Er wordt bij een beenmergpunctie een holle naald in het beenmerg ingebracht om
twee soorten materiaal te kunnen afnemen:

  • beenmergaspiraat: Hierbij wordt met een spuit vloeibaar beenmerg opgezogen.
  • beenmergbiopt: Hierbij wordt de naald 2cm extra in de beenmergholte geschoven. Hierdoor
    komt er een stuk beenmerg (met botdeeltjes) in de holle naald terecht die met het
    verwijderen van de naald mee naar buiten wordt gebracht.

Met dezelfde naald wordt dus vloeibaar beenmerg en een stukje bot uit uw lichaam gehaald. U hoeft maar één keer geprikt te worden voor een beenmergaspiraat en -biopt samen. Het beenmergaspiraat (vloeibaar beenmerg) wordt gebruikt voor onderzoek, waaronder microscopisch onderzoek en op indicatie moleculair en cytogenetisch onderzoek (DNA-onderzoek). Dat onderzoek gebeurt in het hematologisch laboratorium door de hematoloog en analist. Het beenmergbiopt wordt ontkalkt en daarna microscopisch bekeken door de patholoog.

Lees meer in de folder Beenmergpunctie