Een volvulus komt in Nederland gelukkig weinig voor. Meestal komt de volvulus voor bij hele jonge kinderen. De oorzaak is meestal dat de aanleg van de darm gestoord is waardoor de darmen niet op de normale positie in de buik komen te liggen. Hoe vaak dit precies voorkomt is niet helemaal bekend. Kinderen met een volvulus worden meestal in een kinderchirurgisch centrum behandeld; zo ook in het Kinderchirurgisch Centrum Amsterdam.
Zoals gezegd is een volvulus een draaiing van de darm om haar eigen as. Hierdoor krijgt de darm geen bloed meer. In de meeste gevallen presenteren kinderen zich met een volvulus al op hele jonge leeftijd meestal voor hun eerste levensmaand. De belangrijkste klacht waarmee ouders komen is het feit dat hun kind groenig (gallig) spuugt. Dit is dan ook vaak het eerste alarmsymptoom en later worden kinderen onrustig, krijgen ze een hoge hartslag en worden ze bleek en klam. Als de draaiing enige tijd bestaat kan het kind ook koorts krijgen, een opgezette buik en soms bloederige ontlasting of bloed spugen.
Kinderen met klachten en verschijnselen die passen bij een volvulus kunnen zich via de kinderarts of de spoedeisende hulp presenteren. Dit is vaak in een ander ziekenhuis en wanneer daar gedacht wordt aan dit ziektebeeld worden kinderen met spoed overgeplaatst. Als de diagnose hier wordt vastgesteld of bevestigd, moeten wij uw kind direct opereren.
Welk onderzoek doen we om de ziekte vast te stellen? Bij kinderen met een verdenking op een volvulus zullen wij met spoed een echo maken van de buik. Als de diagnose hiermee wordt bevestigd zullen wij direct naar de operatiekamers gaan. Soms is de diagnose hiermee niet geheel duidelijk, dan is het nodig om een contrast onderzoek te doen. Via een slangetje dat via de neus naar de maag gaat geven wij contrast en maken wij een aantal röntgenfoto’s om te kijken of er een draaiing is van de darm en/of er sprake is van een normale positie van de darm in de buik. Als we bij dit onderzoek een volvulus (draaiing van de darm) zien, dan zullen wij direct naar de operatiekamers gaan. Zien wij geen draaiing maar wel een niet normale positie van de darm, dan hoeft er niet direct een operatie plaats te vinden, maar wel op korte termijn.
Als we denken dat uw kind een volvulus heeft, gaan we uw kind opnemen in het ziekenhuis voor een behandeling. Dit zal zijn op de afdeling kinderchirurgie, Intensive Care Kinderen of Intensive Care Neonatologie.
Als uw kind een volvulus heeft moet uw kind direct geopereerd worden. Het kan daarom heel overweldigend zijn omdat het allemaal heel snel kan gaan. Hieronder leggen wij u uit wat wij bij de operatie doen.
Bij een operatie voor een volvulus moeten wij zo snel mogelijk de darm weer terug draaien. Als dit gebeurd is moeten wij kijken of de darmen weer goed van bloed worden voorzien. Soms is dit echter niet het geval omdat de darmen te lang geen bloed meer hebben gehad waardoor ze zijn afgestorven. Dan is het nodig om het gedeelte wat afgestorven is weg te halen en leggen wij soms een tijdelijk stoma aan. Daarnaast wordt er vaak ook een groot infuus gegeven zodat wij medicijnen en voeding kunnen toedienen. Als het hele dunne darmpakket afgestorven is, is een operatie soms niet meer mogelijk.
Na de operatie wordt uw kind vaak opgenomen op een Intensive Care afdeling. Soms is het nodig dat we meerdere operaties moeten doen. Dit is met name het geval als een groot gedeelte van de darm is aangedaan. Uw kind zal medicijnen krijgen (pijnstillers en antibiotica) en dagelijks kijken wij hoe het gaat met uw kind. Zodra het kan zal uw kind worden overgeplaatst naar de gewone afdeling.
Bij iedere operatie kunnen complicaties optreden, al gaat het meestal gewoon goed. De meest voorkomende complicaties zijn: wondinfectie en abces in de buik na de operatie. Verder kan, met name wanneer veel dunne darm weggehaald is, een korte-darm syndroom ontstaan. Op latere leeftijd kan uw kind een obstructie krijgen door verklevingen.
Bij iedere operatie kunnen complicaties optreden, al gaat het meestal gewoon goed. De meest voorkomende complicaties zijn: wondinfectie en abces in de buik na de operatie. Verder kan, met name wanneer veel dunne darm weggehaald is, een korte-darm syndroom ontstaan. Op latere leeftijd kan uw kind een obstructie krijgen door verklevingen.
De nazorg na een volvulus is sterk afhankelijk of er wel of niet kans is op het ontwikkelen van een korte-darm syndroom. Als er (kans op) een korte-darm syndroom is, dan wordt uw kind langdurig gecontroleerd door ons samen met de maag-darm-lever arts op de darmfalen poli.