapeut langs om te oefenen.
Dag 4 t/m 7*
- Als de proefstop van het epiduraal niet gelukt was zal de proefstop opnieuw plaats vinden.
- De verpleegkundige helpt u uit bed, als het nodig is komt de fysiotherapeut langs om te oefenen.
- Op dag vijf gaat u voor een controlefoto naar de röntgen.
*Afhankelijk van uw herstel kunt u mogelijk eerder met ontslag gaan
Diëtiek
Rondom een operatie is het extra belangrijk om goed te eten en te bewegen. Een operatie en het herstel daarna kunnen leiden tot verlies van spiermassa, waardoor uw conditie achteruitgaat. Door goed te eten en te bewegen voor en na de operatie, kunt u dit verlies van conditie zo klein mogelijk houden. Eiwitten helpen bij het opbouwen, herstellen en behouden van spieren. Zorg er dus voor dat u voldoende eiwitrijk voedsel eet, zoals: melkproducten, vlees, vis, eieren, peulvruchten en noten.
Leefregels tijdens en na de opname
- U mag uit bed komen en rondlopen, zolang de pijn het toelaat.
- U mag de eerste dag na de operatie niet langer dan 20 minuten achter elkaar zitten. Dit mag u de dagen hierna uitbreiden.
- Uit bed: eerst van rug tot zij komen, daarna langzaam zijwaarts opduwen met gelijktijdig de benen tot de bedrand brengen.
- U mag de eerste zes weken de rug niet maximaal buigen en opzij draaien.
- U mag maximaal 5 kilo tillen gedurende drie maanden na de operatie.
Fysiotherapie
Tijdens uw opname komt de fysiotherapeut langs voor de training en uitleg over: in en uit bed komen, lopen en zo nodig traplopen. Hierbij stelt de fysiotherapeut de volgende doelen op:
- U heeft inzicht in hoe u de leefregels moet toepassen in uw dagelijks leven
- U kunt zelfstandig uit bed komen, met of zonder loophulpmiddel (dag 1).
- U kunt veilig en zelfstandig lopen, met of zonder loophulpmiddel (dag 2).
- U kunt veilig de trap op en af lopen, als dit nodig is (dag 3).
Ontslag
Vraag of degene die u ophaalt een (rode) rolstoel van beneden meeneemt (als u geen eigen rolstoel bij u heeft). Deze staan bij de hoofdingang. Hiermee kunt u naar de auto gebracht worden. Vervolgens kan de rolstoel weer bij de hoofdingang achtergelaten worden.
Op de afdeling krijgt u een verpleegkundige ontslagsamenvatting mee met daarin leegregels waaraan u zich moet houden.
Onderstaande papieren worden doorgestuurd:
- Een brief met medische informatie wordt doorgestuurd naar uw huisarts of, als u niet naar huis gaat, naar uw zorginstelling.
- Uw medicijnen worden doorgestuurd naar de poli apotheek. Dit is de apotheek in het ziekenhuis, hier kunt u de voorgeschreven medicijnen ophalen.
- Uw poli afspraken worden doorgestuurd naar uw mail of zijn te zien in uw elektronisch patiëntendossier.