In deze folder krijgt u informatie over de ejectiefractiebepaling: Waarom dit onderzoek wordt uitgevoerd, hoe het verloopt en wat belangrijk is om te weten.

Waarom een ejectiefractiebepaling?

Met dit onderzoek wordt de pompfunctie van uw hart bepaald. Dit kan belangrijk zijn wanneer u hartklachten heeft, maar ook wanneer u bepaalde medicijnen krijgt.

Tijdens het onderzoek wordt berekend hoeveel bloed het hart per hartslag rondpompt. Dit wordt de ejectiefractie genoemd.

Wat is de voorbereiding op het onderzoek?

Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig.

Hoe gaat het onderzoek?

Om de ejectiefractie te kunnen bepalen, moet het bloed ‘zichtbaar’ worden gemaakt voor de camera. Hiervoor krijgt u twee vloeistoffen toegediend via een infuus. De eerste vloeistof is bedoeld om de rode bloedcellen voor te bereiden. Door deze voorbereiding bindt de radioactieve vloeistof, de tweede vloeistof, zich goed aan de rode bloedcellen. Na de toediening van de eerste vloeistof gaat u terug naar de wachtruimte.

Na 15 tot 30 minuten komt u terug voor de rest van het onderzoek. U komt op een onderzoekstafel te liggen en u krijgt de tweede vloeistof toegediend. U krijgt plakkers (elektroden) op uw lichaam geplakt om tijdens het onderzoek uw hartslag te registreren (hartfilmpje/ elektrocardiogram). Er worden vanuit twee richtingen opnamen (scans) van het hart gemaakt. Het is voor de kwaliteit van het onderzoek belangrijk dat u zo stil mogelijk ligt.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Het onderzoek duurt in totaal 1 uur en 15 minuten.

Het zetten van het infuus en toedienen van de eerste vloeistof duurt 5 minuten, hierna volgt een wachttijd van 15 tot 30 minuten. Het maken van de foto’s duurt 45 minuten.

Hoe krijgt u de uitslag van het onderzoek?

Nadat de scan gemaakt is, en voordat u de afdeling kan verlaten, wordt de kwaliteit en volledigheid van het onderzoek beoordeeld. Naar aanleiding van deze beoordeling kunnen aanvullende (extra) opnamen gemaakt worden. Als extra opnamen nodig zijn, neemt dit meer tijd in beslag. Op een later tijdstip bekijkt een arts (nucleair geneeskundige) het onderzoek nauwkeurig. Deze maakt een verslag voor uw behandelend arts. Uw behandelend arts zal de uitslag met u bespreken.

Wat zijn de bijwerkingen en risico’s?

Voor zover bekend, zijn er geen bijwerkingen en risico’s aan dit onderzoek verbonden.

Bent u zwanger of geeft u borstvoeding?

Wanneer u zwanger bent of denkt dit te zijn, moet u dit melden voor het onderzoek begint. Als het voor u niet strikt noodzakelijk is, stellen wij het ongeboren kind niet bloot aan straling. Ook als u borstvoeding geeft, moet u dit te bespreken met de nucleair geneeskundige.

Hoe komt u op de afdeling Nucleaire Geneeskunde?

Om de afdeling te bereiken neemt u de hoofdingang van het AMC. Binnengekomen loopt u rechtdoor naar het centrale plein (F/G plein of Verheyplein) en steekt dit over. Links achterin neemt u de lift naar de tweede verdieping van bouwdeel F. Wanneer u de lift uitkomt, vindt u de afdeling aan de rechterkant. U kunt zich daar melden bij de balie (F2-Noord).

Wat moet u meenemen?

Als u van uw arts een aanvraagformulier gekregen heeft, moet u dit mee te nemen. Verder moet u een geldig identiteitsbewijs, uw ziekenhuispas en uw verzekeringspapieren meenemen.

Waarom moet u op tijd komen?

De radioactieve vloeistof, die nodig is voor het onderzoek, wordt speciaal voor u klaargemaakt. Het is daarom belangrijk dat u op tijd aanwezig bent. Als u niet op de afgesproken tijd aanwezig kunt zijn, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op.

Heeft u nog vragen?

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u die gerust stellen als u op de afdeling komt, voordat het onderzoek begint.

Heeft u vragen die verband houden met de voorbereiding van het onderzoek, bijvoorbeeld over het gebruik van medicijnen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Wij zijn op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 uur op tel: 020-5662775. U kunt natuurlijk ook contact opnemen met uw behandelend arts.