In deze folder leest u algemene informatie over bijnierkanker.

Het Amsterdams Centrum voor Endocriene en Neuro-endocriene Tumoren van Amsterdam UMC (AcCENT) is gespecialiseerd in de zorg voor patiënten met bijnierkanker. U kunt hier terecht voor informatie, behandeling en begeleiding.

De bijnieren zijn 2 kleine klieren die boven de nieren liggen. Ze maken belangrijke hormonen, zoals adrenaline, cortisol en aldosteron.
Deze hormonen regelen onder andere:

  • hoe het lichaam reageert op stress
  • de bloeddruk
  • de balans van zout en vocht in het lichaam.

Bijnierkanker is een zeldzame vorm van kanker die ontstaat in de cellen van de bijnierschors.

Hoe verloopt de ziekte?

Het verloop van bijnierkanker is bij iedereen anders. De ziekte wordt vaak laat ontdekt, omdat de klachten pas in een later stadium ontstaan. Soms is de kanker dan al uitgezaaid.

Ongeveer 60% van de tumoren maakt te veel hormonen aan. Dit kan klachten geven zoals:

  • toename van gewicht
  • spierzwakte
  • overmatige haargroei (vooral bij vrouwen)
  • of een hoge bloeddruk.

Wanneer de tumor geen hormonen maakt, zijn er vaak lange tijd geen duidelijke klachten. Daardoor wordt de ziekte soms pas laat opgemerkt.

De vooruitzichten hangen af van:

  • de grootte van de tumor
  • de groeisnelheid (Ki-67-index)
  • of de tumor is uitgezaaid
  • of de tumor volledig kan worden verwijderd.

Omdat bijnierkanker zeldzaam is en vaak laat wordt ontdekt, is de verwachting over het verloop van de ziekte minder goed dan bij veel andere soorten kanker.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De arts gebruikt verschillende onderzoeken om vast te stellen of er sprake is van bijnierkanker:

  1. Lichamelijk onderzoek en een gesprek over klachten die kunnen wijzen op te veel hormonen, bijvoorbeeld gewichtstoename of spierzwakte.
  2. Bloed- en urineonderzoek om te meten of er te veel hormonen worden aangemaakt, zoals cortisol, testosteron, oestrogenen of aldosteron.
  3. Beeldvormend onderzoek met een CT-scan of MRI om de tumor zichtbaar te maken en te kijken of er uitzaaiingen zijn.
  4. Soms aanvullend onderzoek, zoals een PET-scan of weefselonderzoek (biopt).

Welke behandelingen zijn er?

De behandeling hangt af van:

  • de grootte van de tumor
  • of er uitzaaiingen zijn
  • of de tumor hormonen aanmaakt.

1. Operatie (adrenalectomie)

De bijnier met de tumor wordt helemaal verwijderd. Dit is meestal de enige kans op genezing.
De operatie wordt uitgevoerd in gespecialiseerde centra met ervaring in zeldzame tumoren.

2. Medicatie (mitotaan)

Mitotaan is een medicijn dat:

  • de aanmaak van hormonen remt
  • de groei van de tumor vertraagt.
  • Mitotaan wordt vaak langdurig gegeven na de operatie of bij tumoren die niet meer te verwijderen zijn.

3. Chemotherapie

Bij uitgezaaide ziekte of als mitotaan alleen niet voldoende werkt, kan chemotherapie helpen om de ziekte te remmen.

4. Bestraling

Bestraling wordt soms gebruikt bij uitzaaiingen om klachten te verminderen, bijvoorbeeld bij pijn.

Nazorg en follow-up

Na de behandeling blijft langdurige controle nodig.

De arts controleert regelmatig met:

  • bloedonderzoek en hormoonmetingen
  • scans van de buik of borst.

Tijdens de controle is er ook aandacht voor:

  • bijwerkingen van mitotaan of chemotherapie
  • tekort aan hormonen (vaak moeten deze worden aangevuld met medicijnen)
  • vermoeidheid, leefstijl en kwaliteit van leven op de lange termijn.

Belangrijk: de stressinjectie

Bij bijnierkanker kan de aanmaak van bijnierhormonen verstoord zijn, vooral na verwijdering van een bijnier.Het lichaam maakt dan soms te weinig cortisol, het hormoon dat nodig is bij stress. In stressvolle situaties (zoals een operatie, infectie of ongeluk) kan het lichaam dan niet goed reageren. Daarom kan een stressinjectie met hydrocortison nodig zijn.

Deze injectie voorkomt een bijniercrisis - een levensgevaarlijke situatie met lage bloeddruk, uitdroging en shock.

Een stressinjectie is nodig:

  • vóór, tijdens of na een operatie
  • bij een ernstige infectie of trauma
  • of als u klachten heeft zoals:
    • extreme vermoeidheid
    • lage bloeddruk
    • misselijkheid of braken
    • duizeligheid of flauwvallen.

De behandelend arts bepaalt of en wanneer u deze injectie nodig heeft.

Gebruik dit middel nooit op eigen initiatief.

    • Bij plotselinge ernstige klachten: bel direct 112 of ga naar de eerste hulp.

Begrippenlijst - moeilijke woorden

Adrenalectomie – operatie waarbij de bijnier wordt verwijderd.

Adrenaline – hormoon dat helpt bij stress.

Aldosteron – hormoon dat zout- en vochtbalans regelt.

Bestraling – gebruik van straling om kankercellen te doden of klachten te verminderen.

Biopt – klein stukje weefsel dat wordt onderzocht om te zien of het kanker is.

Bijnierschors – buitenste laag van de bijnier waar hormonen worden gemaakt.

Chemotherapie – behandeling met medicijnen die kankercellen doden of remmen.

Cortisol – hormoon dat energie geeft en helpt bij afweer.

Diagnose – vaststellen welke ziekte iemand heeft.

Hormonen – stoffen die organen helpen werken en boodschappen geven in het lichaam.

Hydrocortison (stressinjectie) – medicijn dat cortisol vervangt bij stress, bijvoorbeeld na operatie of bij ernstige ziekte.

Contactgegevens

Polikliniek GIOCA, chirurgische oncologie en Amsterdams Centrum voor Endocriene en Neuro-endocriene Tumoren (ACCENT)

Amsterdam UMC, locatie VUmc - de Boelelaan

receptie H, begane grond

openingstijden: 09.00 – 16.30 uur.

Informatie en websites

Enkele relevante websites zijn: