In deze folder geven we uitleg over het bronchoscopie onderzoek door de kinderlongarts en over de gang van zaken rondom de dagopname van uw kind.

Wat is een bronchoscopie?

Een bronchoscopie is een kijkonderzoek in de luchtpijp en de aftakkingen hiervan. De arts kijkt in de luchtwegen met een dun en bestuurbaar flexibel slangetje of een dun buisje; de zogenaamde bronchoscoop. Het onderzoek gebeurt onder narcose, dat wil zeggen dat uw kind tijdens het onderzoek in slaap wordt gehouden.

Tijdens de bronchoscopie kijkt de arts naar:

  • De aanleg van het strottenhoofd, de luchtpijp en de lagere luchtwegen.
  • Vreemde voorwerpen, die in de lagere luchtwegen terecht zijn gekomen.

Eventueel wordt er slijm of een slijmvliesbiopt (klein stukje weefsel) afgenomen voor verder onderzoek. Ook kan een longspoeling worden gedaan om materiaal te verzamelen voor een kweek op bacteriën, virussen en/of schimmels. Soms kan de kinderlongarts met een klein borsteltje een oppervlakkig monster afnemen van het slijmvlies van de luchtwegen.

Bij welke klachten doet de arts een bronchoscopie?

Een bronchoscopie wordt meestal uitgevoerd bij één of meerdere van de onderstaande klachten:

  • Hoorbare ademhaling
  • Terugkerende longontstekingen
  • Astma, dat niet goed met medicijnen is te behandelen
  • Zich verslikken tijdens de voeding
  • Hoesten zonder verklaring
  • Verdenking van een verslikking in een voedingsmiddel of vreemd voorwerp

Wanneer kan een bronchoscopie niet doorgaan?

In enkele gevallen kan de bronchoscopie tijdelijk worden uitgesteld. Het gaat hierbij om kinderen die acuut benauwd zijn of een infectie en/of koorts hebben gekregen. Heel af en toe komt het voor dat een bronchoscopie niet kan doorgaan op de afgesproken datum omdat een spoedpatiënt dan voorrang heeft. In dergelijke gevallen zal er geprobeerd worden zo snel mogelijk een nieuwe afspraak voor uw kind in te plannen.

Mogelijke complicaties van een bronchoscopie

Complicaties ten gevolge van een bronchoscopie treden zelden op. Toch kan het voorkomen dat uw kind last krijgt van de volgende verschijnselen:

  • Voorbijgaande keelpijn.
  • Kleine slijmvliesbeschadiging met soms gering bloedhoesten.
  • Alleen na longspoeling: kortdurend koorts.
  • Tijdelijke zwelling van slijmvlies, waardoor de opening van de luchtweg kleiner wordt.
  • In een zeldzaam geval kan dit leiden tot de noodzaak van beademing, totdat het slijmvlies weer is hersteld. Opname op de afdeling Intensive Care Kinderen is in dat geval noodzakelijk.
  • Heel zeldzaam: verwonding van het strottenhoofd of de luchtpijp, waardoor er later littekenweefsel kan ontstaan.

Voorbereiding op de narcose: pre-assessment

Tijdens de bronchoscopie is uw kind onder narcose, zodat het niets merkt van het onderzoek. Narcose is een soort slaap, die tot stand wordt gebracht met medicatie. Voorafgaand aan de opname krijgt u een afspraak op de polikliniek Anesthesiologie bij de anesthesist. Dit is de arts die uw kind onder narcose brengt en tijdens de ingreep uw kind in de gaten houdt. Tijdens dit polibezoek zal uw kind worden onderzocht en zal de anesthesist u vragen naar de gezondheidstoestand van uw kind en eventueel eerder doorgemaakte operaties, ziektes en allergieën. Hiertoe moet u eerst een gezondheidsvragenlijst invullen.

De dag van de bronchoscopie

De bronchoscopie vindt meestal plaats in het Dagcentrum, waar u zich ’s ochtends vroeg moet melden (D-gebouw begane grond). Een infuus inbrengen gaat makkelijker als uw kind warme handen/voeten heeft. Daarom adviseren wij om uw kind dikke sokken en handschoenen aan te laten trekken. Verder moet uw kind een nagenoeg lege maag hebben om onder narcose te kunnen gaan. Hieronder staan de regels voor het nuchter zijn.

Regels voor het nuchter zijn:

Tenzij anders door uw kinderlongarts of anesthesioloog aangegeven mogen kinderen:

  • Tot 1 uur voor de bronchoscopie heldere vloeistoffen (water, limonade, heldere vruchtensappen zonder vruchtvlees, koolzuurhoudende vloeistoffen, thee en koffie) drinken.
  • Tot 4 uur voor de bronchoscopie is moedermelk / borstvoeding toegestaan.
  • Tot 6 uur voor de bronchoscopie mogen overige melkproducten (koemelk, zuigelingenvoeding, poedermelk en sondevoeding) gedronken worden.
  • Tot 6 uur voor de bronchoscopie mag uw kind alles eten.

Ongeveer 30-60 minuten voor de bronchoscopie komt de verpleegkundige uw kind voorbereiden. Daarna gaat uw kind naar de wachtruimte voor de operatiekamer, de zogenaamde verkoeverkamer. U brengt samen met de verpleegkundige uw kind hier naar toe. Eén ouder mag mee naar de operatiekamer en bij zijn/haar kind blijven tot het onder narcose is. De bronchoscopie zelf duurt meestal niet langer dan 15 minuten. Zie voor meer informatie de folders op de Amsterdam UMC website: Dagcentrum (dagopname kinderen) en het Dagcentrum; informatie voor kinderen (een kleurboekje voor kinderen).

Na de bronchoscopie

Zodra de bronchoscopie klaar is, wordt u door de kinderverpleegkundige naar uw kind gebracht op de verkoeverkamer. U kunt bij uw kind zijn als het uit de narcose komt. U hoort van de arts, die de bronchoscopie heeft gedaan, over de bevindingen ervan.

Opname in het ziekenhuis voor en/of na een bronchoscopie

Er kunnen redenen zijn om een kind na de bronchoscopie voor een wat langere periode (meestal een dag) op te nemen in het ziekenhuis. Dit geldt in ieder geval voor kinderen jonger dan 1 jaar. Het kan dan nodig zijn dat uw kind voor het onderzoek in het ziekenhuis wordt opgenomen of na afloop van het onderzoek opgenomen blijft. Op de dag van de bronchoscopie gaat u met uw kind en de verpleegkundige van de kinderafdeling naar de ingreep toe. Na afloop van de bronchoscopie gaat uw kind terug naar de kinderafdeling. Uw arts zal met u bespreken of het nodig is dat uw kind wordt opgenomen en hoe lang de opname duurt.

Eten en drinken

Tot één uur na de bronchoscopie mag uw kind niet eten of drinken in verband met een verdovende keelspray die uw kind tijdens de bronchoscopie heeft gekregen. Hierdoor bestaat er een verhoogde kans op verslikken.

Naar huis

In principe gaat uw kind dezelfde dag weer naar huis, tenzij uw kind jonger is dan 1 jaar of bij een speciale reden (zie boven).

Bij het ontslag krijgt u mee: een ontslagbrief, een controle afspraak op de polikliniek en eventueel een recept van de medicatie waarmee uw kind moet starten of doorgaan. Daarnaast krijgt u uitleg van de verpleegkundige over wat te doen bij problemen in de thuissituatie.

Dringende problemen thuis na een bronchoscopie

Mochten er dringende problemen in de thuissituatie optreden, zoals het onverwachts optreden van toenemende benauwdheid of het krijgen van koorts, dan kunt u overdag contact opnemen met de polikliniek van de behandelend arts. Mochten de problemen ’s avonds of ‘s nachts optreden dan kunt u voor advies terecht bij de dienstdoende kinderarts (zie hieronder voor de telefoonnummers).

Controle na de bronchoscopie

Ongeveer één week na de bronchoscopie heeft u een telefonische afspraak met de arts om uitslagen te bespreken. Tijdens dit gesprek zal de arts met u de uitslagen van de bronchoscopie bespreken. Als er tijdens de bronchoscopie een stukje weefsel (biopt) is afgenomen, dan krijgt u na 3-4 maanden een definitieve uitslag. Als uw kind door een kinderarts uit een ander ziekenhuis verwezen werd naar de arts in het AmsterdamUMC, dan zal de arts met u bespreken waar verdere controle wordt voortgezet (bij uw eigen kinderarts of bij arts AmsterdamUMC, locatie AMC).

De invloed van een opname in het ziekenhuis

Een (dag)opname in een ziekenhuis kan voor een kind een ingrijpende gebeurtenis zijn. Bij sommige kinderen kan dit tijdelijk leiden tot problemen in de thuissituatie. Hierbij kunt u denken aan een kind dat huilend wakker wordt in de nacht, een verstoord dag / nachtritme, slechter of minder eten en drinken en/of een eventuele tijdelijke terugval in de ontwikkeling. Blijven deze problemen bestaan, bespreekt u ze dan met de arts op de polikliniek.

Heeft u vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van deze folder, stelt u ze gerust aan de behandelend arts of aan de verpleegkundige.

Contactgegevens

Planning dagcentrum (werkdagen, 10.30 – 12.00 uur)

Voor vragen met betrekking tot de planning van de bronchoscopie.

020-5664117 of e-mail dagcentrum-planning@amc.uva.nl

Afsprakenbureau kindergeneeskunde (werkdagen, 8.45 uur tot 16.30 uur)

Als u voorafgaand aan of na de bronchoscopie contact wilt met de kinderlongarts omdat u nog vragen heeft of uw kind klachten heeft.

020-5668000 (kies spoedlijn als u de arts vanwege ernst van klachten dezelfde dag wilt spreken)

Dienstdoende kinderarts (indien afsprakenbureau niet bereikbaar, avond/nacht, weekend)

020-5669111 (vraag naar dienst doend kinderarts)

Tips om uw kind voor te bereiden

Kinderen voelen zich tijdens een onderzoek of behandeling vaak meer op hun gemak als zij van tevoren weten wat er gaat gebeuren. Een goede voorbereiding is dan ook van groot belang. Het gesprek met de arts is slechts één van de momenten waarop de voorbereiding plaatsvindt. Thuis, in de vertrouwde omgeving komen vaak de meeste vragen. Daarom is uw rol in de voorbereiding erg belangrijk. U vindt hieronder enkele aandachtspunten die daarbij van pas kunnen komen. Elk kind is anders, dus ga ook op uw eigen kennis en gevoel af. U kent uw kind het beste en kunt daarom goed inschatten wanneer u welke informatie moet geven.

Algemene aandachtspunten

  • Geef op verschillende momenten informatie
  • Vertel op eenvoudige wijze en zo eerlijk mogelijk wat er gaat gebeuren en waarom.
  • Maak met poppen, boekjes of tekeningen het verhaal nog duidelijker.
  • Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met de voorbereiding. Hun tijdsbesef is anders dan bij volwassenen. Bij jonge kinderen gaat het altijd om het ‘hier en nu’. Eén of twee dagen van tevoren beginnen, is vaak het beste. Uw kind wordt dan niet onnodig ongerust gemaakt, maar er blijft genoeg tijd over om er nog eens op terug te komen.
  • Praat er bij oudere kinderen wel gerust wat eerder over.
  • Laat uw kind het verhaal ook zelf aan u vertellen. Zo merkt u wat uw kind begrepen heeft.
  • Pak samen de koffer in en neem belangrijke spulletjes mee.
  • Boekjes om uw kind voor te bereiden zijn te leen in de Emma Infotheek: Emma infotheek - Emma kinderziekenhuis (amsterdamumc.nl)
  • U kunt ook om titels vragen. Suggesties voor boekjes staan ook achter in de folder Dagcentrum; informatie voor kinderen.

Wat uw kind vooraf moet weten

U kunt vertellen dat :

  • U steeds bij uw kind kan zijn in het ziekenhuis, ook bij de dokter.
  • Uw kind een tijd voorafgaand aan de narcose die dag niet mag eten en drinken.
  • De slaapdokter uw kind medicijnen geeft waar het van gaat slapen. Dat dit gebeurt met een vloeistof door het infuus.
  • Uw kind merkt niets van de ingreep, omdat hij slaapt en wakker wordt als de ingreep is afgelopen.
  • De medewerkers in het ziekenhuis alles nog eens uitleggen.