Een tumor vernietigen met behulp van microgolvenIn deze folder wordt de ingreep microwave ablatie (MWA) beschreven. Deze behandeling wordt uitgevoerd door een interventieradioloog. Het kan zijn dat de interventieradioloog een andere methode kiest die beter aansluit bij uw situatie, die niet in deze folder beschreven staat.

Wat is microwave ablatie (MWA)?

MWA is een vorm van warmtetherapie. Met behulp van een echografie of een CT-scan wordt bekeken wat de beste behandelmethode voor u is. Daarna worden één of meerdere speciale naald(en) (antennes) in de tumor geplaatst. Met behulp van microwavegolven warmt de tumor op. De procedure wordt in Amsterdam UMC, locatie VUmc in principe onder algehele narcose uitgevoerd, maar bij relatief kleine procedures wordt soms gekozen voor een ‘roesje’.

MWA kan op twee manieren uitgevoerd worden, namelijk peroperatief (met een operatie waarbij de chirurg de lever eerst losmaakt van de huid en omgevende organen, waarna de radioloog via een echo de MWA uitvoert) of percutaan (prikje door de huid zonder operatie).

Of een patiënt in aanmerking komt voor MWA wordt pas besloten na een uitvoerige evaluatie en een bespreking waarbij altijd meerdere specialismen betrokken zijn.

Voorbereiding op de behandeling

Tijdens uw afspraak met de anesthesioloog (preoperatieve screening of POS) wordt de narcose- of sedatieprocedure (roesje) met u besproken.

  • Indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt zoals Sintrom, Acenocoumarol, Marcoumar, Ascal of Plavix, moet u tijdig contact opnemen met uw behandelend arts. Deze medicatie moet soms tijdelijk gestaakt worden. Dit gaat in overleg met uw behandelend arts. Indien u niet zeker bent of u bloedverdunnende medicatie gebruikt, neemt u dan contact op voor overleg met uw behandelend arts.
  • Trek gemakkelijke kleding aan die u makkelijk aan en uit kunt trekken. Wanneer u opgenomen wordt, krijgt u op de verpleegafdeling ziekenhuiskleding. Wanneer u zwanger bent of denkt zwanger te zijn, moet u dit direct melden aan uw behandelende arts.

Melden

U dient zich de ochtend van tevoren (soms de avond van tevoren) nuchter te melden op de afdeling waar u zult verblijven. Meestal is dit de afdeling kort verblijf (1B). De verpleegkundige brengt u vervolgens naar de afdeling radiologie.

De behandeling

  • Op de verpleegafdeling waar u bent opgenomen, zal bloed worden afgenomen. Ook krijgt u een infuus met antibiotica. Soms gebeurt dit pas op de behandelkamer van de afdeling radiologie.
  • Van de verpleegafdeling zult u in een bed naar de afdeling radiologie worden gebracht.
  • Meestal wordt voorafgaand aan de procedure, onder plaatselijke verdoving, een slangetje (katheter) ingebracht via de liesslagader om tijdens de ingreep de afwijking en de bloedvaten goed in beeld te krijgen. De anesthesioloog brengt u vervolgens onder narcose en de interventieradioloog voert de MWA-procedure uit. Aan het einde van de procedure wordt het slangetje uit de liesslagader verwijderd, waarbij meestal een zelfoplosbare plug in de lies wordt geplaatst. U krijgt in dat geval een folder mee met informatie hierover.
  • Na de MWA wordt u wakker in de behandelkamer op de afdeling radiologie of op de uitslaapkamer (verkoever). Daarna wordt u naar de verpleegafdeling gebracht.
  • Soms kan de procedure worden uitgevoerd onder sedatie (‘roesje’) in plaats van narcose. Dit zal door de interventieradioloog met u besproken worden tijdens uw polikliniekbezoek. Over het algemeen is de totale opnameduur 24 uur.

Complicaties

Elke medische behandeling kent risico’s en mogelijke complicaties. Deze heeft de

behandelend interventieradioloog (of soms de behandelend arts) van tevoren ruimschoots

met u besproken. Wanneer u toch twijfels heeft, moet u altijd een verpleegkundige of uw

behandelend arts waarschuwen.

Na de behandeling

Het is mogelijk dat u na de ingreep pijn heeft. In overleg met uw behandelend arts

kunt u hiervoor pijnstilling innemen. In de meeste gevallen kunt u de dag na de

behandeling al naar huis, maar soms is het nodig een paar dagen in het ziekenhuis te

blijven. Uw behandelend arts zal u na de procedure nauwlettend in de gaten houden en

vervolgafspraken met u maken.

De uitslag

Met de behandelend interventieradioloog en/of met uw behandelend arts zal het resultaat

van de behandeling besproken worden.

Informatie

Als u verhinderd bent om op de afspraak te komen, neemt u dan zo spoedig mogelijk

contact op met uw behandelend arts.

Bereikbaarheid voor spoedeisende zaken na de behandeling:

• van 08.00 - 16.30 uur via de afdeling radiologie op nummer (020) 444 4200;

• buiten deze tijden kunt u het algemene nummer van het ziekenhuis bellen, (020) 444

4444 en vragen naar de dienstdoende radioloog.

Tot slot

Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het

gesprek met uw behandelend arts.