Binnenkort ondergaat u een operatie aan of rondom het bekken. Deze folder bevat belangrijke informatie over uw opname op de afdeling G5 Noord: Orthopedie, Sportgeneeskunde en Plastische chirurgie. Het is belangrijk dat u de informatie in deze folder met veel aandacht doorleest, zodat u goed voorbereid bent op uw opname in het ziekenhuis. Uw operatie valt onder het zorgpad bekkenresectie. Een zorgpad is een plan waarin beschreven staat wat er voor en na de operatie gedaan wordt.
Opnameduur
De verwachte opnameduur verschilt per operatie. De opnameduur kan oplopen tot veertien nachten. De opnameduur kan anders zijn na inschatting op de poli.
Informatie voor thuis, vooraf aan uw opname
- Controleer of u de folder Familieparticipatie hebt ontvangen en bedenk of u hier gebruik van wilt maken.
- Zorg voor hulpmiddelen zoals: krukken en/of looprek en/of rollator en toilet verhoger. Als u alleen woont kan de 'helping hand' ondersteunend zijn. Zie de webpagina: Informatie over hulpmiddelen.
- Het wordt geadviseerd om vooraf aan uw opname het lopen met hulpmiddelen te oefenen.
Dit kan eventueel met uw eigen fysiotherapeut. - Voor uw opname wordt u gebeld door de anesthesioloog deze zal met u doornemen of u moet stoppen met het innemen van bepaalde medicatie (denk aan bloedverdunners). Verder wordt u gebeld door de preoperatieve poli en mogelijk ook door de apotheek. De preoperatieve poli belt u voor een telefonisch opnamegesprek. De apotheek zal uw thuismedicatie met u verifiëren.
- We raden aan om de dag voor of de dag van uw opname te douchen.
- U moet nuchter zijn voor uw operatie. Dit betekent: u mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie heldere dranken drinken: water, limonade, helder sap, thee of koffie (mogen met suiker, maar NIET met melk).
- Overleg met uw operateur of tandgeneeskundige behandelingen moeten worden uitgesteld tot na de operatie. Als er infecties in de mond aanwezig zijn moet u contact opnemen.
- Bel bij koorts, verkoudheid of andere tekenen van infectie aan het lichaam 48 uur voor de opname naar de verpleegafdeling: 020 566 30 56.
- Amsterdam UMC is een openbare ruimte waardoor diefstal helaas af en toe voorkomt. We raden aan om waardevolle spullen thuis te laten.
Wat moet ik meenemen?
Er is in het ziekenhuis weinig ruimte, neem dus niet teveel mee. Gebuik bij voorkeur een
opvouwbare tas om uw spullen in mee te nemen.
U dient de volgende zaken mee te nemen:
- Geldig legitimatie bewijs
- Geld of pinpas (om iets te kunnen kopen bij winkels of het restaurant)
- Medicijnen (in de originele verpakking)
- Comfortabele kleding voor overdag (die makkelijk aan en uit te trekken is)
- Nachtkleding
- Pantoffels/badslippers
- Ondergoed
- Toiletartikelen
- Oplader
- Hulpmiddelen zoals rolstoel, krukken, rollator
Voorafgaand aan de operatie (preoperatief)
Een dag voor uw operatie of op uw operatiedag wordt u verwacht op verpleegafdeling G5 Noord. De app “route in Amsterdam UMC” kan u helpen bij het vinden van de weg naar de afdeling. Op de afdeling meldt u zich bij de balie. Als er geen baliemedewerker/-ster aanwezig is kunt u zich aanmelden bij één van de verpleegkundige. U zult vervolgens worden begeleid naar uw kamer.
- Voor uw opname bent u al gebeld voor een opnamegesprek.
De verpleegkundige op de verpleegafdeling stelt alleen nog aanvullende vragen zodat alle informatie goed geregistreerd is in het elektronisch patiëntendossier (EPD). - U krijgt twee polsbandjes om.
- Er wordt mogelijk bloed bij u afgenomen.
- Er worden vitale controles gedaan (denk aan de bloeddruk, hartslag, saturatie en tempratuur). Ook wordt gevraagd naar uw lengte en gewicht.
- Mogelijk wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt, dit is afhankelijk van uw leeftijd en/ of u eerder hartproblemen heeft gehad.
- Als u suikerziekte heeft kan het voorkomen dat er op de verpleegafdeling al een infuus wordt geplaatst. Via het infuus kan glucose (water met koolhydraten) gegeven worden zodat uw suikerwaarde niet te laag wordt doordat u niks mag eten. De bloedsuiker wordt in de gaten gehouden door de verpleegkundige.
- Als u astma of COPD heeft kan het zijn dat u verneveld wordt, dit heeft te maken met de beademing tijdens de operatie.
- U krijgt een operatiejas en -broekje aangereikt, de verpleegkundige vraagt u deze aan te trekken.
Operatiedag
- Vlak voordat u richting de operatiekamer gaat wordt u gevraagd te plassen. U wordt hierna met uw bed naar de verkoever gebracht. Hier worden een of meerdere infusen geplaatst en wacht u tot u wordt opgehaald om naar de operatiekamer te gaan. Daar spreekt u de anesthesioloog en de operateur.
- Op de operatiekamer bevestigd de operateur uw persoonsgegevens (naam, geboortedatum). Dit is een standaard veiligheidsprocedure.
- Na de operatie wordt u naar de verkoever gebracht. Hier houden ze uw vitale functies (zoals bloeddruk, hartslag en ademhaling) in de gaten. Verder kunnen zij pijnstilling geven wanneer nodig.
- Het kan voorkomen dat u bij wakker worden een blaaskatheter heeft gekregen of dit na ontwaken nog krijgt. Dit is omdat de blaas zich te veel heeft gevuld tijdens de operatie of deze zich niet kan legen.
- Na de operatie is het mogelijk dat u een epiduraal heeft gekregen. Dit voorkomt dat u pijn krijgt in het geopereerde gebied. Als u een epiduraal heeft krijgt u ook altijd een blaaskatheter.
- Na de operatie is het mogelijk dat u een drain heeft gekregen. Deze voert wondvocht en/of bloed af uit het operatiegebied.
- Na de operatie is het mogelijk dat u een VAC-pomp heeft gekregen. De VAC-pomp zit op de gesloten operatiewond om de genezing te bevorderen.
- Als uw pijn onder controle is en uw vitale functies zijn goed wordt u opgehaald door de verpleegkundige van de verpleegafdeling. Eenmaal terug op de verpleegafdeling wordt u geholpen de eigen kleding aan te trekken en krijgt u wat te eten.
- Om uw gezondheid in de gaten te houden zullen er regelmatig metingen van de vitale functies gedaan worden.
- U heeft de eerste twee dagen bedrust. Wanneer voor u mogelijk wordt u wel geholpen naar het toilet.
De dagen na de operatie (postoperatief)
Dag 1
- U zult elke ochtend vroeg wakker gemaakt worden de verpleegkundige voor:
- Medicatie
- Controleren van de vitale functies
- Helpen met het uit bed komen
- Verbandcontrole
- Indien aanwezig worden de VAC-pomp, drain epiduraal en katheter gecontroleerd door de verpleegkundige.
- Er zal bloed worden afgenomen om de waarden van het hb te bepalen. De hemaglobine (hb) waarde kan verlaagd zijn door bloedverlies tijdens de operatie. Indien uw waarde te laag is kan het zijn dat u een zakje donorbloed ontvangt.
- U heeft de eerste twee dagen bedrust. Wanneer voor u mogelijk wordt u wel geholpen naar het toilet. De fysiotherapeut komt langs voor bed mobilisatie en oefeningen om de spierfunctie te behouden. Het is belangrijk zoveel mogelijk rechtop in bed te eten, ter voorbereiding op het mobiliseren uit bed.
- De eerste 3 dagen krijgt u mogelijk antibiotica (ceftriaxon en metronidazol) via het infuus.
Dag 2
- Eventueel aanwezig drukverband wordt 48 uur na de operatie verwijderd.
- Indien u geen epiduraal heeft, voldoende drinkt en geen medicatie (zoals antibiotica) krijgt via het infuus wordt het infuus stopgezet.
- U heeft de eerste twee dagen bedrust. Wanneer voor u mogelijk wordt u wel geholpen naar het toilet. De fysiotherapeut komt langs voor bed mobilisatie en oefeningen om de spierfunctie te behouden. Het is belangrijk zoveel mogelijk rechtop in bed te eten, ter voorbereiding op het mobiliseren uit bed.
Dag 3
- Als u nog steeds een infuus heeft (en geen epiduraal), voldoende drinkt en geen medicatie (zoals antibiotica) krijgt via het infuus wordt nogmaals gekeken of deze gestopt kan worden.
- De blaaskatheter wordt verwijderd (als u geen epiduraal heeft).
- U start met mobiliseren uit bed (indien goedkeuring van de operateur), met behulp van de fysiotherapeut.
- U gaat naar de röntgen voor een controle foto.
Dag 4-14*
- Als u nog een drain heeft wordt deze op dag vijf verwijderd na goedkeuring van de operateur. Het kan zijn dat de drain al eerder verwijderd is omdat deze weinig afgelopen heeft.
- Als u een epiduraal heeft wordt deze op dag vijf verwijderd. Hierna wordt ook de blaaskatheter verwijderd en ook het infuus gestopt.
- Als u nog een infuus heeft wordt het infuus stopgezet, afgedopt en verwijderd.
- De fysiotherapeut komt met u oefenen en de verpleegkundige ondersteund u met tweemaal daags uit bed gaan.
- Afhankelijke van welke dag het is wordt er bloed afgenomen om infectiewaarden te bepalen (maandag en donderdag).
- Als u een VAC-pomp heeft wordt deze verwijderd tussen dag vijf en zeven.
*de opnameduur hangt af van hoe goed u kunt mobiliseren, hoeveel pijn u heeft en de wondgenezing. Het kan dus zijn dat u al eerder met ontslag kunt gaan.
De VAC-pomp (Vacuum Assisted Closure)
Een VAC-pomp is een pomp die op de operatiewond geplaatst wordt doormiddel van een spons. De spons wordt afgedekt met folie zodat deze luchtdicht verpakt zit. Op het folie zit een zuignap die verbonden is met de pomp. De pomp zorgt voor negatieve druktherapie. De negatieve druktherapie zorgt voor een optimale wondgenezing.
Leefregels tijdens en na de opname
U mag na de operatie 10% belasten (tenzij anders vermeld na de operatie), dit betekent dat u geen kracht of druk mag zetten op het geopereerde gebied.
Fysiotherapie
Het is handig om voor de operatie langs een fysiotherapeut te gaan, zodat u het lopen met hulpmiddelen alvast kunt oefenen.
Tijdens de opname komt de fysiotherapeut langs om met u te oefenen. Hierbij stelt de fysiotherapeut de volgende doelen op:
- Lopen, transfers en (indien nodig) traplopen gaan veilig en zelfstandig.
- Onderhouden van algehele conditie.
- Er wordt aandacht besteed aan oefeningen om de voet in de juiste stand te houden (anti-spitsvoet oefeningen) en het voorkomen van gespannen spieren (dwangstanden) in de enkel, knie en heup.
De eerste twee dagen heeft u bedrust. De fysiotherapeut doet met u oefeningen op bed. Op dag drie gaat de fysiotherapeut het uit bed gaan met u oefenen.
Diëtist
Bij (grote) oncologische operaties wordt standaard de diëtist in consult gevraagd. De diëtist biedt ondersteuning bij het verbeteren van de voedingstoestand na de operatie. Een goede voedingstoestand versneld uw herstel. Voor uw herstel verbruikt u veel eiwitten waardoor een eiwitrijk dieet erg belangrijk is.
Medisch maatschappelijk werk of pastoor
Medisch maatschappelijk werk maakt onderdeel uit van het behandelteam. Deze komt in de meeste gevallen vanzelf langs. De medisch maatschappelijk werker of naar wens pastoor kan u ondersteuning bieden op het gebied van psychosociale hulp. U bepaalt zelf of u hier behoefte aan heeft tijdens uw opname.
Ontslagcriteria
Om te bepalen of u met ontslag kunt kijken wij naar de volgende punten:
- De pijn is onder controle.
- Er is geen wondlekkage.
- U kunt veilig uit bed, in de stoel en lopen.
- De ontslagbestemming en noodzakelijke hulpmiddelen zijn geregeld.
Ontslag
Vraag of degene die u ophaalt een (rode) rolstoel van beneden meeneemt (als u geen eigen rolstoel bij u heeft). Deze staan bij de hoofdingang. Hiermee kunt u naar de auto gebracht worden. Vervolgens kan de rolstoel weer bij de hoofdingang achtergelaten worden.
U zult de volgende papieren krijgen:
- Op de afdeling krijgt u een verpleegkundige ontslagsamenvatting mee met daarin leefregels waaraan u zich moet houden.
- U krijgt een fysiotherapeutische ontslagbrief mee of deze wordt nagestuurd.
Onderstaande papieren worden doorgestuurd:
- Een brief met medische informatie wordt doorgestuurd naar uw huisarts of, als u niet naar huis gaat, naar uw zorginstelling.
- Uw recepten worden doorgestuurd naar de poli-apotheek. Dit is de apotheek in het ziekenhuis, hier kunt u de voorgeschreven medicatie ophalen.
- Uw poliafspraken worden doorgestuurd naar uw mail of zijn te zien in uw Mijn Dossier (dit kan tot een week na uw ontslag nog worden nagestuurd).