Binnenkort komt u naar het Amsterdam UMC voor een operatie. Tijdens de operatie krijgt u anesthesie. Anesthesie zorgt ervoor dat u niets voelt of merkt van de ingreep. Zo’n verdoving kan plaatselijk of geheel (narcose) zijn. Om de operatie veilig te laten verlopen, is het belangrijk dat u deze folder goed leest. U mag bijvoorbeeld niet eten en drinken voor de operatie. Ook is het soms nodig om met uw medicijnen te stoppen.

Mag ik mijn medicijnen slikken voor de operatie?

Als u medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u of u deze gewoon kunt innemen of dat u tijdelijk moet stoppen. Gebruikt u bloedverdunners, dan kan het zijn dat u een aantal dagen vóór de operatie moet stoppen. Van uw behandelend arts hoort u wanneer u met uw bloedverdunners moet stoppen en wanneer u weer kunt beginnen.

Informeer uw arts als er wijzigingen zijn in uw medicatiegebruik.

De operatie

Voor de operatie begint wordt u naar de voorbereidingsruimte (holding) van de operatieafdeling gebracht. U wordt aangesloten op een bewakingsapparaat. In uw arm krijgt u een infuus om vocht en medicatie toe te dienen. Als al deze voorbereidingen klaar zijn, krijgt u de plaatselijke verdoving of narcose toegediend op de operatiekamer.

Bij de narcose wordt u in een diepe slaap gebracht. Als u onder narcose bent, is uw hele lichaam verdoofd. Doordat u tijdelijk buiten bewustzijn bent, merkt u niets van de operatie. Na afloop herinnert u zich ook niets van de operatie. Tijdens de narcose controleren de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker uw ademhaling, hartslag en bloedsomloop.

Niet eten en drinken voor de operatie

Uw maag moet leeg zijn voor de operatie. Als u toch eet, wordt er maagzuur aangemaakt. Onder anesthesie kan dit maagzuur in de longen komen. Dit kan een ernstige longontsteking veroorzaken. Om dit te voorkomen, moet u voor de operatie ‘nuchter’ zijn. Dit betekent dat u vanaf een bepaalde tijd niets meer mag eten en drinken. Als u toch eet of drinkt voor de operatie, kan de operatie niet doorgaan.

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit houdt in:

Tot 6 uur vóór de operatie mag u normaal eten en drinken, daarna mag u niet meer eten.

Tot 2 uur vóór de operatie mag u alleen heldere dranken drinken, zoals:

koffie (zonder melk, suiker mag wel), thee, water, heldere appelsap of limonade zonder prik;

u mag géén melkproducten of bouillon drinken.

Let op: Wordt u een dag vóór de operatie al opgenomen? Dan hoeft u niet nuchter te komen.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Dit is een kamer waar speciaal opgeleide verpleegkundigen u de eerste tijd na de operatie verzorgen. U blijft daar tot de anesthesie voldoende is uitgewerkt, u goed wakker bent en de pijn onder controle is. U gaat dan weer terug naar de verpleegafdeling. Hier kunt u rustig bijkomen en zo nodig verder wakker worden.

Bijwerkingen en complicaties

Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen, afhankelijk van de grootte van de operatie.

Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven. Vraagt u dan om een middel om de misselijkheid tegen te gaan.

U kunt last hebben van spierpijn en pijnlijke gewrichten. Dit komt bijvoorbeeld doordat u tijdens de operatie steeds in dezelfde houding heeft gelegen.

Het beademingsbuisje dat tijdens de operatie in uw keel zat, kan door irritatie keelpijn geven. De keelpijn verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen.

Elke operatie kan complicaties geven, hoe zorgvuldig wij ons werk ook doen. U heeft een kleine kans op:

een allergische reactie op medicijnen;

beschadiging van uw gebit door het inbrengen van het beademingsbuisje;

een beklemde zenuw in uw arm of been door een ongelukkige houding tijdens de operatie. Dit kan tintelingen en krachtverlies veroorzaken.

Als de narcose in uw geval bijzondere risico’s met zich meebrengt, bespreekt de anesthesioloog dit persoonlijk met u.

Naar huis

Nadat u onder narcose bent geweest, reageert u tijdelijk wat minder snel. Als u op de dag van de operatie naar huis mag, zorg er dan voor dat u de eerste nacht na ontslag uit het ziekenhuis niet alleen thuis bent. Ook mag u niet zelf naar huis rijden. Zorg er dus voor dat iemand u naar huis brengt. Verder mag u die dag geen gevaarlijke machines bedienen en kunt u beter geen belangrijke beslissingen nemen.

Doe het thuis de eerste 24 uur na de operatie rustig aan. Zorg dat u voldoende pijnstillers in huis hebt zoals paracetamol, ibuprofen of diclofenac. Houdt u zich verder goed aan de instructies die u krijgt van de arts die u heeft geopereerd.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Polikliniek Anesthesiologie (Preoperatieve Screening)

• Locatie VUMC: 020 444 2070 / 020 444 2071

• Locatie AMC: 020 566 3496

Extra Informatie over anesthesie treft u hier aan: