Bij wie komen neuskeelholtetumoren vaak voor?

Neuskeelholtetumoren komen voornamelijk voor bij bevolkingsgroepen uit China, Indonesië en Noord-Afrika.

Wat is de oorzaak van neuskeelholtetumoren?

Er is bij deze vorm van kanker een minder uitgesproken relatie met tabaksgebruik dan bij andere vormen van hoofdhalskanker. Mogelijk dragen bepaalde dieetgewoontes en infecties met het Epstein-Barr virus (EBV) op jeugdige leeftijd bij aan een verhoogd risico voor het ontstaan van tumoren in dit gebied. Het Epstein-Barr virus behoort tot de Herpes-virussen en is een van de meest voorkomende virusinfecties bij de mens.

Welke klachten horen bij neuskeelholtetumoren?

De klachten die mensen met neuskeelholtekanker vaak hebben zijn divers: 

  • verstopte neus

  • neusbloedingen

  • oorklachten (enkel- of beiderzijds) zoals dichtzittend oor, slechter horen

  • hoofdpijn

  • pijnloze, opgezette klieren in de hals en/of achter in de nek

  • dubbelzien of verminderd zien

Onderzoek en diagnostiek bij neuskeelholtetumoren

Na het eerste gesprek met de arts-assistent of de specialist zal op de polikliniek ook onderzoek worden gedaan. Hierbij bekijkt de arts de grootte en uitbreiding van de tumor. Meestal neemt de arts een stukje weefsel (biopt) af.

De arts bespreekt met u welke onderzoeken nodig zijn. Daarbij zijn de volgende mogelijkheden:

  • uitstrijk (brush/borsteltje) van het neuskeelholte slijmvlies voor EBV-bepalingen

  • röntgenfoto van de longen (X-thorax)

  • bloedonderzoek

  • CT- of MRI-scan van de neuskeelholte

  • echografie van de hals met daarbij eventueel aanprikken van vergrote halsklieren

  • CT-scan van de longen en lever voor onderzoek naar eventuele uitzaaiingen

  • onderzoek naar uitzaaiingen buiten het hoofd-halsgebied (PET/CT-scan)

  • foto van de kaak en tanden (orthopantomogram: OPT)

Behandeling bij neuskeelholtetumoren

Behandelkeuze wordt bepaald door de grootte van de tumor en eventuele lymfklieruitzaaiingen. De behandeling bestaat uit bestraling (radiotherapie) of een combinatiebehandeling van medicijnen (chemotherapie) en bestraling (chemo-radiatie).

Soms is het zo dat er geen genezing meer mogelijk is omdat de tumor te uitgebreid is of dat er tumoruitzaaiingen zijn in de rest van het lichaam. In deze gevallen is de (palliatieve) behandeling bedoeld om eventuele pijnklachten en andere ongemakken te bestrijden door de tumor terug te dringen en groei zo lang mogelijk tegen te gaan.

Nazorg

Tijdens en na de behandeling staat u steeds onder controle van uw behandelend arts. U kunt beperkingen ondervinden door de tumor zelf maar ook door de behandeling. We proberen altijd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Als er toch klachten optreden kunt u begeleiding krijgen om er wat aan te doen. Denkt u hierbij aan:

  • droge slijmvliezen als bijwerking van de radiotherapie waarvoor u hulp van de mondhygiëniste nodig heeft.

  • slikklachten waardoor het tijdelijk nodig kan zijn dat u aangepaste voeding gebruikt (drinkvoeding, sondevoeding via neusmaag- of PEG-sonde).

  • oedeem, pijn of functiebeperkingen van de hals en schouders waarvoor u (tijdelijk) fysiotherapie nodig heeft.

  • andere lichamelijke, psychische of sociale gevolgen (zoals slecht slapen, te veel piekeren, sombere stemming, relatieproblemen, financiële problemen, problemen op het werk) waarvoor u (tijdelijke) begeleiding door een gespecialiseerde verpleegkundige, maatschappelijk werker of psycholoog nodig heeft.

Elke donderdag is er op de polikliniek KNO een gespecialiseerde verpleegkundige aanwezig waar u met vragen terecht kunt.

Aanvullende informatie

Graag verwijzen wij u ook naar naar de informatie van het KWF: www.kwf.nl.

U kunt ook informatie inwinnen bij de patiëntenvereniging Hoofd-Hals (www.pvhh.nl).

Op www.samenlevenmetkanker.nl vindt u informatie over het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van kwaliteit van leven.