Dit onderzoek is een röntgenonderzoek om te kijken of uw eileiders doorgankelijk zijn. U krijgt via het speculum (eendenbek of spreider) een cupje op de baarmoedermond of een slangetje in de baarmoederholte geplaatst. Via dit wordt contrastvloeistof ingespoten. Deze vloeistof is zichtbaar op een röntgenfoto en zo kunnen wij beoordelen of de vloeistof goed door de eileider(s) loopt. Het onderzoek heet ook wel HSG (hysterosalpingogram). Deze folder beschrijft de gang van zaken bij dit onderzoek.

Waar vindt het onderzoek plaats en wie voert het onderzoek uit?

Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie en wordt uitgevoerd door een arts van het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde (gynaecoloog in opleiding), samen met een laborant van de afdeling radiologie.

Wat zijn de risico’s?

  • Infectie.
    Tijdens het onderzoek mag u geen Chlamydia hebben omdat u dan kans hebt op een eileiderontsteking. Als u er niet zeker van bent dat u geen Chlamydia heeft, neem dan contact op. U krijgt een formulier om een Chlamydiakweek uit de urine af te nemen. De uitslag duurt minimaal 1 week. Als er bij u antistoffen tegen Chlamydia in het bloed (ook wel CAT genoemd) zijn gevonden, dan wordt routinematig een bacteriekweek van de baarmoedermond of urine afgenomen. De uitslag van de kweek moet goed zijn.
  • Allergische reactie op jodium.
  • Als u een jodiumallergie heeft dan is dit onderzoek niet geschikt voor u omdat contrastmiddelen jodiumhoudend zijn. Neem contact met ons op als u na het plannen van dit onderzoek er achter komt dat u een jodiumallergie hebt. Afhankelijk van uw situatie wordt een ander onderzoek met u afgesproken.

Hoe spreekt u dit onderzoek af?

Per bericht via www.mijndossier.amsterdamumc.nl of via de Mijn Dossier Amsterdam UMC app of eventueel via telefoon geeft u de volgende gegevens aan ons door:

  • De vermelding dat het om een onderzoek naar doorgankelijkheid van de eileider gaat;
  • Uw patiëntnummer;
  • De eerste dag van uw laatste menstruatie.

De foto’s worden op dinsdagochtend gemaakt. Het onderzoek wordt afhankelijk van uw menstruele cyclus afgesproken. Dit is van groot belang omdat u ten tijde van het onderzoek niet zwanger mag zijn. Een beginnende zwangerschap kan namelijk door het spuiten van contrastmiddel worden verstoord. Ook mag het onderzoek niet plaatsvinden tijdens bloedverlies.

Het ideale moment om de foto te maken is dus als de menstruatie voorbij is, maar nog vóór de eisprong heeft plaatsgevonden zodat u met deze eisprong thuis nog zwanger kunt raken. In overleg kunt u de kortdurend de anticonceptiepil starten om de planning te vereenvoudigen. Vrouwen die behandeling met donorsperma doen kunnen ook na hun eisprong dit onderzoek inplannen.

Wat moet u doen voorafgaand aan het onderzoek?

  • Voorbereiding thuis: u neemt eenmalig 500 mg Naproxen (2 tabletten van 250 mg) of 400 mg Iboprofen, 1 uur voor uw afspraak. U kunt naproxen of ibuprofeen bij de drogist zonder recept kopen (‘over the counter’).
    Mocht u in verband met vergoeding een recept wensen, neem dan contact op. Let op: de kosten zijn dan een stuk hoger en worden verrekent met uw eigen risico waardoor u mogelijk alsnog zelf betaald.
  • Het is verstandig om niet alleen naar het ziekenhuis te komen, zodat u met begeleiding naar huis kunt als u zich nog niet helemaal fit voelt.
  • Verliest u nog enkele druppels menstruatiebloed? Dit is niet erg, u hoeft ons hiervoor niet te bellen. Als u nog echt menstrueert kan het onderzoek niet doorgaan. Neemt u dan direct contact op (zie onder).
  • Vergeet niet uw AMC-patiëntenpas mee te nemen.

Hoe komt u op de afdeling Radiologie?

  • U komt op het afgesproken tijdstip op de afdeling radiologie (zie voor de locatie uw afspraak in “Mijn Dossier”) bij de centrale balie aan.
  • U gaat niet naar het toilet om te plassen, tenzij anders met u is afgesproken. Uw blaas is dus redelijk gevuld, waardoor het onderzoek makkelijker verloopt.

Hoe vindt het onderzoek plaats?

De laborant haalt u op uit de wachtkamer en vertelt u wat er gaat gebeuren. U kleedt zich in de kleedkamer uit en trekt een katoenen schort van het AMC aan. U kunt uw BH en shirtje aanhouden, uw onderbroek laat u uit. Uw partner (indien van toepassing) mag mee naar binnen en krijgt een loodschort aan ter bescherming. De arts vraagt u ter controle uw naam en geboortedatum te noemen en de eerste dag van uw laatste menstruatie.

Belangrijk

Op het moment van het onderzoek moet u zeker zijn dat u niet zwanger bent! Deze vraag zal u vlak voor het onderzoek nog gesteld worden. Als u hier niet zeker van bent wordt de foto niet gemaakt. Dit betekent dat u vanaf de menstruatie tot en met de foto geen gemeenschap of beschermde gemeenschap hebt. Beschermde gemeenschap betekent dat u anticonceptie gebruikt, bijvoorbeeld een anticonceptiepil of condooms.
U mag op de dag van het onderzoek ook geen vaginaal bloedverlies hebben. Is dit het geval, neem dan contact op met het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde.

U gaat op een onderzoekstafel liggen met de benen in de beensteunen. De vulva wordt ontsmet met jodium. Hierna wordt het speculum ingebracht. De schede wordt ook ontsmet met jodium. De röntgenbuis wordt boven uw onderbuik ingesteld. Via een flexibel slangetje (catheter) dat we voorbij de baarmoedermond plaatsen, spuiten we contrastvloeistof in. Dit kan even pijnlijk zijn, te vergelijken met heftige menstruatiekrampen.

Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier. Het grootste deel is voorbereiden, het inspuiten van de contrastvloeistof duurt tussen de 10 tot 30 seconden. Soms komt er onvoldoende contrastvloeistof in de baarmoeder. Het is dan nodig om het slangetje te vervangen door cupje (met vacuüm) op de baarmoedermond of te vervangen door een ander instrument.

Na afloop kijkt de arts samen met u naar de foto’s op het scherm. De arts vertelt u direct of er afwijkingen te zien waren. Maar let op, dit is een voorlopige uitslag. De definitieve uitslag krijgt u na de patiëntenbespreking.

Na het onderzoek krijgt u een washand en handdoek, zodat u zich kunt wassen in de kleedkamer. U krijgt een maandverband, omdat er contrastvloeistof kan lekken. De contrastvloeistof voelt plakkerig aan.

Na het onderzoek

Na de ingreep kunt u 1 of 2 dagen lichte pijn in de onderbuik houden. U kunt zo nodig een pijnstiller nemen (paracetamol). Er kan ook sprake zijn van wat afscheiding of gering bloedverlies.

Uitslag van het onderzoek

Na het onderzoek worden de röntgenfoto’s beoordeeld en samen met uw andere uitslagen besproken binnen het team van artsen. Na deze bespreking ontvangt u een vervolgafspraak in ‘Mijn Dossier’. Als één of beide eileiders op de foto’s open zijn, dan is dat een goede uitslag. Er wordt dan berekend wat uw kans is op een spontane zwangerschap. Hierover wordt u bij de vervolgafspraak geïnformeerd. Als u een goede kans hebt, is behandeling nog niet nodig.

Als beide eileiders dicht lijken of er is twijfel over de doorgankelijkheid, dan kan het zijn dat wij u adviseren om een kijkoperatie (laparoscopie) te ondergaan. Zie patiëntenfolder ‘Kijkoperatie voor vruchtbaarheidsonderzoek’.

Vragen

Hebt u nog vragen en/of opmerkingen, dan kunt u contact opnemen met het CVV, tel. 020–5664287 (tijdens werkdagen tussen 09.00 en 11.00 uur en 14.00 en 16.00 uur). U kunt ons een bericht sturen via “Mijn Dossier” te bereiken via de app ‘Mijn Dossier Amsterdam UMC’ of via www.mijndossier.amsterdamumc.nl. Dit is de enige veilige manier om met het ziekenhuis te communiceren.

Mocht u alleen in staat zijn om te mailen, stuur dan een e-mail (cvv@amc.nl). Vermeld dan altijd uw (meisjes)naam, initialen, patiëntennummer en geboortedatum. Mailverkeer heeft vanwege de nieuwe privacywet niet meer de voorkeur.

Contact in geval van klachten

Het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde is tussen 9.00 en 11.00 uur en tussen 14.00 en 16.00 uur telefonisch bereikbaar (tel. 020-5664287). Tussen 11.00 en 14.00 uur kunt u in geval van spoed via de centrale van Amsterdam UMC, locatie AMC (tel. 020-5669111) het dienstsein van het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde bereiken.

In het weekend en buiten de openingsuren van het Centrum voor Voortplantings­geneeskunde neemt u contact op met de dienstdoende gynaecoloog van het AMC (via de SpoedEisende Hulp Vrouwenziekten, SEHV, tel. 020-5661500) of met uw lokale gynaecoloog die u verwezen heeft.