U bent opgenomen geweest op de afdeling G5 Zuid, Vaatchirurgie/MKA.
In deze folder vindt u algemene richtlijnen en informatie voor thuis.

Hoe is de wondverzorging?

Een kleine operatiewond sluit in principe binnen 24 uur. Het is niet nodig de wond te verbinden. Als er toch nog wondvocht uit de wond lekt geeft een gewone pleister meestal voldoende bescherming. Het is verstandig de wond regelmatig te bekijken. Bij de volgende verschijnselen moet u contact opnemen met de polikliniek of SEH (zie telefoonnummers onder contact):

  • Koorts
  • Verandering van de wond, bijvoorbeeld wanneer deze roder, pijnlijker, en/of dikker wordt, wijkt, nabloedt of als er pus uit komt.

Meestal heeft u na enige tijd een afspraak op de polikliniek waar onder andere de wond gecontroleerd wordt.

Wanneer mag u weer baden en douchen?

De dag na de operatie mag u direct weer douchen, tenzij uw arts hierover andere afspraken met u heeft gemaakt. Na het douchen, dept u de wond droog en kunt u zo nodig een schone pleister opplakken. Zwemmen of in bad kan bij een wond die zonder problemen geneest na ongeveer een week.

Wanneer mogen de hechtingen eruit?

De arts kan kiezen uit meerdere soorten hechtmateriaal. Er zijn hechtingen die vanzelf oplossen of niet-oplosbare hechtingen of nietjes. De niet-oplosbare hechtingen worden meestal tijdens de eerstvolgende poliklinische controle verwijderd. Het kan ook zijn dat u hechtingen bij de huis-arts moet laten verwijderen. Wanneer nodig zijn hierover afspraken met u gemaakt voor het ontslag.

Mag u alles weer eten thuis?

Voor het aansterken en een goede wondgenezing is het belangrijk om gevarieerd te eten en

voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. U mag in principe alles eten en drinken, behalve als u iets anders is verteld.

Wanneer mag u weer werken/sporten/autorijden?

De anesthesie, in de vorm van algehele, regionale of lokale verdoving, kan uw reactievermogen verminderen. Daarom raden wij autorijden de eerste 24 uur na iedere vorm van anesthesie af. Wanneer u weer kunt starten met werk, tillen, sporten en belasten is sterk afhankelijk van uw eigen situatie. U kunt dit bespreken met uw behandelend arts. ‘Luister’ vooral goed naar uw lichaam. Daarmee voorkomt u overbelasting. Dagelijks bewegen is goed.

Zijn er veranderingen met medicijnen en recepten?

U mag uw eigen medicijnen (weer) innemen tenzij anders is vermeld. Als u voor de operatie

bloedverdunnende middelen gebruikte mag u deze op voorschrift van de arts weer gebruiken. Voordat u naar huis gaat hoort u wanneer u de antistolling weer kunt hervatten en in welke dosering. Indien nodig ontvangt u een brief voor de trombosedienst. Als u tijdens uw opname gestart bent met (nieuwe) medicatie, krijgt u een recept van de verpleegkundige. Met dit recept kunt u de medicijnen ophalen in de apotheek van locatie AMC. Dit kan direct na het verlaten van de afdeling.

Wat kunt u doen bij pijn?

U mag paracetamol gebruiken tegen de pijn, behalve als er anders met u is afgesproken. Paracetamol is te koop bij drogist en apotheek. Dosering: maximaal 4 x daags, 1000 mg. Wij adviseren u, zeker de eerste dagen na ontslag, de paracetamol op vaste tijden in te nemen, bijvoorbeeld: 8.00/12.00/18.00/22.00 uur (minimaal 4 uur tussen 2 innames).

Het innemen op vaste tijden, zorgt ervoor dat de ergste pijn voorkomen wordt.

Wanneer u ook andere pijnstilling mag gebruiken (bijvoorbeeld diclofenac of tramal) is hiervoor een recept nodig. Neem ook deze pijnstillers op de voorgeschreven tijden in.
Wanneer u nauwelijks of geen pijn meer heeft, kunt u het gebruik van pijnstilling afbouwen en/of stoppen. Stop eerst met tramal, daarna met diclofenac en tot slot met paracetamol.

Wat zijn mogelijke problemen?

De meest voorkomende en meestal onschuldige problemen zijn:

  • Enige roodheid en zwelling van en rondom de operatiewond.
  • Lichte pijnklachten ter plaatse van het operatiegebied.
  • Geringe stijging van de lichaamstemperatuur.

Als een van onderstaande verschijnselen zich voordoet adviseren wij u contact op te nemen:

  • Koorts, hoger dan 38,5 C°.
  • Aanhoudende of toenemende pijn, die niet verdwijnt na het innemen van pijnstilling.
  • Plotseling verlies van helder rood bloed of pus via de wond.

Wanneer komt u voor controle?

Na ontslag krijgt u na enkele dagen een afsprakenbrief thuisgestuurd of een digitale uitnodiging via Mijn Dossier. Een verpleegkundige belt u als u weer thuis bent, om te informeren hoe het met u gaat en of u nog vragen voor ons heeft. Het moment waarop de verpleegkundige belt is afhankelijk van de werkdruk op de afdeling.

Contactgegevens

Als er na uw ontslag uit het ziekenhuis problemen zijn, die verband houden met uw opname , dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek.

  • Polikliniek Chirurgie: 020 – 566 2714
  • Polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie: 020 - 566 2300
  • Buiten kantooruren kunt u de eerste 48 uur, na een chirurgische opname, contact opnemen met:
  • Verpleegafdeling Vaatchirurgie/MKA: 020 – 566 8906 of
  • Spoedeisende Eerst Hulp: 020 – 566 3333