Inleiding

IVF is in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw in Nederland geïntroduceerd als een methode van kunstmatige voortplanting. IVF bracht een belangrijke uitbreiding van de mogelijkheden tot behandeling bij paren die kampten met vruchtbaarheidsproblemen.

De efficiëntie van een IVF-behandeling wordt vergroot door de mogelijkheid embryo’s die in vitro zijn ontstaan en die nog niet direct worden aangewend voor het bewerkstelligen van een

zwangerschap, in te vriezen en te bewaren voor later gebruik (cryopreservatie). Het latere gebruik van bewaarde embryo’s kan verschillende vormen hebben.

Het doel dat voorop staat bij de cryopreservatie is het toekomstig gebruik ten behoeve van de bewaargevers bij een nieuwe poging tot het bewerkstelligen van een (nieuwe) zwangerschap. Indien die doelstelling bij bewaargevers niet meer aan de orde is, kunnen de overige doelen waarvoor embryo’s op grond van de Embryowet mogen worden bestemd en gebruikt, in beeld komen, te weten het ter beschikking stellen ten behoeve van:

  1. het bewerkstellingen van de zwangerschap van een andere vrouw (embryodonatie),
  2. het in kweek brengen van embryonale stamcellen voor geneeskundige doeleinden, medisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs en het verrichten van volgens de wet toelaatbaar wetenschappelijk onderzoek.

Aan de onder 1. genoemde optie zal in Amsterdam UMC, locatie VUmc niet worden meegewerkt. Embryo’s zullen in voorkomende gevallen worden overgebracht naar een andere IVF-instelling die deze behandelingsoptie aanbiedt. Amsterdam UMC, locatie VUmc is verantwoordelijk voor het transport.

De Embryowet bevat een regeling op het gebied van de zeggenschapsrechten over het gebruik van embryo’s voor andere doeleinden dan het bewerkstelligen van een zwangerschap bij het

paar voor wie de embryo’s tot stand zijn gebracht. Indien voor het tot stand brengen van de embryo’s gebruik is gemaakt van gedoneerde geslachtscellen en de donor gebruik heeft gemaakt

van de in artikel 6, lid 4 van de Embryowet gegeven mogelijkheid, moet ook rekening worden gehouden met zijn of haar zeggenschapsrechten ten aanzien van het bestemmen van de

embryo’s voor andere doeleinden dan het tot stand brengen van een zwangerschap bij het genoemde paar. Het is van belang dat partijen voor de bewaring van embryo’s goede afspraken maken over de verschillende aspecten van de bewaarneming en -geving en de uitoefening van hun zeggenschapsrechten. Uitgangspunt in de Embryowet is dat de betrokkenen gezamenlijk moeten instemmen met het gebruik van de embryo’s, dat daarom bij verschil van mening tussen de betrokkenen gebruik niet kan plaatsvinden en dat ieder van de betrokkenen te allen tijde en

zonder opgaaf van redenen die instemming kan herroepen. Een en ander geldt ook voor de bewaring voor later gebruik van embryo’s. De rechtsgrond voor bewaring komt te vervallen als

één van beide partners aangeeft daarop niet langer prijs te stellen.

Ook dient men rekening te houden met de mogelijkheid dat later gebruik postmortaal aan de orde komt na overlijden van één van degenen die zeggenschapsrechten over de embryo’s heeft,

veelal de vrouw of haar partner.

De Embryowet laat ruimte voor dergelijk postmortaal gebruik, mits de betrokkenen daarvoor voorafgaand aan het overlijden hun schriftelijke toestemming hebben verleend. In Amsterdam UMC, locatie VUmc wordt meegewerkt aan postmortale voortplanting na toestemming van de Medisch Ethische Toetsingscommissie per individueel geval. In de onderhavige overeenkomst betreffende de bewaarneming en -geving van embryo’s worden diverse consequenties van het uitoefenen van zeggenschapsrechten nader uitgewerkt en vastgelegd, evenals het doel, de termijn, de kosten en de aansprakelijkheid bij bewaring.

Een nadere toelichting op deze overeenkomst is toegevoegd.

Bewaarovereenkomst met betrekking tot embryo’s

De instelling waar IVF-behandeling plaatsvindt, zijnde Amsterdam UMC, locatie VU medisch centrum, gevestigd te Amsterdam, partij aan de ene zijde in de hoedanigheid van bewaarnemer, nader te noemen de IVF-instelling

en

mevrouw ____________________________________________________________________

geboren ____________________________________________________________________

wonende ____________________________________________________________________

te __________________________________________________________________________

nader te noemen de vrouw

en de heer/mevrouw __________________________________

geboren _____________________________________________________________________

wonende ____________________________________________________________________

te __________________________________________________________________________

nader te noemen de partner, samen partij aan de andere zijde, in de hoedanigheid van bewaargevers, nader te noemen bewaargevers, gaan de volgende overeenkomst aan.

Artikel1. Definities

Bewaarnemer

De instelling waar de IVF-behandeling plaatsvindt in het kader waarvan de embryo’s zijn ontstaan die voor bewaring en later gebruik in aanmerking komen en die de mogelijkheid biedt tot cryopreservatie van embryo’s.

Bewaargevers

Degenen ten behoeve van wie in het kader van de IVF-behandeling embryo’s tot stand zijn gebracht die voor bewaring en later gebruik in aanmerking komen.

IVF

Methode waarbij in vitro door middel van het samenbrengen van zaad- en eicellen of het

injecteren van zaadcellen in eicellen embryo’s ontstaan.

IVF-instelling

Instelling waarin de vrouw onder behandeling is voor IVF en waar embryo’s ten behoeve van later gebruik kunnen worden bewaard.

Embryo’s

Embryo’s ontstaan bij een voorafgaande IVF- behandeling en nog niet gebruikt om een

zwangerschap te bewerkstelligen waarvoor ofwel eicellen en zaadcellen van de bewaargevers ofwel gedoneerde ei- en/of zaadcellen zijn gebruikt.

Cryopreservatie

Het in diepgevroren toestand brengen en houden van daarvoor geselecteerde embryo’s met het oog op gebruik ervan na ontdooien, primair voor het tot stand brengen van een zwangerschap bij de bewaargevers.

Artikel 2. Doel van de overeenkomst

Doel van de overeenkomst is te voorzien in bewaring van embryo’s ontstaan bij een IVF-behandeling en wel op een zodanige wijze dat de bewaargevers daar op een later tijdstip gebruik van kunnen maken - met inachtneming van de voorschriften binnen de instelling - voor eigen voortplanting en/of om daaraan een andere bestemming te kunnen geven die in overeenstemming is met de ter zake geldende wettelijke regelingen.

Artikel 3. Strekking van de overeenkomst

Lid 1. In bewaring nemen van embryo’s

De bewaarnemer verbindt zich tegenover de bewaargevers tot het bewaren van één of meerdere voor bewaring geschikt gebleken embryo’s volgens de methode van cryopreservatie. Met dit doel:

  • heeft de IVF-instelling - op grond van de stand van de wetenschap - beoordeeld of de kwaliteit van de embryo’s zodanig is dat bewaring voor later gebruik zinvol is te achten. De aldus geselecteerde embryo’s worden in bewaring genomen;
  • doet de IVF-instelling binnen drie weken na de aanvang van de cryopreservatie schriftelijk mededeling aan de bewaargevers:
  1. hoeveel embryo’s en
  2. in hoeveel daarvoor bestemde containers er embryo’s zijn ingevroren en worden bewaard.

Lid 2. Uitvoering cryopreservatie

Het proces van cryopreservatie zal geschieden door een hiertoe gekwalificeerde medewerker van het IVF-laboratorium van de IVF-instelling en conform de stand van de wetenschap, met als doel de kwaliteit van de embryo’s zo goed mogelijk te (be)houden om deze te kunnen aanwenden voor het tot stand brengen van een zwangerschap.

Lid 3. Aanwending van in bewaring gegeven embryo’s

De IVF-instelling verbindt zich tot afgifte van (een aantal van) de gecryopreserveerde embryo’s ten behoeve van de doeleinden waartoe de bewaargevers in gezamenlijkheid en met inachtneming van ter zake geldende wettelijke regelingen de embryo’s willen

bestemmen.

In voorkomende gevallen draagt de IVF-instelling de embryo’s ten behoeve van die bestemming over aan een daartoe door de bewaargevers aangewezen instelling die voldoet aan de wettelijke

eisen voor het in bewaring nemen dan wel gebruiken van embryo’s.

Lid 4. Donorgeslachtscellen

Indien bij het tot stand brengen van embryo’s gebruik is gemaakt van gedoneerde geslachtscellen en de donor/donoren hebben gebruikgemaakt van de mogelijkheid (ex artikel 6, lid 4 van de Embryowet) om te bepalen dat voor ander gebruik dan ten behoeve van het bewerkstelligen van een zwangerschap bij de bewaargevers de toestemming van de donor/ donoren moet worden verkregen, dan draagt de bewaarnemer zorg voor het verkrijgen van die toestemming alvorens de embryo’s voor die andere doeleinden af te geven.

Lid 5. Vernietiging van embryo’s

De IVF-instelling verbindt zich tot vernietiging van de gepreserveerde embryo’s in geval de toestemming van één van de bewaargevers voor verdere bewaring vervalt, in geval van overlijden van één van de bewaargevers – met uitzondering van de situatie bedoeld

in artikel 8 – en in geval van beëindiging van de overeenkomst zonder dat bewaargevers in gezamenlijkheid hebben aangegeven welke bestemming er aan de embryo’s gegeven moet worden dan wel – als gebruik is gemaakt van gedoneerde geslachtscellen – de gekozen bestemming niet in overeenstemming is met de zeggenschapsrechten van de donor(en) van de geslachtscellen.

Lid 6. Kwaliteitsverlies

De bewaargevers zijn zich ervan bewust dat ondanks de inachtneming van de op grond van de huidige stand van de wetenschap vereiste kwaliteitsmaatregelen en buiten de schuld van de IVF-instelling het proces van cryopreservatie kan leiden tot kwaliteitsverlies van de embryo’s.

Artikel 4. Duur en verlenging van de overeenkomst

Lid 1. Aanvang van de overeenkomst

De overeenkomst betreffende cryopreservatie van embryo’s vangt aan nadat onderzoek door de IVF-instelling van de embryo’s heeft uitgewezen dat er embryo’s geschikt zijn voor cryopreservatie.

Lid 2. Duur van de overeenkomst

De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van twee jaar gerekend vanaf de dag dat vastgesteld is dat de embryo’s geschikt zijn voor cryopreservatie. De overeenkomst wordt – behoudens tussentijdse opzegging – hooguit drie maal stilzwijgend verlengd voor de periode van één jaar, tot een totale maximale duur van vijf jaar. Op indicatie kan deze maximale periode worden verlengd.

Lid 3. Afwijken van de maximale bewaartermijn

Indien de bewaargevers de bewaartermijn van vijf jaar willen overschrijden dienen zij een met redenen omkleed schriftelijk verzoek in te dienen bij het hoofd van het IVF-centrum. Het hoofd dient het verzoek te bespreken in het IVF-team en indien er in het IVF-team geen consensus wordt bereikt, het verzoek ter nadere toetsing voor te leggen aan de Medisch Ethische

Toetsingscommissie.

Lid 4. Beëindiging van de overeenkomst

Na verstrijken van de duur van de overeenkomst stelt de bewaarnemer de bewaargevers schriftelijk in de gelegenheid om gezamenlijk binnen drie maanden aan te geven of zij aan de embryo’s – in overeenstemming met wet- en regelgeving – een bepaalde bestemming

willen geven. Indien de bewaargevers niet in gezamenlijkheid zo’n bestemming aangeven, zullen de in bewaring gegeven embryo’s worden vernietigd.

Artikel 5. Opzegging van de overeenkomst door de bewaargevers

Lid 1. Bevoegdheid van de bewaargevers

Elk der bewaargevers is te allen tijde bevoegd om de overeenkomst schriftelijk – per aangetekende brief met bericht van ontvangst – op te zeggen. De bewaarnemer stelt de bewaargevers na opzegging schriftelijk in de gelegenheid om gezamenlijk binnen drie maanden

aan te geven of zij aan de embryo’s – in overeenstemming met wet- en regelgeving – een bepaalde bestemming willen geven. Indien bewaargevers niet in gezamenlijkheid zo’n bestemming aangeven, zullen de in bewaring gegeven embryo’s binnen de termijn van één

maand worden vernietigd.

Lid 2. Bestemming van de embryo’s bij opzegging door de bewaargevers

De bewaargevers kunnen bij opzegging gezamenlijk schriftelijk aan de IVF-instelling verklaren dat de in bewaring gegeven één of meerdere embryo’s:

    1. dienen te worden afgegeven aan een op grond van wet- en regelgeving tot handelingen met embryo’s bevoegde andere instelling voor verdere bewaarneming dan wel voor gebruik voor het bewerkstelligen van een zwangerschap;
    2. kunnen worden gebruikt ten behoeve van een ander paar met fertiliteitsproblemen;
    3. kunnen worden gebruikt voor het in kweek brengen van embryonale stamcellen voor geneeskundige doeleinden, medisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs;
    4. kunnen worden aangewend voor gebruik in op grond van de Embryowet toelaatbaar wetenschappelijk onderzoek;
    5. dienen te worden vernietigd.

Lid 3. Donorgeslachtscellen

Indien de embryo’s tot stand zijn gebracht met gedoneerd materiaal en bewaargevers kiezen voor bestemming c of d, dan is artikel 3, lid 4 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Opzegging door de bewaarnemer

Lid 1. Bevoegdheid van de bewaarnemer

De bewaarnemer is uitsluitend bevoegd eenzijdig met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden de overeenkomst schriftelijk, met bericht van ontvangst, op te zeggen indien:

  • de bewaargevers weigeren de kosten verbonden aan de bewaarneming te voldoen, na naartoe schriftelijk te zijn aangemaand door de bewaarnemer,
  • de vrouw ten behoeve van wier eventuele zwangerschap de embryo’s worden gepreserveerd de leeftijd heeft bereikt zoals genoemd in het landelijk protocol eiceldonatie (45 jaar),
  • er twee jaar verstreken zijn, of op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten het langer bewaren van embryo’s om deze te kunnen gebruiken voor het doen ontstaan van een zwangerschap, niet meer zinvol is te achten.

Lid 2. Bestemming van de embryo’s

De IVF-instelling nodigt bij de opzegging de bewaargevers uit om binnen drie maanden gezamenlijk schriftelijk kenbaar te maken welke van de in artikel 5, lid 2 sub b, c, d genoemde bestemmingen aan de embryo’s dienen te worden gegeven. Artikel 3, lid 4 is in deze situatie van overeenkomstige toepassing.

Lid 3. Opzegging door de bewaarnemer

Na eenzijdige opzegging door de bewaarnemer zullen de embryo’s worden vernietigd, tenzij de bewaargevers binnen de gestelde termijn gezamenlijk hebben aangegeven welke bestemming aan de embryo’s dient te worden gegeven.

Artikel 7. Einde van de overeenkomst

Lid 1. Einde van de overeenkomst

Anders dan door eenzijdige opzegging eindigt de overeenkomst betreffende cryopreservatie:

  • door afgifte van alle embryo’s door de bewaarnemer ten behoeve van het doel waartoe de embryo’s door de bewaargevers gezamenlijk waren bestemd,
  • door het verstrijken van de (maximale) duur van de overeenkomst,
  • door het overlijden van één of beide bewaargevers,
  • met wederzijds goedvinden van partijen, of
  • indien de partnerrelatie beëindigd is, anders dan door overlijden.

Lid 2. Bestemming van de embryo’s

Indien de overeenkomst eindigt met wederzijds goedvinden van partijen, dan stelt de bewaarnemer de bewaargevers in de gelegenheid om binnen drie maanden gezamenlijk schriftelijk aan te geven welke bestemming er aan de embryo’s dient te worden gegeven. Artikel 3, lid 4 is in deze situatie van overeenkomstige toepassing. Indien binnen genoemde termijn de bewaargevers niet in gezamenlijkheid zo’n bestemming aanwijzen, worden de embryo’s vernietigd.

Artikel 8. Gebruik na overlijden van een of beide bewaargevers

Lid 1. Vernietiging indien geen toestemming voor gebruik na overlijden

De bewaarnemer zal binnen 1 maand nadat de bewaarnemer op de hoogte is geraakt van het overlijden van één of beide bewaargevers de in bewaring gegeven embryo’s vernietigen indien van de overleden bewaargever(s) in het kader van deze overeenkomst geen toestemming is verkregen voor gebruik na overlijden.

Lid 2. Toestemming tot gebruik

Bewaargever 1_____________________________ ( [naam]) geeft (door het aankruisen van één of meer van onderstaande opties) toestemming voor gebruik van de in bewaring gegeven

embryo’s na overlijden voor:

  • het in kweek brengen van embryonale stamcellen voor geneeskundige doeleinden, medisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs,
  • wetenschappelijk onderzoek specifiek gericht op het verwerven van nieuwe inzichten op het terrein van: onvruchtbaarheid, kunstmatige voortplantingstechnieken, erfelijke of aangeboren
  • aandoeningen, of transplantatiegeneeskunde, of
  • wetenschappelijk onderzoek op andere terreinen van de geneeskunde.

Bewaargever 2 ________________________________ ( [naam]) geeft (door het aankruisen van één of meer van onderstaande opties) toestemming voor gebruik van de in bewaring gegeven

embryo’s na overlijden voor:

  • het in kweek brengen van embryonale stamcellen voor geneeskundige doeleinden, medisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs,
  • wetenschappelijk onderzoek specifiek gericht op het verwerven van nieuwe inzichten op het terrein van: onvruchtbaarheid, kunstmatige voortplantingstechnieken, erfelijke of aangeboren aandoeningen of transplantatiegeneeskunde, of
  • wetenschappelijk onderzoek op andere terreinen van de geneeskunde.

Lid 3. Gebruik voor bewerkstelligen van een zwangerschap

Indien bewaargevers toestemming willen verlenen voor gebruik van de in bewaring gegeven embryo’s voor het bewerkstelligen van een eigen zwangerschap na overlijden van één der partners of voor gebruik ter bewerkstelliging van een zwangerschap bij een ander paar, dan kunnen zij dat in een aparte bij deze overeenkomst te bewaren verklaring tot uitdrukking brengen.

Artikel 9. Aansprakelijkheid bij cryopreservatie

Lid 1. Zorgverplichting van de IVF-instelling

De IVF-instelling draagt zorg voor een zorgvuldige wijze van cryopreservatie van de embryo’s met inachtneming van de stand van wetenschap. De bewaargevers zijn zich er van bewust dat het proces van cryopreservatie buiten schuld van de IVF-instelling kan leiden tot kwaliteitsverlies van de embryo’s. De bewaargevers aanvaarden het risico dat de staat waarin de embryo’s zich bevinden aan het begin van de overeenkomst kan verschillen van die aan het

einde van de overeenkomst.

Lid 2. Aansprakelijkheid van de IVF-instelling

De IVF-instelling is jegens de bewaargevers niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan de embryo’s of voor het teloorgaan van de embryo’s dan wel voor schade die voortvloeit uit een schending van het persoonlijkheidsrecht van de bewaargever, op welke wijze dan ook veroorzaakt, tenzij er opzet of grove schuld van de IVF-instelling is.

Lid 3. Uitsluiting van aansprakelijkheid

De IVF-instelling is in ieder geval niet aansprakelijk voor het teloorgaan of beschadigen van embryo’s door oorzaken gelegen in de sfeer van overmacht, zoals: technische tekortkomingen van de gebruikte apparatuur of oorzaken van buitenaf, zoals brand, inbraak en diefstal.

Artikel 10. Adresgegevens van de bewaargevers

Lid 1. Verhuizing van de bewaargevers

De bewaargevers zijn verplicht om in geval van verhuizing gedurende de looptijd van de overeenkomst per aangetekende brief met bericht van ontvangst een verhuisbericht met nieuw

adres te sturen aan de IVF-instelling.

Lid 2. Adressering

De IVF-instelling is verplicht om correspondentie (waaronder aanmaningen en opzeggingen) te richten aan het adres van de bewaargevers zoals vermeld in deze overeenkomst, tenzij bewaargevers overeenkomstig lid 1 een nieuw adres aan de IVF-instelling kenbaar hebben gemaakt. De IVF-instelling heeft geen onderzoeksverplichting wat betreft de woon- of verblijfplaats van de bewaargevers.

Artikel 11. Voorschriften en protocollen binnen de IVF-instelling

De bewaargevers zijn door de bewaarnemer op de hoogte gesteld van de binnen de IVF-instelling geldende voorschriften betreffende handelingen met en gebruik van geslachtscellen en embryo’s

en zijn voor schriftelijke informatie hierover verwezen naar de voorlichtingsfolder over IVF op de website www.vumc.nl/ivf

Artikel 12. Kosten van cryopreservatie

Zuivere kosten

De zuivere kosten van de bewaarneming van de embryo’s worden door de IVF-instelling in rekening gebracht bij de bewaargevers. De IVF-instelling vraagt geen bewaarloon.

Toelichting bij de bewaarovereenkomst met betrekking tot embryo´s

Karakter van de overeenkomst

De overeenkomst betreft embryo’s die tot stand zijn gebracht in het kader van een IVF-behandeling. Als in het kader van die behandeling een aantal embryo’s niet wordt geplaatst, dan kan de bewaring van die embryo’s door middel van cryopreservatie aan de orde komen.

Primair wordt daarmee beoogd die embryo’s te kunnen gebruiken voor een nieuwe behandeling bij het betrokken paar om een zwangerschap te bewerkstelligen.

Als die vorm van gebruik niet meer aan de orde is, kunnen andere door de wet toelaatbaar geachte gebruiksdoelen aan de orde komen. Gezien de context waarin de embryo’s tot stand worden gebracht kan de vraag rijzen of de overeenkomst waarbij de IVF-instelling zich verbindt tot het bewaren van embryo’s ten behoeve van het betrokken paar, moet worden beschouwd als een onderdeel van de behandelingsovereenkomst of als een aparte bewaarovereenkomst. Dit onderscheid heeft overigens met name consequenties voor de mogelijkheid om in de overeenkomst bepalingen op te nemen die zijn gericht op het uitsluiten van aansprakelijkheid. Bij het opstellen van de onderhavige overeenkomst is Amsterdam UMC, locatie VUmc ervan uitgegaan dat het hier gaat om een door de IVF-instelling te verlenen dienst die los staat van de (oorspronkelijke) behandelingsovereenkomst. De overeenkomst heeft op grond van het door partijen beoogde doel - bewaring van de embryo’s voor eventueel toekomstig gebruik - het karakter van een bewaarovereenkomst.

Partijen bij de overeenkomst

De zeggenschap over embryo’s komt toe aan degenen ten behoeve van wier zwangerschap ze tot stand zijn gebracht. Het gaat hier om een gezamenlijk uit te oefenen zeggenschap, hetgeen impliceert dat beide partners als partij bij de bewaarovereenkomst moeten worden betrokken. Zonder instemming van beide partners kan geen overeenkomst tot stand komen en is er geen legitimatie voor bewaring van de embryo’s.

De wederpartij bij de bewaarovereenkomst is de rechtspersoon die de IVF-instelling exploiteert en die de bewaarneming van embryo’s aanbiedt als dienstverlening aan paren die zijn betrokken bij IVFbehandeling. De rechtspersoon kan op de geëigende wijze voorzien in de mandatering van één of meer functionarissen ten behoeve van het afsluiten van dergelijke overeenkomsten. In geval van donatie is er sprake van een derde partij.

Aanvang van de overeenkomst

Voordat de overeenkomst een aanvang kan nemen, is het noodzakelijk dat op wetenschappelijk verantwoorde wijze vastgesteld wordt dat er embryo’s geschikt zijn om voor een latere zwangerschap te worden bewaard. Die vaststelling behoort tot de verantwoordelijkheid van de behandelaar. Het informeren van de bewaargevers over het daadwerkelijk in bewaring nemen van embryo’s, behoort tot de verantwoordelijkheid van de bewaarnemer. Deze afbakening

van verantwoordelijkheden is mede van belang om de bewaarovereenkomst duidelijk af te grenzen ten opzichte van de behandelingsovereenkomst. De beoordeling van de geschiktheid van de embryo’s voor cryopreservatie wordt nog wel tot die behandelingsovereenkomst gerekend. Op grond van die bevindingen neemt de bewaarovereenkomst al dan niet daadwerkelijk een aanvang.

Duur van de overeenkomst

De keuze voor een initiële duur van de overeenkomst van twee jaar is ingegeven door de overweging dat de bewaargevers rustig de tijd moeten hebben om een beslissing te nemen over het gebruik voor het bewerkstelligen van een zwangerschap dan wel het geven van een andere bestemming aan de embryo’s. Na verloop van die periode kan de bewaarnemer de overeenkomst op bepaalde gronden eenzijdig beëindigen. De bewaargevers, of één van hen, hebben te allen tijde - ook binnen de initiële periode van twee jaar - de bevoegdheid om de overeenkomst eenzijdig op te zeggen. De gekozen maximale duur van de overeenkomst van in totaal vijf jaar

is niet ingegeven door wetenschappelijke overwegingen, maar door argumenten van praktische aard. Omdat een door de wetgever gestelde termijn ontbreekt, zijn instellingen vrij om deze termijn te bepalen. Binnen de gekozen termijn van vijf jaar is over het algemeen duidelijkheid te verkrijgen over het al dan niet benutten van de embryo’s voor het bewerkstelligen van een zwangerschap, door het betrokken paar. Redelijkerwijs kan binnen die termijn ook een

uiteindelijke beslissing over de bestemming of de vernietiging van de embryo’s worden genomen.

Vernietiging of bestemming voor andere doeleinden

In de systematiek van de modelovereenkomst is tot uitdrukking gebracht dat de zeggenschap over de embryo’s bij het betrokken paar gezamenlijk ligt. Dit impliceert dat als één van beide partners de toestemming voor (verdere) bewaring intrekt, de rechtsgrond voor de bewaring komt te vervallen. In die situatie moet de bewaarnemer tot vernietiging van de embryo’s overgaan. Gelet op het grote belang dat gemoeid kan zijn met het kunnen gebruiken van embryo’s voor andere doeleinden, is in de systematiek van de modelovereenkomst voorzien in het steeds benaderen van de bewaargevers door de bewaarnemer met de vraag of zij gezamenlijk

de embryo’s voor een ander doel willen bestemmen.

Daarbij is ook aandacht besteed aan de positie van een eventuele donor van de geslachtscellen waarmee de embryo’s tot stand zijn gebracht, conform het vereiste in artikel 6, lid 4 van de Embryowet.

Rechten van de bewaargevers

De verplichting van de bewaarnemer om de embryo’s overeenkomstig de wens van beide bewaargevers af te geven voor bepaalde gebruiksdoelen is geclausuleerd in die zin dat daarbij de geldende wet- en regelgeving (Embryowet en Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal) in acht moeten worden genomen. Tevens is van belang dat het recht van de bewaargevers op afgifte van de embryo’s ten behoeve van het bewerkstelligen van een zwangerschap niet

impliceert dat zij jegens de IVF-instelling een recht op hulp bij het bewerkstelligen van die zwangerschap hebben. De IVF-instelling heeft zich hieraan door het in bewaring nemen van de embryo’s, niet gecommitteerd en kan bij elke behandeling toetsen of betrokkenen (nog) aan de criteria voor die behandeling voldoen.

In het verlengde daarvan is voorzien in een bevoegdheid van de bewaarnemer om de overeenkomst op te zeggen als duidelijk is dat het betrokken paar niet meer voor IVF-behandeling in aanmerking kan komen, gelet op de daarvoor gehanteerde richtlijnen.

Kosten van cryopreservatie

De kosten voor het bewaren van ingevroren embryo’s zijn per invriezing, per jaar, afhankelijk van het geldende landelijke tarief. De peildatum van de rekening van de bewaring van de embryo’s is de dag van invriezing. De embryo’s worden voor deze kosten een deel van het jaar, of maximaal één jaar bewaard. Daarna volgt (jaarlijks, op de peildatum) een nieuwe rekening. Bij tussentijds opzeggen van de overeenkomst of het opmaken van de embryo’s is geen restitutie mogelijk. Na tijdige opzegging van de overeenkomst worden geen nieuwe rekeningen meer verstuurd. Indien u de bewaarovereenkomst wilt opzeggen dan dient u dit uiterlijk twee

maanden voor de peildatum te melden aan het IVF-centrum. Dit kan door het formulier ‘verklaring opzegging bewaarovereenkomst ingevroren embryo’s’ op www.vumc.nl/ivf onder het kopje ‘patiënten informatie IVF-centrum’ te downloaden, in te vullen en samen met een kopie van uw ID bewijzen terug te sturen naar Amsterdam UMC, locatie VUmc, IVF-centrum. Dit kan per post of per e-mail naar de adressen zoals vermeld op de verklaring. Indien u de bewaarovereenkomst tussentijds beëindigt, komt u in principe 5 jaar lang niet in aanmerking voor een nieuwe IVF/ICSI behandeling in Amsterdam UMC, locatie VUmc.

Postmortale voortplanting

Wet- en regelgeving sluiten de mogelijkheid niet geheel uit dat embryo’s na het overlijden van één van de partners ten behoeve van wie de embryo’s tot stand zijn gebracht alsnog worden gebruikt voor postmortale voortplanting. Ook gebruik voor andere doeleinden behoort tot de mogelijkheden. Voor het gebruik na het overlijden dient de betreffende partner uitdrukkelijk en specifiek toestemming te hebben gegeven.

De modelovereenkomst biedt bewaargevers de mogelijkheid voor een dergelijke wilsverklaring ten behoeve van gebruik voor andere doeleinden dan voortplanting. Waar het gaat om het gebruik van embryo’s voor voortplantingsdoeleinden na het overlijden is - in overeenstemming met hetgeen hierover in het parlementaire debat over de Embryowet is opgemerkt - gekozen voor terughoudendheid. Indien de bewaargevers hiervoor toestemming willen geven,

moeten zij dit in een aparte verklaring expliciet aangeven. Overigens is de IVF-instelling niet verplicht om een behandeling gericht op postmortale voortplanting uit te voeren. In Amsterdam UMC, locatie VUmc wordt meegewerkt aan postmortale voortplanting na toestemming van de Medisch Ethische Toetsingscommissie per individueel geval. Wel ontstaat er op grond van de bewaarovereenkomst een verplichting om de embryo’s voor door de overledene - in overeenstemming met wet- en regelgeving - bepaalde doelen af te geven indien de overlevende partner hierom verzoekt.

Aansprakelijkheid

De stand van de techniek van cryopreservatie brengt met zich mee dat het risico van kwaliteitsverlies van de embryo’s, waardoor ze ongeschikt kunnen worden voor het bewerkstelligen van een zwangerschap, bij de bewaargevers moet worden gelegd. Van de

bewaarnemer mag worden verwacht dat de bewaring geschiedt volgens de stand van de wetenschap. De overeenkomst bevat voor de bewaarnemer belangrijke vrijwaringen (exoneraties), die niet mogelijk zijn in het kader van een behandelingsovereenkomst, maar

wel in dat van een bewaarovereenkomst. In enkele situaties kan een beroep op de exoneratieclausule echter in strijd zijn met de goede trouw en/of moet de bewaarnemer aantonen dat de exoneraties niet onredelijk bezwarend en gerechtvaardigd zijn.

Vragen

Indien u vragen heeft, kunt u contact opnemen met Amsterdam UMC, locatie VUmc

Poliklinische zorgeenheid Voortplantingsgeneeskunde en IVF-centrum, gebouw Zuid

Amstelveenseweg 601,

1081 JC Amsterdam

telefoon (020) 444 3269

www.VUmc.nl/ivf