Prostaatkanker en inwendige bestraling met HDR (brachytherapie), 1 of 2 keer.Er is bij u prostaatkanker vastgesteld. De behandeling bestaat uit bestralingen. Een ander woord voor bestralingen is radiotherapie. Daarom bent u doorgestuurd naar de afdeling Radiotherapie van het Amsterdam UMC locatie AMC. De behandeling kan bestaan uit een combinatie van uitwendige en inwendige bestraling of alleen inwendige bestraling. In deze folder krijgt u meer informatie over de inwendige bestraling (brachytherapie) bij prostaatkanker.
Inwendige bestraling
Bij inwendige bestraling wordt de tumor van dichtbij bestraald. Dit gebeurt met behulp van een radioactieve bron. Voor de inwendige bestraling brengen we een aantal brachykatheters (dunne holle buisjes) in de prostaat in. Het inbrengen gebeurt op de operatiekamer.
Voor de inwendige bestraling wordt u opgenomen in Amsterdam UMC, locatie AMC.
Waarom inwendige bestraling?
Voordat er met de behandelingen begonnen kan worden, wordt door de radiotherapeut en uroloog bepaald of de prostaat geschikt is voor inwendige bestraling. De arts doet soms een inwendig onderzoek met een vinger via de anus naar de prostaat. Dit heet een rectaal onderzoek. Meestal wordt er ook nog een echo van de prostaat gemaakt. Voor de inwendige bestraling krijgt u ook een gesprek met de anesthesist (narcotiseur). U krijgt vooraf aan de behandeling een gesprek met de anesthesist. Deze arts bespreekt met u de algehele narcose en epiduraal katheter bij het plaatsen van de holle buisjes.
Wat is de voorbereiding op de inwendige bestraling?
Indien u vroeg in de ochtend op de operatie kamer moet zijn wordt u de avond voor de inwendige bestraling opgenomen op de afdeling F5Z (Shortstay / kort verblijf) van Amsterdam UMC locatie AMC.
Tijdens de operatie moet het laatste stuk van uw darmen leeg zijn. Daarom krijgt u ’s avonds op de verpleegafdeling een middel (klysma) via de anus om de darmen leeg te maken.
Als uw operatie later op de dag gepland staat, dan krijgt u een recept voor het klysma thuis gestuurd en kunt u zelf het klysma ’s avonds thuis gebruiken.
Het inbrengen van de brachykatheters gaat onder narcose.
Voor de narcose geldt een eet en drinkbeleid:
Tot 6 uur voor de operatie:
- U mag licht verteerbaar eten en drinken
Vanaf 6 uur voor de operatie:
- U mag niets meer eten
- Drinken, dit mag wel: water, heldere appelsap, aanmaaklimonade, thee of koffie zonder melk
- Drinken, dit mag niet: melkproducten, koolzuur-houdende dranken of alcohol
Vanaf 2 uur voor de operatie:
- U mag niets meer eten en drinken
- Als u vooraf rustgevende medicatie krijgt, mag u dit met enkele slokjes water innemen
Wat gebeurt er op de dag van de ingreep?
Op de dag van de bestraling wordt u naar de operatiekamer gebracht. In de operatiekamer krijgt u eerst een verdoving van de anesthesist. De verdoving is met een ruggenprik en/of algehele verdoving. Uw arts zal de keuze van verdoving met u bespreken. Bij de ruggenprik wordt er een heel dun slangetje in de rug geplaatst. Dit slangetje komt aan een pijnpomp te zitten en is voor de pijnstilling. Zo kunt u het lange liggen op de rug goed volhouden. Het “slangetje in de rug” wordt epiduraal katheter genoemd.
Als u onder verdoving bent, krijgt u een slangetje in de blaas. Dit is de zogenaamde blaaskatheter. De urine loopt dan vanzelf in een opvangzak.
De arts brengt een echosonde in de endeldarm in. Zo kan de prostaat nauwkeurig in beeld gebracht worden. Er wordt een plaatje met daarin gaatjes tegen de huid tussen de balzak en de anus geplaatst. De arts kan de brachykatheters via de gaatjes in het plaatje in de prostaat brengen. Aan het einde van de ingreep wordt het plaatje aan de huid vastgehecht met enkele hechtingen.
Wat gebeurt er na de ingreep op de operatiekamer?
Na afloop van de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer (verkoever) gebracht. Als u goed wakker bent, wordt er een MRI-scan of een CT-scan gemaakt. Op deze scan is te zien hoe de brachykatheters in de prostaat zitten.
Daarna wordt het bestralingsplan gemaakt. Dit duurt enkele uren.
In de tussentijd ligt u in bed op uw kamer op F5Z. U kunt dan niet uit bed en blijft op uw rug in bed liggen. Dit is om te voorkomen dat de brachykatheters verschuiven. U mag wel een beetje met de benen bewegen. De verpleegkundige legt uit hoeveel u mag bewegen.
De pijnstilling krijgt u via een slangetje in uw rug krijgt. Mocht de pijnstilling onvoldoende zijn, kunt u zelf extra pijnstilling toedienen via een drukknop.
De verpleegkundige zal dit aan u uitleggen. Het is het normaal dat u een ander gevoel en/of wat minder kracht in uw benen heeft. Daarom zal de verpleegkundige, die u verzorgt, regelmatig vragen of u beide benen kunt bewegen.
Hoe gaat de inwendige bestraling?
Als het behandelplan klaar is, wordt u met bed naar de afdeling radiotherapie gebracht. Daar wordt eerst nog een CT-scan ter controle gemaakt. Daarna gaat u in bed naar de kamer waar het toestel met de radioactieve bron staat. De brachykatheters aangesloten op het toestel met de radioactieve bron. U krijgt dan de eerste bestraling. De bestraling duurt 10 tot 20 minuten. Van de bestraling zelf voelt u niets. U wordt in de gaten gehouden door televisiecamera’s. Na de bestraling gaat uw weer terug naar de verpleegafdeling.
U krijgt 1 of 2 bestralingen. Mocht u nog een bestraling krijgen, dan krijgt u de dag na de ingreep ’s ochtends vroeg wederom een CT-scan. We controleren dan nog een keer of alle brachykatheters nog op de juiste plek zitten. Daarna vindt bestraling nummer 2 plaats.
Wat gebeurt er na de inwendige bestraling?
Als alle bestralingen zijn gegeven worden de brachykatheters verwijderd. Ook de blaaskatheter wordt verwijderd.
Heeft u de pijnstilling via een ruggenprik gehad, dan moet u tenminste 4 uur wachten nadat het slangetje in de rug verwijderd is, voordat u naar huis kunt. Dit is omdat u het gevoel en de kracht in uw beide benen weer volledig terug moet hebben. Ook moet u zelf kunnen plassen.
In overleg met de verpleging mag u naar huis.
Bij uw ontslag uit Amsterdam UMC locatie AMC krijgt u een ontslagbrief mee naar huis. Enkele dagen na de bestralingen zal een medewerker van de Voorlichting Radiotherapie u bellen om te vragen hoe het met u gaat.
Welke bijwerkingen kunnen optreden?
Hoeveel last iemand heeft van bijwerkingen verschilt heel sterk. De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen.
Kort na de ingreep:
Bloeduitstorting
Na de ingreep kan er een bloeduitstorting ontstaan bij de balzak. Een bloeduitstorting is een blauwe plek die vanzelf weer overgaat. Soms is zitten niet prettig. Na ongeveer 2 weken zullen deze klachten voorbij zijn.
Geïrriteerde blaas
Het kan zijn dat het plassen wat moeilijker en langzamer gaat na de ingreep en plassen kan gevoelig zijn. Ook kan er in het begin wat bloed in de urine zitten. Heel soms lukt het niet om zelf te plassen, er zal dan opnieuw tijdelijk een urinekatheter geplaatst worden.
Blaasontsteking/koorts
Na de ingreep heeft u een kleine kans op een blaasontsteking. Het is belangrijk om de eerste paar dagen ruim te drinken (minimaal 2 liter vocht per dag). Als u koorts krijgt of zich ziek voelt neem dan direct contact op met de arts.
Seksualiteit
Na de ingreep zit er meestal wat bloed bij het sperma. Dit kan zo’n 6 tot 8 weken duren voordat het over is. Het krijgen van een orgasme kan in het begin pijnlijk zijn. Dit kan geen kwaad.
Vermoeidheid
Er kunnen vermoeidheidsklachten optreden. Voldoende beweging kan helpen klachten van vermoeidheid te verminderen.
Bijwerkingen die later kunnen optreden.
De bestraling kan bijwerkingen geven waar u pas maanden tot jaren later last van krijgt.
Veranderde seksualiteit
Op den duur zullen de zaadlozingen bij de meeste patiënten droog worden. Bij een deel van de patiënten treden er problemen op met het krijgen of vasthouden van een erectie.
Plasklachten
Klachten kunnen bestaan uit: vaker moeten plassen, ook s’ nachts. Moeizamer plassen met een zwakkere straal, met soms het gevoel niet goed leeg te plassen. Hevigere aandrang en minder goed de plas uit kunnen stellen. Soms is er sprake van ongewild urineverlies, bij ‘druk verhogende momenten’, zoals hoesten, lachen of tillen of juist als u heel nodig moet plassen. Een enkele keer zit er bloed bij de urine.
Geïrriteerde darmen
Er kan sprake zijn van meer aandrang voor ontlasting en vaker ontlasting. Soms treedt er wat diarree op. Bij een enkele patiënt zit er soms wat bloed bij de ontlasting.
Mocht u last krijgen van bovenstaande klachten, dan kunt u deze bespreken met uw arts.
Wat gebeurt er na de radiotherapie?
Controle afspraken
Ongeveer 3 weken na afloop van de inwendige bestraling heeft u een controle afspraak met de radiotherapeut. Deze afspraak is bedoeld om te controleren hoe het staat met de bijwerkingen van de bestraling en om eventuele vragen van u te beantwoorden. Na afloop van de bestralingsbehandeling blijft u afwisselend onder controle bij uw uroloog en uw arts op de afdeling Radiotherapie.
Heeft u nog vragen?
Heeft u nog vragen over de bestraling? Neem dan contact op met uw behandelend arts bij de afdeling Radiotherapie. Telefoonnummer: 020-5664245
U kunt ook de Voorlichting bellen van de afdeling Radiotherapie. Zij zijn, maandag tot en met donderdag, telefonisch bereikbaar op nummer: 020-7328939. Als er niet wordt opgenomen, kunt u een boodschap inspreken op de voicemail. Zij bellen u dan zo snel mogelijk terug.
U kunt ook een email sturen naar:
voorlichting-radiotherapie@amsterdamumc.nl
Wilt u meer informatie?
Voor meer informatie kunt u kijken op de volgende websites:
- https://www.amsterdamumc.nl/nl/radiotherapie/home.htm
- https://www.kanker.nl/kankersoorten
- https://www.kanker.nl/hulp-en-ondersteuning/kankernl-infolijn
telefoon: 0800-0226622 - https://nfk.nl/organisaties/prostaatkankerstichting-nl
Patiëntenorganisatie voor mannen met prostaatkanker. - https://ipso.nl/ Bij de IPSO inloophuizen kan iedereen die met kanker is geconfronteerd terecht voor een luisterend oor, lotgenotencontact en activiteiten.
Bereikbaarheid afdeling Radiotherapie
Amsterdam UMC Radiotherapie: 020-444 1571
Maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur