Uw behandelend arts heeft met u besproken dat een leucocytenscintigrafie bij u verricht moet worden. Dit is een onderzoek waarbij de witte bloedcellen (leucocuten) radioactief worden gemaakt en een ontstekingshaard in beeld gebracht kan worden. Het onderzoek duurt in de hele dag, het maken van de scan duurt ongeveer 1,5 uur.

Voorbereiding

  • Als u zwanger bent, dit vermoedt of borstvoeding geeft, dient u dit aan uw behandelend arts te melden.
  • Vanaf 24.00 uur de avond voor het onderzoek mag u niets meer eten en drinken. Na de bloedafname mag u weer eten en drinken.
  • In overleg met uw behandelend arts moet u eventueel het gebruik van uw medicijnen staken. Zo niet, dan moet u uw medicijnen blijven gebruiken.

Het maken van de scan

Ter voorbereiding op het onderzoek wordt bloed afgenomen. Na de bloedafname kunt u de afdeling verlaten en mag u wat gaan eten en drinken.

Op de afgesproken tijd meldt u zich weer op de afdeling nucleaire geneeskunde/PET. Het bloed, dat radioactief is gemaakt, wordt bij u ingespoten. Of er worden direct opnames gemaakt óf een uur na injectie. Dit wordt tijdens de bloedafname met u besproken.

Aan het einde van de dag worden de laatste opnames gemaakt.

Voor de scan moet al het metaal verwijderd worden, inclusief kleding waar metaal aan zit. U kunt zich bij de scan omkleden.

Tijdens het maken van de scan ligt u op een bed. Dit bed schuift door de scanner heen. Het is belangrijk dat u goed stil blijft liggen tijdens de scan. Een geringe verschuiving kan problemen veroorzaken bij het beoordelen van de scan.

U kunt direct na het onderzoek weer doen wat u gewend bent. De meeste stoffen verlaten via de urine het lichaam. Het is daarom aan te bevelen om de rest van de dag wat meer te drinken dan u gewoonlijk doet. Op die manier wordt de overtollige radioactieve stof snel uit het lichaam gespoeld. Het is gewenst dat heren zittend plassen.

Uitslag

De foto's moeten eerst op de computer worden bewerkt voordat ze door een arts van de afdeling kunnen worden beoordeeld. De arts maakt een verslag van het onderzoek en stuurt dit naar uw behandelend arts, die u de uitslag geeft.

Belangrijk

Wij verzoeken u vriendelijk om op tijd aanwezig te zijn voor het onderzoek. De stoffen worden speciaal voor u klaargemaakt en zijn maar kort houdbaar. De afspraken zijn voor ieder onderzoek weer anders daarom luistert het schema erg nauw. Omdat het onderzoek

kostbaar is stellen wij het op prijs dat u ons tijdig op de hoogte stelt indien u verhinderd bent.

Vragen

Als u nog vragen heeft over het onderzoek kunt u contact met ons opnemen van maandag t/m vrijdag tussen 8.00 – 16.00 uur, telefoon (020) 444 4200.

Voor medische vragen moet u contact opnemen met uw behandelend arts.

Alle folders kunt u opvragen via de poli van uw behandelend arts of via onze website www.amsterdamumc.nl locatie VUmc. Ga naar alle specialismen/centra, daar kiest u voor Radiologie en nucleaire geneeskunde. Onder Patiënteninformatie radiologie en nucleaire geneeskunde staan alle folders.

Informatie over radioactiviteit en straling

Straling is overal om ons heen; in de bodem, in muren van woningen, in ons voedsel en in het lichaam zelf. Dit heet natuurlijke straling. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van kunstmatige straling voor uiteenlopende toepassingen, zoals medische onderzoeken. In grote hoeveelheden kan straling schadelijk zijn. De hoeveelheid die u krijgt toegediend tijdens dit onderzoek is echter zo laag, dat de kans op schadelijke gevolgen voor u verwaarloosbaar is. De stralingsdosis is te vergelijken met de dosis die u krijgt bij een röntgenonderzoek. De toegediende stof heeft geen bijwerkingen en na enkele uren is de meeste straling al weer verdwenen. Familie of vrienden lopen geen extra risico en kunnen u veilig begeleiden. Houd wel rekening met zwangere vrouwen en kleine kinderen. We raden het zeer af om zwangere vrouwen en/of kinderen mee te nemen naar het onderzoek. De arts of laborant die u begeleidt kan u daar meer over vertellen.

Zwangerschap en borstvoeding

Ongeboren baby’s zijn veel gevoeliger voor radioactieve straling dan volwassenen. Wanneer u zwanger bent of denkt het te zijn, dan moet u dit melden vóórdat u de injectie krijgt. Na overleg met uw behandelend arts kan besloten worden om, in het belang van het kind, de hoeveelheid radioactiviteit aan te passen of het onderzoek uit te stellen tot na de zwangerschap.

Sommige radioactieve stoffen kom en in de moedermelk terecht. Geeft u borstvoeding, dan moet u dit melden vóórdat u de injectie krijgt. Wij kunnen u dan vertellen of het nodig is om tijdelijk de borstvoeding af te kolven. De voeding is in de meeste gevallen na enkele dagen in de koelkast of vriezer gewoon te gebruiken.