U komt naar de afdeling Radiotherapie omdat bij u prostaatkanker is vastgesteld. Bestraling kan een onderdeel zijn van uw behandeling. Dit kan uitwendige bestraling, inwendige bestraling of een combinatie hiervan zijn. In deze folder krijgt u meer informatie over uitwendige bestraling bij prostaatkanker.
Voor uitwendige bestraling bij prostaatkanker kunt u terecht op een van de vier bestralingsafdelingen van het Amsterdam UMC (locatie AMC, locatie VUmc, locatie Hoorn of locatie Almere).
Uitwendige bestraling met een MRI-bestralingsapparaat vindt alleen plaats op locatie VUmc.
Inwendige bestraling vindt alleen plaats op locatie AMC.
De prostaat is onderdeel van de mannelijke geslachtsorganen. De prostaat ligt onder de blaas en net voor de endeldarm, het laatste stuk van de dikke darm. De plasbuis (urineleider) loopt door de prostaat heen. De zaadblaasjes zitten aan de bovenkant vast aan de prostaat.
Wat is het doel van de bestraling?
Het doel van de bestraling is de prostaatkanker te laten verdwijnen.
Welk gebied wordt bestraald?
Het gebied dat bestraald wordt noemen we het doelgebied.
Bij een prostaatbestraling wordt de hele prostaat bestraald omdat tumorcellen in de hele prostaat aanwezig kunnen zijn. Vaak worden de zaadblaasjes gedeeltelijk of geheel meebestraald. Als de prostaat verwijderd is, kan het soms nodig zijn om het gebied waar de prostaat gezeten heeft te bestralen.
Als er enkele uitzaaiingen in de lymfeklieren gevonden zijn, worden de lymfeklieren soms ook bestraald.
Krijg ik ook hormoontherapie?
Het is mogelijk dat u naast de behandeling met uitwendige bestraling in aanmerking komt voor
behandeling met hormoontherapie gedurende 6 tot 24 maanden. De duur van de hormoontherapie is afhankelijk van de kenmerken van de prostaattumor. De hormoontherapie zal dan starten voor de 1e bestraling en wordt meestal door de uroloog voorgeschreven. Uw zorgverlener vertelt u hier meer over.
Wat zijn de voorbereidingen op de bestraling?
Bij een prostaatbestraling is het belangrijk om zo goed mogelijk te bepalen hoe de prostaat in het bekken ligt. Door een wisselende vulling van de darmen en de blaas kan de prostaat elke dag net iets anders liggen. Er zijn een paar manieren om de prostaat goed zichtbaar te maken. Dat kan met goudmarkers, met CT- beelden of MRI-beelden. Uw zorgverlener zal dit met u bespreken en samen met u kijken welke manier het beste bij u past.
Plaatsen goudmarkers
Voor het bestralen van de prostaat worden vaak 3 of 4 goudmarkers in de prostaat geplaatst. Dit zijn hele kleine goudstaafjes, ongeveer 1 mm dik en 5 mm lang.
De goudmarkers zijn goed zichtbaar op een scan die voor elke bestraling wordt gemaakt. Door deze goudmarkers verbetert de nauwkeurigheid van de bestraling.
De afspraak voor het plaatsen van de goudmarkers is enkele dagen voor de CT- en MRI-scan. Informatie over het plaatsen van goudmarkers krijgt u in een aparte brief.
CT-scan en MRI-scan
Om een bestralingsplan te maken is na het plaatsen van goudmarkers informatie nodig van een CT-scan en eventueel een MRI-scan.
We zullen ook een aantal stipjes (tatoeage-puntjes) op uw lichaam aanbrengen. Deze stipjes zijn nodig om u later op het bestralingstoestel in de juiste houding te kunnen leggen.
CT scanner MRI-scanner
MRI-bestralingsapparaat
Soms kan de bestraling plaats vinden op een MRI-bestralingsapparaat. Dan is het niet nodig om goudmarkers of tattoeagepuntjes te plaatsen. De prostaat kan tijdens de bestraling in de gaten worden gehouden met MRI-beelden. Informatie over bestraling op een MRI-bestralingsapparaat krijgt u in een aparte brief.
Inwendige bestraling (brachytherapie)
Soms kan de bestraling plaats vinden met inwendige bestraling of een combinatie van uitwendige en inwendige bestraling. Informatie over inwendige bestraling krijgt u in een aparte brief.
Gevulde blaas
We willen graag dat u bij de CT-scan en alle bestralingen een gevulde blaas heeft. Een gevulde blaas kan ervoor zorgen dat er zo min mogelijk blaaswand en dunne darm bestraald wordt. De kans op bijwerkingen is dan kleiner. Het advies is daarom het volgende te doen:
- Plas 1 uur vóór de scan/de bestralingen helemaal uit
- Drink daarna binnen 15 min. 300 ml vocht (ongeveer 2 glazen)
- Drink geen water meer en ga niet naar het toilet tot na de afspraak
- De scan/de bestraling vindt plaats met gevulde blaas
- Na uw afspraak mag u meteen naar het toilet gaan
Hoe gaat de bestraling?
- Het bestralingstoestel richt een bundel röntgenstralen met hoge energie van verschillende kanten op het gebied dat bestraald moet worden.
- Het aantal bestralingen ligt tussen de 5 en 20 keer. Uw zorgverlener vertelt u hoeveel bestralingen u krijgt.
- De bestralingen vinden plaats op werkdagen. Bij 20 bestralingen komt u meestal vijf keer per week. Bij 5 bestralingen komt u meestal 2 tot 3 keer per week. Radiotherapeutisch laboranten voeren de bestralingen uit.
- Nadat u zich bij de balie heeft gemeld kunt u in de wachtkamer gaan zitten. Als u aan de beurt bent vragen wij u plaats te nemen in een kleedkamertje. Daar ontbloot u uw onderlichaam. Tijdens de bestraling leggen de radiotherapeutisch laboranten u op het bestralingstoestel in dezelfde houding als tijdens de CT-scan neer. Zij gebruiken daar de tatoeagepuntjes voor. Als eerste wordt er een controle scan gemaakt. Het bestralingsapparaat zal om u heen draaien. De radiotherapeutisch laboranten beoordelen de scan en verplaatsen zo nodig de tafel waarop u ligt. Als u goed ligt wordt er met de bestraling gestart. Van de bestraling zelf voelt u niets.
- In totaal duurt de behandeling meestal 15 minuten, waarvan de bestraling zelf maar een paar minuten duurt.
Voorbeelden van bestralingsapparaten
Tijdens de bestralingsperiode zult u één of enkele afspraken met uw zorgverlener hebben om te kijken of er bijwerkingen zijn en eventuele vragen te bespreken. Deze afspraken komen op de afsprakenlijst te staan en zijn aansluitend aan de bestralingsafspraak.
Welke bijwerkingen zijn er?
Bijwerkingen die tijdens, en kort na de bestraling kunnen optreden (acute bijwerkingen):
Vermoeidheid
Vermoeidheid kan voorkomen tijdens en na de behandeling. Het heen en weer reizen naar de afdeling Radiotherapie en ook de diagnose met bijbehorende spanningen kunnen vermoeidheid geven.
Als u ook hormoontherapie krijgt kan dit ook vermoeidheid geven.
Voldoende beweging kan helpen klachten van vermoeidheid te verminderen.
Irritatie van de blaas en de plasbuis
Het slijmvlies van de blaas en plasbuis raakt geïrriteerd. U merkt dat u vaker kleine beetjes moet plassen en dat het plassen een branderig gevoel geeft. Soms zit er wat bloed in de urine.
Door zwelling van de prostaat en een gedeelte van de blaas kan de plasstraal minder krachtig
zijn. Deze klachten zijn het hevigst 1-2 weken na de laatste bestraling en zullen daarna geleidelijk afnemen.
Irritatie van de endeldarm
Vaak ontstaat meer aandrang voor ontlasting. Dit kunnen kleine beetjes zijn en de ontlasting kan dunner worden. Het ontlasten kan soms wat gevoelig zijn. Daarnaast kan slijm- en een enkele keer bloedverlies optreden. Deze klachten zijn het hevigst 1-2 weken na de laatste bestraling en zullen daarna geleidelijk afnemen.
Veranderde seksualiteit
Een zaadlozing kan gevoelig zijn door irritatie van de plasbuis.
Bijwerkingen die later kunnen optreden:
De bestralingsbehandeling kan bijwerkingen geven waar u pas maanden tot jaren later last van krijgt. Deze bijwerkingen zijn, in tegenstelling tot de acute bijwerkingen, vaak blijvend. Soms kunnen bekkenbodemoefeningen helpen om deze klachten te verminderen.
Plasklachten
Het kan gebeuren dat de plasstraal zwakker blijft dan voor de bestraling. Verder kan het voorkomen dat door blijvende irritatie aan de blaas of de plasbuis u vaker moet plassen. Dit kan ook ’s nachts zijn, en dit kan samengaan met sterke aandrang. Uw zorgverlener kan hier medicijnen voor voorschrijven.
Veranderde ontlasting
Door beschadiging van het slijmvlies van de endeldarm kan het ontlastingspatroon veranderen: soms krijgt u vaker kleine beetjes ontlasting. Soms kan hier slijm bij aanwezig zijn.
Soms kan er wat bloedverlies optreden. Dit kan op de ontlasting of op het toiletpapier zichtbaar zijn. Een klein beetje bloedverlies is meestal geen probleem. Bij ernstige klachten kan een
behandeling noodzakelijk zijn.
Seksualiteit en intimiteit
Een bestralingsperiode is een intensieve periode. Soms wordt de behandeling gecombineerd met andere behandelingen zoals hormonale therapie. Deze factoren kunnen ervoor zorgen dat de beleving en functionaliteit van seksualiteit en intimiteit verandert.
Bestraling kan bloedvaten of zenuwen beschadigen die nodig zijn om een erectie te krijgen. Daarom kunnen erecties na de bestraling minder worden en in ernstige gevallen zelfs helemaal verdwijnen. Soms kan de zorgverlener medicijnen voorschrijven om de erecties te verbeteren.
De hoeveelheid vocht bij een zaadlozing kan verminderen of verdwijnen. De beleving van een orgasme wordt hierdoor niet beinvloed.
Als u ook hormonale therapie krijgt zullen lustgevoelens (het libido) gedurende de hormonale therapie meestal geheel verdwijnen.
Wat gebeurt er na de behandeling?
Controleafspraken
4 tot 6 weken na de laatste bestraling heeft u een controleafspraak op de afdeling Radiotherapie. Dit kan telefonisch of op de polikliniek zijn. Deze afspraak is bedoeld om te controleren of de acute bijwerkingen zijn genezen. Daarna blijft u meestal onder controle bij uw uroloog en bij uw zorgverlener van de afdeling Radiotherapie. Bespreek met uw zorgverlener hoe uw controles eruit komen te zien.
Heeft u nog vragen?
Vragen over uw behandeling kunt u altijd stellen aan uw zorgverlener.
Wilt u meer informatie?
Er staat meer informatie op de volgende websites:
Algemene informatie over (prostaat)kanker op de website www.kanker.nl/kankersoorten/prostaatkanker/algemeen/wat-is-prostaatkanker (algemene informatie)
www.ipso.nl ; Bij de IPSO inloophuizen kan iedereen die met kanker is geconfronteerd terecht voor een luisterend oor, lotgenotencontact en activiteiten
IKNL verwijsgids kanker voor het vinden van een zorgverlener, bijvoorbeeld fysiotherapeut in uw eigen buurt: https://www.verwijsgidskanker.nl
Patientenorganisatie: www.prostaatkankerstichting.nl
Fysiotherapeut voor bekkenbodemtherapie: www.bekkenfysiotherapie.nl/
Bekkenbodemoefeningen: www.bekkenbodem4all.nl