U bent opgenomen in Amsterdam UMC, locatie VUmc voor de behandeling van een klaplong, ook wel een pneumothorax genoemd.

Figuur 1 Klaplong

Wat is een klaplong?

De longen zijn omgeven door longvliezen (pleurabladen). Het binnenste vlies ligt direct op de long en is ermee vergroeid. Het buitenste vlies ligt tegen de binnenwand van de borstkas. Normaal is er in de ruimte tussen deze vliezen (pleuraholte) een bepaalde onderdruk. Dat wil zeggen dat de druk daar lager is dan de luchtdruk om ons heen en dus ook lager dan de druk in de longen. Hierdoor worden de longen ontplooid gehouden. Bij een klaplong (figuur 1) stroomt er vanuit de longen lucht in de pleuraholte. Hierdoor klapt de long samen en ontplooit niet meer.

Oorzaken

Meestal ontstaat een klaplong spontaan. Wel verhoogt een bepaalde lichaamsbouw de kans op een klaplong. Lange magere jonge mannen lopen een groter risico een klaplong te krijgen. Daarnaast is het risico op het ontstaan van een klaplong bij rokers hoger dan bij niet-rokers. Ook duiken met perslucht en vliegen in een vliegtuigje zonder drukcabine verhogen het risico aanzienlijk. Een klaplong kan ook het gevolg zijn van een ongeval, een messteek, of een longaandoening als taaislijmziekte of longemfyseem. Ten slotte kan een klaplong ontstaan als complicatie na een ingreep in of rondom de longen.

Klachten

Een klaplong kan gepaard gaan met hevige pijn op de borst, een moeizame ademhaling en benauwdheid. Meestal wordt de pijn gevoeld aan de rugzijde, ter hoogte van de schouderbladen. Na enige tijd kan de benauwdheid verminderen, doordat het lichaam zich instelt op het ademen met één long.

De behandeling

Als de long slechts een klein stukje is ingeklapt, is rust houden voldoende. Bij een grotere klaplong, of bij herhaling van een klaplong, wordt er een ingreep verricht om de long weer te laten ontplooien. Hierbij wordt (onder verdoving) tussen twee ribben een buisje (drain) ingebracht, die gedurende enkele dagen lucht wegzuigt zodat de lucht in de pleuraholte weer verdwijnt (zie figuur 2).

Figuur 2

Leefregels

Eenmaal thuis wordt u geadviseerd de volgende leefregels in acht te nemen:

  1. neem voldoende rust;
  • gedurende twee maanden niet sporten of vliegen;
  • gedurende twee maanden geen zwaar huishoudelijk werk doen;
  • gedurende twee maanden niet zwaar tillen;
  • bezigheden als lopen en fietsen geleidelijk opvoeren;
  • niet roken;
  • niet meer duiken. Indien u dit toch wilt blijven doen, overleg dan met uw longarts.

Er is geen bezwaar tegen snelle hervatting van zittend werk. U kunt met uw longarts overleggen of uw aandoening of behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw beroep.

Vragen?

Indien u nog vragen heeft, kunt u telefonisch contact opnemen met de klinische afdeling longziekten in Amsterdam UMC, locatie VUmc, 5C, T (020) 444 2150.