U wordt binnenkort opgenomen voor een Ballon Pulmonalis Angioplastiek (BPA). In deze folder krijgt u uitleg over deze procedure en informatie over de opname.

Voor meer algemene informatie over opname, verblijf, tv en faciliteiten verwijzen wij u naar de brochures Welkom op zorgeenheid longziekten en Welkom bij Amsterdam UMC, locatie VUmc. Deze kunt u vinden op onze website (www.vumc.nl/afdelingen/patientenfoldersbrochures/zoeken-specialisme/)

Wat is pulmonale hypertensie (PH)?

U heeft onlangs van uw behandelend longarts gehoord dat u pulmonale hypertensie (PH) heeft. PH is een te hoge bloeddruk in de longslagader. In het verleden heeft u longembolieën gehad, waardoor bij u PH is ontstaan. Longembolieën kunnen ontstaan doordat kleine bloedstolsels uit een ader (meestal uit een ader uit het been) losschieten en dan via de rechterharthelft in de slagader van de longen terechtkomen. In principe ruimt het lichaam deze stolsels zelf op en krijgt een patiënt (soms tijdelijk) bloedverdunners om vorming van nieuwe stolsels te voorkomen. Bij een klein deel van de patiënten vindt deze opruiming niet of onvoldoende plaats. Indien deze zogenaamde chronische longembolieën aanleiding blijven geven tot verstopping van enkele grote of meerdere kleine longslagaders, kan hoge bloeddruk in de longslagader ontstaan (PH). We spreken dan van chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH).

Behandeling van CTEPH

Deze chronische longembolieën kunnen in sommige gevallen door middel van een operatie worden weggehaald. Deze operatie heet pulmonaire endarteriëctomie (PEA) of pulmonale trombo-endarteriëctomie (PTE). Soms is dit niet mogelijk en biedt medicatie en/of een BPA een uitkomst. Bij u heeft het behandelteam gekozen voor de BPA procedure.

Wat is een BPA?

Een BPA is een variant op de dottertechniek die bij hartpatiënten gebruikt om verstopte kransslagvaten open te maken. Via een ader in de lies of hals wordt een katheter opgeschoven via het hart tot in de longslagaders. Door een ballon op te blazen op de juiste plekken wordt geprobeerd de verstopping van het bloedvat op te heffen. Een procedure duurt ongeveer twee tot drie uur. De bloedvaten kunnen niet allemaal in 1 procedure geopend worden, dit verhoogt namelijk het risico op complicaties. Per patiënt wordt bekeken hoeveel procedures er nodig zijn. Dit kan variëren van 1 tot 8 procedures. Tussen de procedures zit minimaal 6-10 weken. Dit maakt dat het ondergaan van een BPA-procedure een intensief traject is. De procedure wordt gedaan door de interventiecardioloog of de interventieradioloog op een operatiekamer. Beiden zijn

onderdeel van het behandelteam. U bent tijdens de procedure bij bewustzijn.

Complicaties

Elke ingreep kent mogelijke risico’s en bijwerkingen. Zo ook bij een BPA. Hieronder wordt kort beschreven wat de mogelijk complicaties kunnen zijn.

Longoedeem

Door de BPA worden bepaalde bloedvaten weer geopend en zal er plotseling weer bloed door deze vaten stromen. De opnieuw op gang gekomen bloedstroom veroorzaakt soms ophoping van vocht in de longblaasjes (longoedeem). De oorzaak hiervan is niet bekend en het optreden van dit longoedeem is van tevoren niet voorspelbaar. Doorgaans heeft het geen consequenties voor het herstel.

Longbloeding

Zo’n bloeding kan worden veroorzaakt door beschadiging van de wand van de longslagader of het opblazen van de ballon. Als er tijdens de BPA een milde longbloeding plaatsvindt, dan kan dit in veel gevallen verholpen worden door het plaatsen van een kleine ballon en dan wordt u tijdelijk op de zij gelegd.

Lager zuurstofgehalte

Door het openen van bloedvaten die lange tijd gesloten zijn geweest, kan het zijn dat tijdelijk de verhouding tussen de geventileerde delen van de long en de doorbloede delen van de long veranderd. Dit kan wat lagere zuurstof gehalte in het bloed veroorzaken. Dit evenwicht herstelt zich vanzelf na weken of maanden.

Antistolling (bloedverdunner)

Minimaal 1 week voordat u de eerste BPA-procedure ondergaat, wordt u overgezet op andere antistollingsmedicatie tenzij u dit middel al heeft. Met dit middel is het tijdelijk stoppen en opstarten veel praktischer te regelen. U hoeft hiervoor niet meer gecontroleerd te worden door de trombosedienst.

Staken van de antistolling voor de BPA

Uw antistolling moet voor de BPA tijdelijk gestaakt worden. Uw behandelend arts zal met u doornemen op welk moment u moet stoppen.

De opname in het ziekenhuis.

Meestal wordt u op de dag van de BPA ’s ochtends vroeg opgenomen op de verpleegafdeling. Het is dan wel van belang dat u voor de opname nog bloed laat afnemen op de polikliniek. Soms is het wel nodig om een patiënt een dag voor de BPA-procedure op te nemen. Dat heeft dan over het algemeen te maken met een aantal onderzoeken die nog moeten plaatsvinden voor de BPA zoals een echo van het hart en een ECG (hartfilm).

Als u op de verpleegafdeling komt (welke afdeling staat in de uitnodiging voor de opname)wordt u daar klaargemaakt om de BPA te kunnen ondergaan. Dit houdt onder anderen in dat er bij u een infuusnaald wordt ingebracht.

Dag van de BPA-procedure

  • Als u als eerste gepland staat in de ochtend, dan moet u nuchter zijn. Anders mag u een licht ontbijt nuttigen.
  • De BPA wordt uitgevoerd door een interventiecardioloog of een interventieradioloog op een operatiekamer.
  • De procedure zelf zal ongeveer twee uur duren.
  • Direct na de BPA komt u terug op de verpleegafdeling waar u voor de BPA ook bent opgenomen. Daar zullen de controles bij u worden uitgevoerd (bloeddruk, hartslag, temperatuur en saturatie). De controles worden ’s middags nogmaals herhaald. Indien nodig krijgt u tijdelijk wat extra zuurstof toegediend.
  • In principe mag u op deze avond weer starten met de antistolling.

Het ontslag uit het ziekenhuis

Als de BPA- procedure ongecompliceerd is verlopen mag u aan het einde van de middag, begin van de avond met ontslag uit het ziekenhuis.

De volgende BPA-procedure

In principe zijn er 1 tot 8 BPA procedures nodig om alle longslagaders te kunnen behandelen. De periode tussen de BPA’s kan verschillen. Meestal zit er wel een periode van 8 weken tussen de BPA’s.Na de allerlaatste BPA procedure krijgt u een poli-afspraak bij uw behandelend longarts. Verder worden de resultaten van de BPA meestal na 6 maanden geëvalueerd.

Er wordt dan een dagopname gepland, waarbij de volgende onderzoeken zullen worden gedaan:

  • rechter hartkatheterisatie via de hals;
  • Bloedonderzoek
  • echo van het hart;
  • fietstest.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met afdeling

Longziekten op telefoonnummer (020) 444 2150 of (020) 444 4324.