In deze folder krijgt u informatie over het plaatsen van een veneuze lijn. U kunt lezen hoe u zich moet voorbereiden op de ingreep en hoe het verloopt. Ook leest u wat er na het plaatsen van de veneuze lijn gebeurt en of er complicaties kunnen optreden.

De informatie in deze folder is algemeen van aard. Dat wil zeggen dat de ingreep beschreven is zoals deze meestal verloopt. Een interventieradioloog doet de ingreep. Het kan zijn dat de interventieradioloog een andere methode kiest dan die hier beschreven staat als die beter aansluit bij uw situatie. Ook risico’s en bijwerkingen zijn in algemene zin beschreven.

Wat is een veneuze lijn?

Een veneuze lijn is een soort infuus, met een wat langer slangetje, dat in een grote ader ligt. Met behulp van een echogeleide punctie wordt de lijn in de ader geplaatst.

Een echografie (echo) is een beeldvormend onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van geluidsgolven. Verschillende soorten weefsels weerkaatsen deze golven allemaal op een andere manier. Van de teruggekaatste geluidsgolven wordt op een beeldscherm een beeld gevormd. Met echografie kunnen bloedvaten goed zichtbaar gemaakt worden en dit onderzoek kan dus gebruikt worden om een bloedvat aan te prikken.

Voorbereiding op de ingreep

Zijn er extra onderzoeken nodig?

Soms zullen er vooraf aan de plaatsing van de veneuze lijn één of meer andere onderzoeken moeten plaatsvinden. Uw behandelend specialist heeft u verteld welke onderzoeken u waar en wanneer kunt laten doen.

Moet u nuchter zijn?

Bij een afspraak in de ochtend:

Ontbijt: Maximaal 1 beschuit of cracker en 2 glazen water of thee.

Bij een afspraak in de middag:

Normaal ontbijt. Als lunch: maximaal 1 beschuit of cracker en 2 glazen water of thee.

Gebruikt u medicijnen?

Als u bloedverdunners gebruikt staat er in uw afsprakenbrief hoelang u deze

van tevoren moet stoppen. Heeft u vragen over ander medicijngebruik of allergieën, overleg

dit dan met uw behandeld arts.

Bent u zwanger?

Als u zwanger bent of denkt dit te zijn, neem dan contact op met uw behandelend arts en meld dit ook vooraf bij de afdeling Radiologie.

Bent u overgevoelig voor contrastvloeistof of heeft u allergieën?

Als u overgevoelig bent voor contrastvloeistof moet u dit melden aan uw behandelend arts en de radioloog. Er kunnen dan eventueel voorzorgsmaatregelen worden genomen tegen het optreden van een allergische reactie.

Heeft u vragen over allergieën, overlegt u dit dan met uw behandeld arts.

Bij sommige patiënten bestaat er een risico op verslechtering van de nierfunctie bij het gebruik van contrastvloeistof. Dit komt vooral voor bij:

  • patiënten met nierfunctiestoornissen;
  • diabetici.

Neemt u contact op met uw behandelend arts als u tot één van deze groepen behoort. Afhankelijk van uw situatie kunnen er dan maatregelen getroffen worden om het risico voor u te verkleinen.

Hoe gaat de ingreep?

De radiodiagnostisch laborant brengt u naar de behandelkamer. U neemt plaats op de behandeltafel. Eerst bekijkt de radioloog met behulp van de echografie waar de lijn het beste kan worden ingebracht. Omdat de lijn geplaatst moet worden onder steriele omstandigheden krijgt u een muts op en steriele doeken over u heen. De interventieradioloog draagt om die reden een steriele jas en steriele handschoenen. U krijgt een plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt de ader aangeprikt en de lijn ingebracht. Er zijn verschillende typen lijnen. Het type dat het beste bij uw situatie past wordt bij u geplaatst. De lijn wordt aan uw huid vastgeplakt of met een hechting aan de huid vastgezet en met een pleister afgedekt.

Alles bij elkaar duurt het plaatsen van de lijn ongeveer 20 tot 30 minuten.

Hoe krijgt u de uitslag?

Over de ingreep wordt een schriftelijk verslag gemaakt. U krijgt de uitslag van uw behandelend arts.

Hoe is de nazorg?

Na de ingreep wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling, de verpleegafdeling of naar huis (als dat zo met u is afgesproken). De ingebrachte lijn kan direct gebruikt worden.

Welke complicaties kunnen er zijn?

Elke medische behandeling kent risico’s en mogelijke complicaties. Voor het onderzoek bespreekt de interventieradioloog deze met u. Mocht u nog vragen hierover hebben, dan kunt u deze dan stellen.

Voorbeelden van mogelijke complicaties zijn:

  • Soms kan er een bloeduitstorting (blauwe plek) ontstaan op de plek waar de lijn is geplaatst. Deze verdwijnt na enige tijd vanzelf.
  • Soms kan er bij de lijn een infectie (ontsteking) optreden. Als de plek waar de lijn geplaatst is rood en pijnlijk wordt, dan moet u dit melden bij uw behandelend arts of verpleegkundige.
  • Heel soms kan er een bloedstolsel in het bloedvat ontstaan waar de lijn in zit. Dit kan ervoor zorgen dat de lijn niet meer goed werkt of dat uw arm dikker wordt. De lijn moet dan verwijderd worden.

Als u twijfelt is het altijd verstandig een verpleegkundige of uw behandelend arts te waarschuwen.

Waar moet u zich melden?

Wij verwachten u op de afdeling Interventieradiologie.

Bent u opgenomen in het ziekenhuis, dan brengt de verpleegkundige u naar de afdeling Interventieradiologie.

Kunt u niet op de afspraak komen?

Als u niet kunt komen op de afspraak, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling Interventieradiologie (020-566 6323).

Heeft u nog vragen?

Als u na het lezen van deze tekst nog vragen heeft neemt u contact op met uw behandelend arts.

Hoe is de afdeling Radiologie bereikbaar?

Wij zijn op werkdagen bereikbaar van 09.00-12.00 uur en van 14.00-16.00 uur op de volgende telefoonnummers:

  • Algemeen nummer AMC 020-566 9111
  • Interventieradiologie afsprakenbureau: 020-566 6323