Baarmoederkanker en inwendige bestraling (brachytherapie) met een ring-applicator.Er is bij u baarmoederkanker vastgesteld. U heeft daarvoor een operatie ondergaan. Waarschijnlijk gaat u inwendige bestraling krijgen.In deze folder krijgt u meer informatie over de inwendige bestraling (brachytherapie) bij baarmoederkanker.
Inwendige bestraling met een ring-applicator.
Bij inwendige bestraling wordt het operatiegebied van dichtbij bestraald. Dit gebeurt met behulp van een radioactieve bron. Voor de inwendige bestraling brengen we een speciaal buisje in de vorm van een ring in. Dit is de ring-applicator. Deze ring komt tegen het litteken bovenin de vagina te liggen.
Soms wordt er een andere applicator gebruikt, die noemen we ovoïden, maar de behandeling is verder hetzelfde.
Het inbrengen van de ring-applicator of ovoïden gebeurt op een bestralingskamer.
In deze folder praten we verder over de ring-applicator.
Voor de inwendige bestraling bent u een aantal uren aanwezig op de afdeling Radiotherapie locatie AMC.
Deze inwendige bestraling wordt meestal 1 of 3x gegeven.
Waarom inwendige bestraling?
Inwendige bestraling heeft als voordeel dat het operatiegebied een hoge dosis straling krijgt. Het gezonde weefsel daaromheen krijgt weinig straling.
Voorbereiding
Tijdens de behandeling moet het laatste stuk van uw darmen leeg zijn. De avond voor de opname brengt u zelf een middel (klysma) in om de darmen leeg te maken. Een recept voor het klysma ontvangt u samen met de brief met data van de inwendige bestralingen. U kunt met dit recept bij uw eigen apotheek een klysma ophalen. De avond voor de behandeling moet u de vloeistof van het klysma via de anus inbrengen. Na 5 tot 20 minuten krijgt u aandrang en zal de ontlasting op gang komen.
Op de dag van de behandeling mag u gewoon ontbijten .
Wat gebeurt er op de dag van de behandeling?
Draag op de dag van de behandeling(en) gemakkelijke kleding. De ring- applicator wordt ingebracht op de bestralingskamer op de afdeling Radiotherapie. De dokter, brengt de ring in. De dokter wordt geholpen door een radiotherapeutisch laborant.
U ligt op een tafel met de benen in beensteunen.
Bij de eerste behandeling krijgt u een slangetje in uw blaas. Dit is de blaaskatheter. De urine loopt dan vanzelf in een opvangzakje. Daarna wordt de ring-applicator ingebracht in de vagina. De ring komt in de top van de vagina te liggen tegen het litteken aan. De rest van de vagina wordt opgevuld met een verbandgaas. Het gaas zorgt ervoor dat de ring-applicator op zijn plaats blijft en dat de endeldarm iets weg gedrukt wordt, zodat deze minder straling krijgt.
Na het inbrengen van de ring-applicator wordt er een CT-scan gemaakt. U gaat in een bed naar de CT-scan.
De CT-scan gebruiken we om een bestralingsplan mee te maken.
Het maken van zo’n plan duurt gemiddeld 1 à 2 uur. In de tussentijd ligt u in bed in de beddenruimte op de afdeling Radiotherapie. U wordt in de gaten gehouden door de doktersassistentes. U blijft tijdens het wachten tot u bestraald wordt rustig op uw rug in bed liggen. Dit is om te voorkomen dat de applicator verschuift.
Neemt u ter ontspanning en afleiding iets te lezen, een mobiele telefoon of een tablet mee (er is wifi aanwezig). Mocht er iemand met u mee gekomen zijn, dan kan diegene wachten bij uw bed. Wij kunnen voor drinken (koffie, thee of water) zorgen.
U mag iets eten, maar dat hebben wij niet op de afdeling. Wilt u dit dan zelf meenemen?
Hoe gaat de inwendige bestraling?
Als het bestralingsplan klaar is, wordt de ring-applicator aangesloten op het toestel met de radioactieve bron. Het bestralingstoestel wordt ook wel afterloader genoemd.
Dit gebeurt in dezelfde ruimte als waar de ring is ingebracht. U krijgt dan één bestraling. Tijdens de bestraling gaat de radioactieve bron stapsgewijs door de ring-applicator. Dit duurt ongeveer 10 minuten.
Van de bestraling zelf voelt u niets. Tijdens de bestraling is de deur van de kamer gesloten en mag er niemand anders in de kamer aanwezig zijn. U wordt in de gaten gehouden door een radiotherapeutisch laborant via een camera en een microfoon. Na de bestraling wordt de applicator, het gaas en de blaaskatheter direct verwijderd. Daarna mag u naar huis.
Meestal kan de 2e en 3e behandeling zonder blaaskatheter en CT-scan plaats vinden. Direct na het inbrengen zal dan bestraling plaats vinden. Na het uithalen van de ring en het gaas, mag u naar huis.
Wat gebeurt er na de inwendige bestraling?
Enkele dagen na de eerste en derde bestraling zal de Voorlichting Radiotherapie u bellen om te vragen hoe het met u gaat.
Welke bijwerkingen kunnen optreden?
Niet iedereen heeft evenveel last van bijwerkingen.
Geïrriteerde blaas
Het kan zijn dat u iets vaker moet plassen dan u gewend bent.
Blaasontsteking / koorts
Door de katheter is er een kleine kans op een blaasontsteking. Goed drinken is in de eerst dagen belangrijk. Bij twijfel kunt u contact met ons opnemen.
Meer afscheiding
Door de bestraling kunt u iets meer afscheiding uit de vagina krijgen. Ook is het mogelijk dat u tijdelijk een beetje bloed verliest uit de vagina.
Wat gebeurt er na de radiotherapie?
Controle afspraken
Ongeveer 6 weken na de inwendige bestraling heeft u een belafspraak met de radiotherapeut.
Daarna kunt u terug naar de gynaecoloog in uw eigen ziekenhuis.
Heeft u nog vragen?
Heeft u nog vragen over de bestraling? Neem dan contact op met uw behandelend arts bij de afdeling Radiotherapie. Telefoonnummer: 020-5664245 of online via “mijndossier”.
U kunt ook de Voorlichting van de afdeling Radiotherapie. Zij zijn, maandag tot en met donderdag, telefonisch bereikbaar op nummer: 020-7328939. Als er niet wordt opgenomen, kunt u een boodschap inspreken op de voicemail. Zij bellen u dan zo snel mogelijk terug.
U kunt ook een email sturen naar:
voorlichting-radiotherapie@amc.nl
Wilt u meer informatie?
Voor meer informatie kunt u kijken op de volgende websites:
Bereikbaarheid afdeling Radiotherapie
- AMC: 020 - 566 4245
Maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur
- Locatie Almere: 036 - 868 9102
Maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur